Terwijl elders in Nederland de halve wereld in een Konijnenhol aan het rondkruipen is zet deze jongen bijna dwangmatig koers naar Rotterdam-Zuid. Want je kan er de klok op geljkzetten, elk jaar strijk en zet op de eerste zondag van juli is het bal. Want hoeveel moois er daar in het Zuiderpark in de loop der jaren (gratis!) te zien is geweest, dat tart iedere beschrijving. Ja, ik krijg er een heel apart gevoel van binnen, dat schudt je niet zomaar effe van je af. De hele dag door schieten de mooiste herinneringen door mijn hoofd. Bijvoorbeeld die ene keer in 1994 dat The Prodigy en Wu-Tang Clan hier hun Europese debuut beleefden. Kort na elkaar in dezelfde tent. Dat kapotte fototoestel van toen betreur ik nog steeds… Of toen die ene keer dat we rond 13.00 het terrein kwamen oplopen en The XX, toen nog met zijn vieren, doodleuk al begonnen waren. Of toen die ene keer dat….
Maar nou effe kappen met mijmeren want stipt om 13.00 uur begint vandaag ELEPHANT al, een Rotterdamse band die onlangs op het Excelsior-label hun debuutalbum ‘Big Thing’ zag verschijnen, en dat ding is behoorlijk bejubeld. Ondanks het vroege tijdstip en ondanks de vroege motregen staat er toch al gauw zo’n man of 500 aandachtig te luisteren. Heel anders dan twee dagen eerder. Toen stonden ze op het Utrechtse Tweetakt Festival in een luidruchtige feesttent op het Neude een muzikaal behangetje te wezen.
Onwillekeurig vraag je je af waarom een band zich in hemelsnaam vernoemt naar zo’n log beest dat de halve savanne onder schijt. Misschien omdat de leden bijbaantjes hebben bij de Jumbo of bij Diergaarde Blijdorp? Of omdat een van de gitaristen trombosebenen heeft en een slurf van 25 cm? Of zouden ze zich gewoon vernoemd hebben naar een nummertje van the Toy Dolls of van Tame Impala? Nou dat laatste blijkt aardig in de buurt te komen. Ze hebben zich inderdaad naar een liedje vernoemd, naar een draak van een liedje zelfs. Ik citeer even uit een interview: ‘We zijn vernoemd naar een lied van Kamahl, ‘The Elephant Song.’ Dat nummer heeft een hele mooie boodschap, dus we dachten we noemen de band zo.’
Wel schattig toch? Net als op die plaat klinkt de muziek van Elephant oprecht en puur en lijkt rechtstreeks uit hun jongenshart afkomstig. Mede afgaand op hun onbespoten uiterlijk lijken deze boys nog totaal niet verpest door hun omgeving, bijna op het naïeve af. Althans zo komt het over. Gelukkig is een band als Big Thief niet aan hen voorbij gegaan, anders zou deze band nog behoorlijk dicht in de buurt van ‘ouderwets’ komen. Ik denk: iemand die nu na 50 jaar uit een coma zou ontwaken en Elephant live aan het werk zou zien, zou zweren dat er in al die jaren niks is veranderd is in de popmuziek. Dus tja, tijdloosheid is ook een kwaliteit!
Bij het eveneens Rotterdamse combo NAGASAKI SWIM is het ook fijngevoelige soft-pop troef. Even mijn mening bijstellen over Rotterdamse muzikanten, want dat betreft heus niet alleen meer bonkige bootwerkers die godverredomme enkel het achterplecht uit komen klimmen voor een bakkie pleur of een hijssie. Nee, sommigen hebben ook gevoel voor subtiliteit! Waarschijnlijk omdat zij niet zo ‘hot’ zijn als Elephant moet Nagasaki Swim het doen met het veel kleinere Garden-podium. Voor de 500+ man die net nog Elephant stond toe te juichen is het kennelijk een brug te ver om vervolgens 80 meter verderop deze plaatsgenoten uit te checken. Toch sla ik persoonlijk Nagasaki Swim net iets hoger aan. In vergelijking met Elephant klinken ze wat puntiger, rauwer en meer uitgekristalliseerd. De teksten zijn beter te verstaan en de zanger heeft een meer karakteristieke stem. Bij hen ook geen gitaarsolo’s maar wel gave pianopartijen die op het gemoed werken. Maar ja, of het hen wat oplevert? We leven in moderne tijden en een goeie marketing is het halve werk, wat dat betreft leggen ze het duidelijk af tegen Elephant.
