Interview met de man die eigenhandig de garagemuziek naar Europa haalde

Stel je voor: we bevinden ons in het Amerika van de vroege 70-er jaren. Uitgesponnen LP-rock, doorgesnoven singer-songwriters en bijpassend excessief rocksterrengedrag zetten de toon. Juist in dat vermaledijde tijdperk struint een stoere, rossige Hollander stelselmatig de uithoeken van dit oneindige land af, op zoek naar de meest obscure garagerock die tot een jaar of vijf daarvoor werd uitgebraakt. Overal waar hij komt wordt hij voor gek versleten. Want wie de fuk is er nou geïnteresseerd in opruiende highschool-muziek op 45 toeren uit een voorbij periode? Niemand! Behalve hij dan…. Als het effe kan trekt hij voort, gedreven door een diepliggende passie… En pas als zijn honger gestild is keert hij met koffers vol vinyl weer huiswaarts. Maar het meeste heeft hij dan al in kisten laten verschepen… Zijn naam: Hans Kesteloo.

Pubertjes uit Louisiana in de garage, wow!  

Dankzij zijn enthousiasme kwam het spul uiteindelijk allemaal terecht op beruchte verzamelseries als/op Sixties Rebellion, Wayback Records, Texas Flashback, Digging For Gold, The Now Sound Groove-In, Pebbles, Back From the Grave, Mindrocker…. Hans Kesteloo was één van de eersten die zich interesseerde voor sixties garage en punk. Waar de meeste hardcore verzamelaars zichzelf opsluiten met hun verzameling heeft hij zijn vondsten altijd gedeeld. Eerst op cassette, daarna op vinyl en tegenwoordig digitaal. Zijn mixtapes, die uitkwamen voordat Greg Shaw zijn Pebbles-serie lanceerde, waren de inspiratie en het instappunt voor sommige van de huidige topverzamelaars/kenners. Mensen als Hans Kesteloo zijn er de reden van dat deze muziek, uitgeven in minuscule oplages, überhaupt nog bestaat en leeft en geen slachtoffer is geworden van de naoorlogse wegwerpcultuur. Verzamelen op dit niveau heeft iets weg van archeologie, waarbij ieder van de ondergang gered singletje een steen van Rosetta voorstelt.

Dat 60s singles-verzamelen, een levenslange passie, eindigde ermee dat hij alles ging verkopen. Maar niet nadat hij besloot om zijn ooit gigantische privécollectie voor iedereen digitaal toegankelijk te maken. Jawel, hij knutselde eigenhandig een online radiostation in elkaar, en sindsdien kan de hele wereld 24/7 meegenieten van zijn passie en verzamelwoede. Het is zijn manier om de muziek levend te houden en voor museumstatus te behoeden. Dus mensen, hierbij een lezersinstructie: luistert allen naar www.beyondthebeatgeneration.com terwijl je dit stukkie leest en je bent helemaal in harmonie met de natuur!

Het huis kijkt uit over een meer. Aan een houten steiger ligt zijn boot ‘Japie’. Achter een van de kajuitramen staat een oud uithangbord van de platenwinkel die ze ooit runden in Tübingen, zuid-Duitsland. Een zwaan komt loom aangedreven. “Ik heb niks voor je”, zegt Hans. Het dier keert om en zwemt weg. “Mooi hier hè”, zegt hij met een tevreden uitdrukking op zijn gezicht. Het uitzicht is inderdaad prachtig. Water, zo ver als je kan kijken. Een plek om tot rust te komen, een plek waar niks gebeurt. Almere staat in schril contrast met het hectische leven dat Hans en Angela Kesteloo leidden in Duitsland in de jaren ’70 en ‘80. Als één van de eerste independent platenhandelaren met een eigen, grensoverschrijdend, inkoopnetwerk trotseerden zij het systeem van labels en distributeurs zoals dat altijd had gefunctioneerd. Daardoor konden zij platen onder de reguliere prijs aanbieden.

Okay, kom er maar in Hans!

‘Ik ben geboren in Den Haag, daarna al snel verhuisd naar Den Helder want mijn vader zat bij de marine. Daarna Curaçao. Vervolgens als 15-jarige in 1966 naar Noordwijk verhuisd. Daar is het allemaal een beetje begonnen. Mijn buurjongen was een neefje van Rudy de Queljoe van Dragonfly. Het was 1967, hij vroeg of ik mee ging kijken naar Dragonfly in Amsterdam. Wist ik veel… Zij stonden in het voorprogramma van Pink Floyd en ik ging he-le-maal uit mijn dak daar. En daarna kwam Pink Floyd en dat was nog verschrikkelijker! Toen zag ik Syd Barrett daar staan, en ja…. toen was ik verkocht. Elke cent die ik had stak ik vervolgens in platen. Vervolgens naar Leiden, lekker dope kopen… Toen nog veel meer optredens gezien: Rob Hoeke, Pearls Before Swine, JJ Cale, Manfred Mann, Golden Earrings… Ik weet nog, een keer speelde een hippie-achtige snuiter in een café in Haarlem… Dat bleek Tim Buckley te zijn.’


