Gisteravond was het weer zo’n avond waarop er een soort minifestival plaatsvond in TivoliVredenburg. In de grote zaal speelde Sharon van Etten, de Ronda was voor Woodkid, Pierce Brothers in Pandora, filmcomponist Chad Lawson in Hertz, hmmm-hmmm-hummers Crash Test Dummies (ja, die bestaan nog) in Cloud 9 en helemaal in de nok – en daar gingen wij voor – Flat Worms in Club 9. Jammer dat Tivoli geen combitickets verstrekte, want menig zaaltje was een kijkje waard.
Onbewust vraag je je dan toch af hoe dat gaat in de kantine achter de schermen van TivoliVredenburg. Al die artiesten willen natuurlijk rond dezelfde tijd wat eten. Zitten ze dan aan dezelfde tafel uit pannetjes stamppot te peuzelen? Wisselen ze dan ervaringen uit over het artiestenvak? En neemt Sharonnetje van Etten dan de grootste gehaktbal (want grootste zaal)? Of is er een sfeer van competitie, waarin alle bands gewoon apart zitten te eten en ze allemaal verschillende maatjes hebben, omdat ze – het blijven natuurlijk artiesten – allemaal verschillende dieetwensen en -voorkeuren hebben. Veganistisch én glutenvrij voor folkie Woodkid, Friet met frikadellen voor Crash Test Dummies en onbeperkt spareribs met bbq-saus van een moeilijk verkrijgbaar merk voor Sharon van E. Wij overwegen een maandje onderzoeksjournalistiek in de ontoegankelijke delen van TivoliVredenburg om hier eens achter te komen.
Wat wij wél bijna zeker weten is dat de zanger van Flat Worms iets met knoflook geserveerd had gekregen. Omdat de kaartverkoop niet supergoed had gelopen konden wij in de zaal een plaatsje recht voor hem innemen en bij het eerste nummer was de knoflookwalm niet van de lucht. Die beschuldiging wil ik overigens iets nuanceren, want je weet in zo’n zaaltje nooit precies waar welk luchtje vandaan kwam. Mijn buurman, die gedurende het concert steeds sterker naar zweet begon te ruiken (het was warm in de vissenkom die Club 9 toch is), had natuurlijk net zo goed look in zijn eten gehad kunnen hebben. Hoe dan ook: ik nam er geen aanstoot aan. Concertzaaltjes zijn bij uitstek plekken waar je helemaal jezelf mag zijn – ook als daar knoflookadem mee gemoeid is.
Goed, Flat Worms! Eigenlijk wachtten wij al sinds het verschijnen van de debuutplaat Flat Worms in 2017 op een optreden van de band in de Utrecht. Want niet alleen is dat een fantastische plaat, ook op papier is Flat Worms interessant genoeg om een concertkaartje te kopen zonder ooit maar een noot van ze gehoord te hebben.
De bandleden hebben ieder hun spreekwoordelijke sporen in de Californische garagescene verdiend. Bassist Tim Hellman zal de meest bekende zijn. Hij speelde in Thee Oh Sees (toen die band nog zo heette), Sic Alps en Wet Illustrated. Hij is live letterlijk een rots in de branding. Zijn hele lichaam beweegt hij, maar zijn bas blijft steady in dezelfde positie hangen. Hij tovert er strakke grooves uit, die tegelijkertijd aan Faust, Joy Division en Sonic Youth doen denken. Drummer Justin Sullivan speelde met Kevin Morby in The Babies. Dat zijn drumstel strak vooraan het podium staat is geen toeval. Tijdens het concert onpopt hij zich tot de bandleider die ervoor zorgt dat nummers soepeltjes in elkaar overlopen. Daarbij gebaart hij af en toe directief met een drumstok naar zanger/gitarist Will Ivy als hij vindt dat die kan invallen. Will Ivy zelf maakte soloplaatjes en speelde in Dream Boys en (ook) in Wet Illustrated. Ivy is met zijn melodische gitaargeluid een interessante tegenhanger van Hellman, die uit zijn bas een meer hardcoregeluid haalt.
Die tegenstelling maakt de band erg interessant voor liefhebbers van het genre. Het is dus niet verrassend dat ze platen opnemen met Ty Segall (hun vorige: Into The Iris) en Steve Albini (hun meest recente: Antarctica), want die weten wel raad met lekkere cocktails als deze. BBC 6 radioreus Marc Riley is ook groot fan van de band. Het omgekeerde is trouwens ook waar en in meerdere opzichten. Alle leden van Flat Worms hebben namelijk een diepe fascinatie voor The Fall, waar die Riley toch best wat jaartjes de gitaar in gespeeld heeft.
Het was jammer dat de zaal niet heel erg gevuld was en nogal klinisch van karakter is. Het vette en gruizige geluid van Flat Worms was beter tot zijn recht gekomen in zeg ACU, of misschien zelf EKKO. Helaas stond in EKKO gisteravond Together Pangea al op het podium, wat veel muziekliefhebbers trouwens voor een duivels dilemma plaatste. Een double bill was misschien een beter idee geweest. Beetje afstemmen, jongens (m/v/x)!
Het publiek in Club 9 kreeg gelukkig gewoon wat het verwachtte en verdiende: een denderende show, die als een stoomwals alles en iedereen in zijn weg verpletterde. De band verspilde weinig tijd aan gebabbel. Dat ze nog nooit in Utrecht hebben gespeeld (duh!) en dat ze nog nooit op de negende verdieping van een gebouw hebben gespeeld, waren zo’n beetje de enige teksten die we van zanger Will te horen kregen. O ja en dat hij blij was dat we allemaal goed de corona waren doorgekomen. Maar hij was niet kort van stof omdat hij afstandelijk was ofzo. Sterker nog, na het slotakkoord van afsluitknaller Red Hot Sand stapte de band doodleuk van het podium, pardoes de zaal in. Zanger Will begon alle bezoekers een handje te geven en te bedanken voor hun komst, terwijl drummer en bassist gezellig praatjes aanknoopten met iedereen die dat wilde. Aardige jongens dus, die snappen hoe het hoort. En uiteraard levert die sympathieke houding ook flink wat omzet bij de kraam met koopwaar op. Zo werkt het natuurlijk óók. Wees dus niet verrast als je her en der t-shirts van Flat Worms om Utrechtse buiken ziet spannen. Hopelijk helpt het je eraan herinneren het volgende concert van de band niet over te slaan. Maar wel liever in de ACU dan dus.
0