Daar was ze dan eindelijk, de Nieuw-Zeeuwse gekken-bekkentrekster, vreemde stemmetjes-zangeres, motorisch uitgedaagd podiumdiertje en allround raar mens. Ik heb het dan natuurlijk over Aldous Harding, sinds het vertrek van Jacintha Ardern toch een beetje de hoop van het vrouwelijk deel der Nieuw-Zeeuwen. Het is met Aldous een beetje als met nieuwe haring. Ook al vind je het zelf lekker, je kunt je tegelijk best voorstellen dat mensen er niets van moeten hebben. Te veel Fiona Apple, Vashti Bunyan, Kate Bush, Iris Dement of hoe al die kleine raar gevooisde heksjes ook mogen heten. In de uitverkochte Grote Zaal van Tivoli hoefde ik me gelukkig niet te verdedigen: ik bevond me onder gelijkgestemden.
Zoals dat gaat begon ook dit concert met het voorprogramma van de formatie Support. Dit keer had Support slechts één bandlid afgevaardigd, namelijk H. Hawkline. Een voormalige geliefde van Aldous uit Wales met solo-ambities. En terecht. Ik had ter voorbereiding diens Milk for Flowers album beluisterd en was direct verkocht. Zijn optreden deed daar niets aan af, zodat H. Hawkline met stip is binnengekomen op mijn lijstje favoriete artiesten uit Wales (onder John Cale en Tom Jones maar boven de Manic Street Preachers).
Mijn nummer 1 Nieuw-Zeeuwse artieste volgde met een ietwat moeizaam op gang komend maar uiteindelijk meer dan bevredigend concert. Die achterlijke autistische pose is als je je over een eerste ergernis heen hebt gezet eigenlijk best vermakelijk. Er gebeurt wel wat op het podium, zullen we maar zeggen. Bovendien kan ze wonderschoon zingen, als ze tenminste geen gek stemmetje opzet, en heeft ze met The Barrel, Imagining my Man, Fixture Picture en Ticktock een aantal ijzersterke liedjes in de aanbieding. Nee, dit Zeeuwse meisje is bepaald niet zuunig in het etaleren van haar talentjes. De hoed mag af kortom.
En daarvan gaarne akte.
0