Met Angela in Tübingen, jaren ’70.

‘In 1971 trok ik naar Duitsland als langharige wildebras. Net in dat jaar was ook de zogenaamde ‘prijsbinding’ opgeheven. Dat was een systeem, een wet die tot dan toe in heel Europa gold, en zoals dat nu nog voor boeken bestaat. Kwam erop neer dat van hogerhand werd vastgesteld hoeveel iets de consument mocht kosten. In Duitsland kostten alle LP’s toen 22,50 Mark. In Nederland ook daaromtrent. In de omgeving van Rotterdam begon op dat moment platendistributeur Bertus bv zich te roeren. Die ging toen als eerste partijen opkopen en weer doorverkopen. Dan kocht hij in Frankrijk platen voor zeg 9, die kocht ik dan voor 11. Vervolgens laadde ik de boel in een Transit en reed daarmee naar universiteitssteden in Duitsland. Naar Darmstadt, Heidelberg, München, Freiburg… Dan ging ik daar voor een mensa staan en verkocht die platen aan studenten. Standje opbouwen, sneeuw vegen, dat maakte allemaal niet uit. Die platen verkocht ik dan voor 14,90. Nou, die werden uit mijn handen getrokken, joh.’

Aha, dus eigenlijk was je een soort Hans Breukhoven?

‘Nou, ik leerde Hans later wel kennen, aardige vent. Hij zat inderdaad in dezelfde business, wij deden in de 90er jaren zaken met elkaar toen ik, terug in Nederland, een distributie-bedrijf voor klassieke muziek en Jazz opbouwde. Haha, op een keer claimde hij dat hij nog 70.000 gulden van me tegoed had, dat was in zijn Virgin-Megastore periode. Wij zijn toen samen gaan rekenen en toen bleek dat het precies andersom was! Had-ie een minnetje over het hoofd gezien! Hij betaalde mij toen grif hoor. Maar goed, het grote verschil tussen hem en mij was, hij stak zijn neus in de commercialiteit en ik richtte me meer op de ‘underground,’ zoals je dat toen noemde. Ik hou er niet van om dingen te doen waar ik niet achter kan staan.’

‘Maar terug naar de vroege 70er jaren: daar kwam ik aan bij de universiteit van Tübingen en daar kon je binnen staan, dus in de mensa! Nou, daar kon ik mijn winkeltje opbouwen, geweldig! In Tübingen ben ik vervolgens blijven hangen. Je had daar toen zo’n 40.000 studenten…’s Nachts sliep ik op een parkeerplaats in het bos. Dus in dat busje, bovenop de platen. Overdag at ik in de mensa voor 1,60,  drie gangen! Op vrijdag met de vuile was terug naar Nederland, effe naar Bertus en op maandag stond ik er weer. Het liep geweldig. Ik had geen telefoon, geen huis, geen huur, geen verzekering…. En ik was altijd haantje de voorste als het om ‘cut-outs’ ging. Of om bijzondere dingen als de Westcoast Pop Art Experimental Band, of dat soort raar spul …’


Hop, alweer een deal!

Maar eh… die verzamelpassie voor obscuur 60’s materiaal?

‘Voor mij is de mid-sixties de beste periode die er bestaat, gewoon 2 minuut 12… Je moet je voorstellen: je moest het van ver halen toen, er was nog niks over geschreven hè? Zelfs dingen als the Balloon Farm waren obscuur en dus onbekend. Dan kwam je in Texas, in zo’n klein dorpje en dan vroeg je onderweg: ‘do you know any record stores around here?’ Of je lette op ‘garage sales.’ Dan kwam je in zo’n zaak en stonden er stapels singles, alles zonder hoesje, tot aan het plafond opgestapeld. Nou, en dan had ik zo’n klein platenspelertje bij me en dan ging ik er doorheen. Als ik in Amerika was ging ik niet alleen naar platen op zoek, maar ook artiesten of label-eigenaren opzoeken. Gewoon aanbellen, bij iemand van The Dovers, Kenny and The Kasuals, Little Phil and The Nightshadows, Merrell Fankhauser ofzo… Vaak maakte je mee dat die lui intussen gesettled waren. Ze zagen hun muziekverleden als een zwarte bladzijde in hun leven en ze wilden daar niks meer van weten… Maar het gebeurde ook dat je meteen een joint aangeboden kreeg. ‘Oh you’re from Germany? Did you come by boat?’ Haha, dat soort dingen!

Vertel eens, wat was toen je geweldigste vondst ever?