Een dompertje volgt als blijkt dat op het laatste moment THEY HATE CHANGES niet doorgaat. Dit experimentele Amerikaanse hiphop-duo blijkt volgens een pop-up berichtje, gekoppeld aan de festival-app, ‘niet in staat het terrein tijdig te bereiken,’ whatever that means. Jammer, want een beetje tegendraadse, knallende hiphop kan dit festival tijdens deze sunday afternoon, die tot dusverre behoorlijk lazy is, best wel even gebruiken. Maar geen nood, They Hate Changes staan al aangekondigd voor LeGuesWho in november, dus…
Wat wel gewoon doorgaat is het Londense FATDOG. Vijf gezonnebrilde party animals die er uitzien als een zootje ongeregeld dat net completely wasted uit een cheap flights-vliegtuig is komen rollen na alweer een weekendje raven op een Spaans vakantie-eiland. Compleet met saxofoon, klarinet, een drummer met hondenmasker en een boomlange idioot in judopak staan ze op het podium. En als een zootje ongeregeld, zo klinkt het ook. Sterker nog, ontregelen lijkt hun missie te zijn: stroboscopen, de ene break na de andere tempoversnelling. Nummers waar geen kop of staart of middenstuk aan te ontdekken valt, veel geschreeuw… . Maar toch, de goede ideeën zijn er wel en ze weten de zaak aardig in vuur en vlam te zetten. Op hun beste momenten roepen ze Underworld in herinnering en dat is ook een kwaliteit.
Of het hun Nederlandse debuutoptreden betreft weet ik niet, maar THE LATHUMS komen flink professioneel over. Twee gitaarroadies die gedienstig heen en weer rennen, dat zie je niet zo vaak bij beginnende bands. Maar ja, zo héél beginnend zijn The Lathums dan ook weer niet. Eind vorig jaar stootte hun debuutalbum zomaar door naar de nummer 1 positie in de Britse hitlijsten en dan is je kostje gekocht daaro. The Smiths, The La’s en The Coral worden door zij-die-het-weten-kunnen als beïnvloeders genoemd en dat zal ook wel. James Skerry van The Coral is hun producer dus die link is er sowieso.
Als The Lathums het podium betreden denk ik eerst even in zo’n programma van Johnnie de Mol verzeild te zijn geraakt waarbij downies hun dromen kunnen verwezenlijken. De mollige zangert ziet er namelijk nou niet bepaald uit als de standaard aanbiddelijke indie-Adonis. Maar bah, wat disrespectful van mij weer! Als dit jong eenmaal zijn muil opentrekt verdwijnen alle twijfels als snow before the sun. Want wat een ongelooflijke nachtegaal is dit! Gaandeweg het optreden verschuift alle aandacht steeds meer van de wat anoniem opererende band naar Hem, de Zanger, Alex Moore. Met hun standaard gitaar-bas-drums-bezetting is Lathums typisch zo’n Britpop-indie-band waarvan er ogenschijnlijk dertien in een dozijn gaan. Maar altijd weer zijn er uitschieters als deze die het genre naar hemelse hoogten weten op te tillen. Gaat ze zien!
Reikhalzend uitkijken was het de hele dag al naar HORSEGIRL, drie Amerikaanse (Chicago, Illinois) college girls van 18 à 19 jaar. Hun faam was hen al vooruit gespoed want diverse media’s hebben hun debuutalbum ‘Versions of Modern Performance’ onthaald als ware het the future of rock n roll. Ook JV van het NRC zoom-interviewde hen onlangs (nieuwe trend: terwijl popsterren steeds jonger worden worden popjournalisten steeds ouder) en dat resulteerde in een paginagroot artikel met als kop ‘De nieuwe Amerikaanse indie-sensatie.’
