Een sigaar uit eigen doos voor Gruppo Sportivo

Beep, beep!…. Pas op mensen, de deuren van de teletijdmachine sluiten zich. Vandaag is het Nederpopdag op de Zaag, laten we instappen en onszelf een heel end terug in de tijd flitsen. We blijven echter lekker dicht bij huis, in de lommerrijke stad ‘s Gravenhage om precies te zijn. De plek waar GRUPPO SPORTIVO voor het eerst van zich deed spreken, in het tijdsgewricht waarin de seventies onstuimig in de eighties overvloeiden. Samen met Herman Brood en Normaal vormde Gruppo destijds de Onbetwiste Top 3 van eigentijdse Nederpop-acts. De jeugd genoot er met volle teugen van, wie ging er nou niet in mee? Mooie platen brachten ze uit, en die maakten behoorlijke indruk. Neem mij nou, de debuutalbums van De Drie ken uit mijn kop, dat gaat er nooit meer uit! . Van ‘Noar ’t café’ van Normaal kan ik nog steeds tot tranen toe geroerd raken; Brood’s ‘Street’ doet mij nog immer ineen krimpen van puur undergroundgenot en als ik ‘Superman‘ van Gruppo Sportivo hoor dan hang ik, precies als toen, hikkend van het lachen in de gordijnen.

Het ganse land hing vol met dit soort posters

Behalve dat het tijdgenoten waren en alle drie zo Hollands als beschimmeld krentenbrood, hadden ze achteraf gezien meer gemeenschappelijk dan op het eerste gezicht leek. Zoals: wanneer je ze vergeleek met de Britse bands waar wij destijds bij katzwijmden (Jam, Pistols, Cure, etc) waren ze in de eerste plaats onwaarschijnlijk oud, wel een jaar of tien ouder dan wij toen waren! En de invloeden waar De Drie over spraken leken uit het pleistoceen te stammen, die lagen niet eens zozeer in de sixties maar meer nog in het decennium dáárvoor. In interviews brabbelden ze met groot gemak over lieden die wij hooguit van horen zeggen kenden. Lieden als Chuck Berry, Mose Allison, Little Richard, Lenny Bruce, Duane Eddy, Del Shannon…

Als ze eenmaal op het podium stonden dan was dat leeftijdsverschil nog voelbaarder. De bandleden van Gruppo en Brood hadden kortgeknipt lang haar en speelden ingekorte lange gitaarsolo’s, dus meer old wave dan new wave eigenlijk. Behoorlijk uit de tijd waren ook de ‘achtergrondkoortjes’ die zowel Brood als Gruppo met zich mee zeulden. Steevast twee olijk uit hun ogen kijkende jongedames die in de eerste plaats leken te dienen als decoratie en als ’ego-boost’ van de respectievelijke voorzangers. Bij Brood immer kortgerokt, en altijd een blonde en een donkere. Bij Gruppo altijd twee even rondborstige als goedlachse krullenbollen die in tegenstelling tot die twee van Brood zowaar ook enige artistieke/tekstuele inbreng leken te hebben.

Maar goed, op de een of andere manier, en zo gaat het uiteindelijk altijd met popsterren die zichzelf voortdurend moeten bewijzen, raakten ze alle drie wel ergens in verzand. De jongens van Normaal veranderden weldra van vrolijke boerenvrijbuiters in stugge traditionalisten. Herman Brood transformeerde vanaf het moment dat hij naar Amsterdam verkaste van een authentieke rock ‘n’ roll-gypsie in een voor TV-geschikt clowntje dat het wel prima vond als er een papegaai op zijn kop scheet. En Gruppo Sportivo? Tja, die verzandden gewoon in de anonimiteit denk ik. Wist jij dat deze band al vier keer heropgericht is en anno 2020 bijna alwéér bijeen is? Nou, ik niet!

Bennie toen en nu

Maar kom op kameraden, laten we de popsien van destijds nou niet tekort doen. Nederpophelden zijn het sowieso! Gruppo Sportivo was zelfs korte tijd een regelrechte sensatie in Engeland. Ze toerden er en hun debuutalbum ‘10 Mistakes’ werd in het gezaghebbende NME met lof overladen, en dan heb je het als buitenlandse band bepaald niet slecht gedaan. In een laaiende recensie (ik herinner me een jubelkop met iets als ‘triple Dutch’ erin) prezen de Britten de humor, de spitsvondige teksten en de manier waarop zanger/gitarist annex songschrijver Hans Vandenburg en zijn trawanten allerlei invloeden van vroeger op een speelse manier in hun muziek wisten te verweven.

advertentie

Vlug trekken we ons terug in de teletijdmasjien en die flitst ons met een ruk voorwaarts in de tijd: in ‘94 trad het upcoming bandje The Offspring op bij Parkpop in Den Haag. De Califoniers maakten in die tijd naam met aanstekelijke, onbezorgde, optimistisch getoonzette op-en-neer-spring-punk. Dit soort muziek (Green Day, Rancid, Pennywise) bleek plots in miljoenenvoud als warm brood over de toonbankjes te gaan, waarmee tot verbazing van velen onbedoeld werd aangetoond dat punkrock en commercie wel degelijk goed konden samengaan. Kijk hieronder, ik had wat fotootjes van hun optreden gemaakt. Zou The Offspring geweten hebben dat zij speelden in de stad van de band die ervoor zou zorgen dat zij een proces wegens plagiaat aan hun surfbroek kregen?

