45 jaar Remain in Light – nog altijd toekomstmuziek

Van onze correspondente

Toen Remain in Light in oktober 1980 verscheen, klonk het alsof Talking Heads hun eigen genre hadden uitgevonden. Funk, afrobeat, elektronica en postpunk werden samengesmolten tot iets wat nog geen naam had. Producer Brian Eno gaf structuur aan de chaos, en David Byrne vond zijn stem opnieuw: niet langer als observerende outsider, maar als bezeten prediker in trance.

De plaat ontstond uit herhaling en ritme. De band nam losse grooves op in de Bahama’s en liet ze vervolgens circuleren, zodat ieder nummer evolueerde uit een baslijn of gitaarloop. Het resultaat was polyritmische, gelaagde muziek waarin Afrikaanse patronen en New Yorkse nervositeit samenkwamen. Born Under Punches, Crosseyed and Painless en The Great Curve zijn nog altijd schoolvoorbeelden van muzikale koorts: hectisch maar precies, cerebraal en dansbaar tegelijk.

De thematiek – identiteit, overvloed, angst voor de technologische toekomst – bleek vooruitziend. Byrne’s fragmentarische teksten en robotische stemgeluid weerspiegelden het begin van het digitale tijdperk, nog voor dat woord gemeengoed werd. Dat maakt Remain in Light misschien wel de meest actuele plaat van de jaren tachtig: een album dat de toekomst niet voorspelde, maar vormgaf.

De invloed reikt ver. Van LCD Soundsystem tot Radiohead, van St. Vincent tot Black Midi – iedereen die ritme en intellect wil verzoenen met emotie, heeft iets aan deze blauwdruk te danken. Zelfs Byrne zelf keerde later terug naar dit experiment, in zijn solowerk en in de liveproductie American Utopia.

Vijfenveertig jaar later klinkt Remain in Light nog altijd alsof het gisteren is opgenomen. Niet omdat de tijd stilstond, maar omdat de plaat bleef bewegen.

Comments

comments