Op het Metropolis-podium blijken de meiskes, hoe kan het ook anders, krankzinnig jong en verlegen. Zoals in het NRC al te lezen stond werken ze graag met afwijkende gitaarstemmingen zoals bijvoorbeeld Nick Drake en Sonic Youth dat in het verleden al gebruikten. Met name Sonic Youth’s gitariste Kim Gordon, alsmede haar boek ‘Girl in a Band, ‘ zijn een grote inspiratiebron en dat is meteen goed te herkennen aan hun soms opdoemende slaapwandelmanier van zingen. Verder meende ik brokken My Bloody Valentine en Dinosaur jr. te ontwaren, naast onmiskenbaar veel eigen inbreng uiteraard (ook coverden ze een tijdje terug ‘It’s Obvious’ van The Au Pairs). Met fraaie sonische vlechtwerkjes, duistere ondertonen en werkend met twee gitaren en zonder basgitaar, waarbij de meiden evenwel afwisselend gitaarbas spelen, moet je je oren af en toe goed de kost geven. Nee, deze eigenwijsjes maken het zichzelf niet gemakkelijk en hebben de lat voor zichzelf hoog gelegd. Dus in de gaten houden is het devies. Misschien zijn ze dan wel niet the future of rock ‘n’ roll maar er zit wel degelijk veel toekomst in hun rock ‘n’ roll!
TRAMHAUS, ook al uit Rotjeknor, is eigenlijk dè Nederlandse popsensatie van dit kwartaal. Het schijnt dat ze op Best Kept Secret de hele klerezooi op zijn kop wisten te zetten. Bracht ik ze zelf aanvankelijk nog in verband met de bezopen gewetenloosheid van pakweg de Viagra Boys, nu blijkt dat dit vijftal (3 guys, 2 dolls) ook over een kloppend sociaal hart beschikt. De titel van hun nieuwste single ‘Rotterdam, Make it Happen’ is tevens een slogan dat door overheidsinstelling Rotterdam Marketing te pas en te onpas gebruikt wordt. In de handen van Tramhaus is het een cynisch commentaar geworden op de stadsvernieuwing zoals dat met name dreigt plaats te vinden in het Zuid-wijkje Wielewaal. En daarbij blijft het niet want op Metropolis worden aktievoerende wijkbewoners het podium op gehaald, onder luid gejuich van het toegestroomde publiek. Toch is de overwinning van Tramhaus vandaag niet totaal. Want het dans-, zang- en entertainwerk van zanger Lukas Jansen moge dan wel van hoog artistiek niveau zijn, en van de band (inclusief matjes en vintage Feyenoord-shirt) moge dan het speelplezier afspatten, toch is het zaalgeluid niet wat het wezen moet. De gitaren klinken opzichtig te dunnetjes en weigeren te scheuren of te rocken zoals ze dat op hun debuut-45 wel zo gaaf doen. En zo blijft het ergens steken. Iets glorieuzers had deze band absoluut verdiend.
Sociale bewogenheid vind je ook terug bij HANG YOUTH, bakkenvol zelfs. Zoals bekend zijn zij dè Nederlandse popsensatie van het vorige kwartaal. Termen als belastingdienst, oliemaatschappij, tabaksindustrie en overheid vallen bij hen als appeltjes van de boom. Van een TV-programma van een paar maanden geleden wisten we al dat zanger Abel van Gijlswijk een slimme rakker is die veel maatschappij-kritische boeken leest. Al die slimmigheid en belezenheid mondt echter nou niet bepaald uit in teksten die getuigen van haarfijne analyses van problematieken, maar eerder van geinig sloganisme en one-liners die vervat zijn in ultra-korte rocksongs. Dat ze daarmee een gevoelige snaar weten te raken en hele tenten mee op zijn kop weten te zetten, dat is de grote verdienste van Hang Youth. Als ouwe lul zijnde en zo rond me heen kijkend merk ik dat dit bij uitstek bij jongere generaties aanslaat. Niks mis mee natuurlijk en eigenlijk wel verheuglijk. Maar: precies zoals De Raggende Manne destijds moet je het intrinsieke punk-gehalte van deze band-met-niet-zo’n-lage-gemiddelde-leeftijd met een korrel zout nemen. Het zijn meer acteurs die goed kunnen spelen dat ze punk zijn. En dan veel lachen erbij, heel veel lachen. Yep, alleen uit Amsterdam kun je dit soort ironie en driedubbele bodems verwachten. Maar ja, luid lachend verwarring stichten, dat is ook een kwaliteit.
0