Dat Engelse slettenbakken in opkomst zijn, bewijst ook HOTWAX op de tweede dag van London Calling. Niet te beroerd zijn deze junior inwoners van Hastings om hun vrouwelijk welvingen in de strijd te werpen als het gaat om een publiek voor zich te winnen. Ze wervelen werkelijk over het podium, de ene gitaarpose na de andere aannemend. Hup, lekker kort glitterbroekje aan en gaan met die banaan, de Lambrini Girls zijn er niks bij. Tallulah en Lola heten de twee girls die dit bandje fronten. Met verve laten ze hun variant van grunge los op het Paradiso-publiek. Kennelijk hebben ze wel voor hetere vuren gestaan want van enige terughoudendheid of verlegenheid valt niets te bespeuren. Alsof er twee Courtney Loves over het podium stuiteren, zo ziet het eruit. En vergis je niet hè, speltechnisch is hier helemaal niets op aan te merken, het zijn gewoon puike muzikanten (en dat kon je van Courtney Love niet zeggen). Al betekent dit nog niet direct dat hun liedjes ook geweldig in elkaar zitten, wat dat betreft is het nog nèt geen Nirvana. In augustus ook te zien bij Loose Ends in Uutje.
Een bekend figuur in de Britse indie-wereld is Dan Carey. Behalve eigenaar van Speedy Wunderground, een spraakmakende label dat aan de lopende band toffe vinyl-singletjes in kleine oplages uitbrengt, is hij vooral ook een gerenommeerd producer. Zo drukte hij zijn stempel op talloze platen zoals van o.a. Wet Leg, Lewsberg, Fontaines D.C., Black Midi, Squid, Kae Tempest, etc. Daarnaast heeft Carey ook zijn eigen band MISS TINY. Eigenlijk een studioproject maar nu in de bovenzaal neemt het de vorm aan van een ding van vlees en bloed. Carey blijkt een nogal stuurs kijkend persoon die goed met de gitaar overweg kan. Met zijn 54 jaar had hij met gemak de vader kunnen zijn van de andere twee bandleden, een bassiste en een zingende drummer. Van uiterlijkheden moet Miss Tiny het niet hebben, maar de eigenwijze, relaxte, jazz-getinte indiepop is een plezier voor het oor. Juist omdat dit afwijkt van het gangbare blijf je makkelijk bij de les. Mooie setopbouw ook.
Een paar jaar terug gaven we hier hoog op van het Canadese collectief Crack Cloud, alsook van NOV3L, een off-shoot ervan. Beide bands blonken live uit in Gang of Four-achtige hoekigheid en in een economische omgang met rock waarbij als motto ‘geen noot teveel’ leek te gelden. De grote belofte die in hun vroege optredens school konden ze echter op de plaat amper waarmaken, ja wat mij betreft vielen ze een beetje door de mand eerlijk gezegd. Maar nu is er MOCK MEDIA, opnieuw een project vanuit het collectief/ de commune uit Calgary, met nu wat nieuwe, jonge gezichten waaronder een uitstekende drummer. Ook bij Mock Media is het een Spartaanse toestand, waarbij wederom staccato gespeelde funkpop gekoppeld wordt aan uit volle borst gezongen ‘sloganeering’, inderdaad precies zoals Gang of Four dat ook ooit deed. Dat Spartaanse krijgt onverwacht een andere dimensie als halverwege het optreden plots wat shirtjes uitgetrokken worden en de heren hun gespierde torso’s openbaren. Homo-erotiek? Hm, het is maar hoe je het bekijkt.. . Per saldo is het in ieder geval een boeiende band waarvan we wellicht nog wat kunnen verwachten. Al durf ik mijn hand er niet voor in het vuur te steken, dat begrijp je.
0