The Offspring in Holland met in het midden Dexter Holland

Want wat was er gebeurd? Gruppo Sportivo had in 1978 hun tweede plaat ‘Back to 78’ uitgebracht. Een van de bekendste nummers daarop is het ‘kleine liedje’ ‘Tokyo.’ Ik waarschuw je, wie dit liedje één keer hoort krijgt ‘m de rest van z’n leven niet meer uit zijn/haar kop gebrand. Dus opgepast: besmettingsgevaar! 

Stoelriemen vast, nu opnieuw een grote sprong voorwaarts in de tijd. Medio 2006 kwam Hans Vandenburg ter ore dat in Japan een teenybopper bandje rondliep dat zijn pennenvrucht ‘Tokyo’ min of meer had gekopieerd. Check even mee, het gaat hierom, het bandje heette PUFFY AMUYUMO:

De wenkbrauwen van de anders zo vriendelijke Hagenees schoten naar verluidt subiet in een bozige fronsstand. Plagiaat! Of op zijn minst misgelopen royalty’s! Hans voelde zich danig in zijn Haagse kruis getast dat hij in actie kwam en de pers opzocht.  En ja, je moet hem nageven, de tekst van de coupletten en de heavy rock-setting klonken weliswaar sterk afwijkend van zijn versie, maar het refreintje was overduidelijk helemaal Gruppo. 

Vandenburg kwam er al snel achter dat dat Japanse nummer gecomponeerd was door niemand minder dan Dexter Holland, de zanger/gitarist van The Offspring! Met deze kwestie geconfronteerd had Dexter Holland een goed weerwoord voor het vermeende jatwerk want zoals hij zei, in de tourbus van The Offspring had hij hun manager het refreintje vaak horen zingen. Het gezongen deuntje van zijn manager had hij dus als uitgangspunt genomen en daar een eigen tekst en muziekje omheen gebrouwen.

USA-ep’tje met zes (!) nummers daarop, waaronder ‘Tokyo’

Dat de Offspring-manager het liedje klaarblijkelijk kende is bij nadere beschouwing niet zo heel verwonderlijk wanneer je je bedenkt dat Gruppo Sportivo indertijd ook in de USA een poot aan de grond had. Ze hadden een deal gesloten met het befaamde punklabel SIRE, bekend van Ramones, Dead Boys en Talking Heads, en later ook van Ice-T en Madonna. Een prestatie an sich die record-deal, ook al was Gruppo niet de enige Nederlandse band op Sire. Ze waren al voorafgegaan door Focus. Sterker nog, het was aan het Amerikaanse verkoopsucces van Focus te danken (‘Hocus Pocus,’ 1973) dat Sire zijn beginjaren überhaupt wist te overleven!

Ook een USA-persing

Afijn, Dexter Holland had vervolgens netjes aangeboden om de royalty’s met ‘Van deFruits’ (zoals Vandenburg zichzelf noemde) te delen, gewoon samsam. Maar daar was onze landgenoot niet van gediend. ‘Ik kan ook wel het refrein van een Beatles-liedje pakken, daar wat regeltjes bij verzinnen en dan de helft van de royalty’s opstrijken,’ brombeerde hij misnoegd. ‘Ik tref hem binnenkort wel in de rechtszaal!’ riep hij tegen iedereen die het maar wilde horen. Of hij vervolgens daadwerkelijk juridische stappen heeft gezet vertelt de geschiedenis niet, maar waarschijnlijk is het niet. Het ligt meer voor de hand dat alles met een sissende sisser afliep, ook omdat het plaatje geen millionseller bleek. En van een kale kikker kun je geen veren plukken….

De ironie van dit verhaaltje is natuurlijk dat Vandenburg zelf ook jatte als de raven. Je kan zelfs wel stellen dat op het speels muzikaal leentjebuur spelen het hele bestaansrecht van Gruppo Sportivo was gebaseerd. Als buitenstaander zijnde kon je dan ook weinig anders dan wat meewarig glimlachen om de boosheid van Vandenburg. Niet meer dan een koekje van eigen deeg was het. Of anders wel een sigaar uit eigen doos, zoals gegoede Hagenaars onder elkander plegen te zeggen.

Hieronder een mooi staaltje van grappig en origineel pikwerk van Gruppo Sportivo. Het complete liedje van Frank Zappa vormt het complete intro van Gruppo’s ‘Superman.’ Daarna loopt het naadloos over in het orgelriedeltje uit Del Shannon’s ‘Runaway.‘ Knap gedaan, Hans!.. Beep, beep!

Naschrift: 1) hierboven zaten wat spelfouten, die zijn er inmiddels uitgehaald. 2) Frank Zappa’s naam staat keurig op het label van ’10 Mistakes’ vermeld als componist, dus dan is dat geen jatwerk, maar meer een cover, dan wel een eerbetoon, dan wel ‘speels muzikaal leentjebuur spelen,’ het is maar hoe je het bekijkt. 3) Vanzelfsprekend heeft Gruppo Sportivo in de loop der jaren veel nieuw werk uitgebracht, en is er ook tot afgelopen jaar volop getoerd. Ik zeg toch: Nederpophelden zijn het!

0

Comments

comments