‘Ehm, dat was een beetje in de begintijd. Eén van de allereerste platenbeurzen van Amerika was voorin de 70er jaren. Ja, toen pas! Op de parkeerplaats van Capitol Records in Los Angeles. Zo’n ‘car boot sale,’ vanuit de kofferbak van auto’s. Ik was er helemáál niet op voorbereid en wat ik daar aantrof was on-ge-loof-lijk. Ik had mijn auto daar ergens neergezet en ik heb vervolgens alleen maar mijn kofferbak vol gegooid. Een gozer had een hele stapel Morning Reign-plaatjes, The Morning Reign met ‘Satisfaction Guaranteed.’ Op Link Records. Kostte een kwartje per stuk. Nee, ik kocht er maar eentje, meer had ik niet nodig. Je moet je voorstellen, ik had op dat moment ook niemand om mee te ruilen! Iedereen vond me toen maar raar omdat ik dat soort muziek verzamelde. Singles nog wel, terwijl iedereen toen met LP’s bezig was. Dat anderen daar ook mee bezig gingen, dat kwam pas later! Oh ja, en weet je wat ook één van mijn major finds was? Dat was in Houston, een plaatje dat heette ‘1000 Micrograms of Love’ van Satori, een plaatselijk bandje. Gaat over lsd natuurlijk. Staat ook op de Texas Flashbacks-verzamelaar. En maakte ook deel uit van mijn verzameling die ik heb verkocht. Ja, anders zaten we nu niet in dit huis, haha! Lusten jullie een kop soep? ‘

‘Ik heb de mazzel gehad, en daar moet ik mijzelf om prijzen, dat mijn smaak nooit veranderd is. De duurste single die ik ooit gekocht heb is die van The Dirty Filthy Mud, wat een naam hè? Uit 1967, die moet je absoluut eens horen, elektronisch, dit zou vandaag ook gemaakt kunnen zijn.’

Hans speelt het nummer voor, zijn ogen schieten vol vuur. ‘Ik heb zin om iets kapot te maken,’ bezweert hij ons ”maar dan krijg ik ruzie met Angela.’

‘Honderd dollar heb ik daarvoor betaald. Normaal gesproken betaalde ik nooit meer dan drie, vier dollar. Die duurdere prijzen, rond 1985 begon dat, dat was ook de reden waarom ik ermee kapte. Ik kon niet meer verzamelen want het was gewoon niet meer te betalen. Wat ik zocht werd steeds moeilijker te vinden. Op een gegeven moment zat je op te bieden tegen 40 anderen. Die verzameldingen van tegenwoordig koop ik ook niet meer. De markt wordt vervuild, er zijn er vele honderden op de markt gekomen. Met vaak troep erop. Er zit zoveel crap tussen! Dat begon in de jaren ‘80 al de verkeerde kant uit te gaan. Allemaal van dat net niet-spul, met hooguit een paar leuke nummers erop. Ook de prijzen zijn omhoog geschoten.’

‘Wij openden onze platenwinkel in Tübingen in 1975, en in 1978 hebben we een tweede winkel geopend. Dat was een hele grote, met twee etages, een soort Concerto. In 1992 hebben we zelfs nog een speciaalzaak voor klassieke muziek geopend, daar heb ik zelf nog drie jaar in gestaan. Ik weet zodoende alles van klassieke muziek, maar eh… die fuzz-gitaar zit daar niet in hè.’

‘De new wave-tijd, daar heb ik nog wel geweldige dingen uitgehaald. Een groep als Wire, die hadden een nieuwe sound. De vroege Stranglers, de vroege Cure…. en Joy Division, toen dat uitkwam, dat was een openbáring, nog steeds (er volgt een Babylonische spraakverwarring tussen de soeplepelgeluiden door). Of eerder in de jaren ‘70, toen had je een band, die kennen maar weinig mensen. Macabre heetten ze. Uit Washington DC. Later hebben ze hun naam veranderd in Pentagram maar toen was het al niks meer. Wacht, luister even. ‘Be Forewarned,’ een goed nummer!’

‘Wij promootten onze winkels door middel van het organiseren van concerten. Dat deden we in de mensa van Tübingen. Tja, wie hebben we daar niet gehad? de vroege Cure, The Wipers, Virgin Prunes, Violent Femmes, The Fall, Dr Feelgood, Comsat Angels, Celibate Rifles, Hard-Ons, Fuzztones, Robyn Hitchcock, Sir Douglas Quintet, TV Personalities… Dead Moon natuurlijk, meerder keren… Ik heb daar allemaal VHS-banden van want ik nam alles op toen. En in die tijd had verder niemand nog video hè? Een klein gedeelte ervan heb ik later op YouTube gezet. Voor de rest heb ik er gewoon helaas geen tijd meer voor. Of ik niet bang dat die banden gaat wegrotten? Nou ik ben zelf ook al aardig aan het wegrotten, haha. Maar serieus, ik wil dat graag delen, dus als ik mensen ermee kan helpen… Moet ik erop gaan zitten dan? Ik heb veel bijzonder beeldmateriaal, van onder andere 13th Floor Elevators, Outsiders, Music Machine… dat heb ik voor een klein gedeelte op mijn website gezet. Eerder heb ik dat spul weleens op YouTube gezet, maar …dan krijg je na een maand ofzo het bericht dat je de rechten niet hebt en dan wordt je ervan afgeflikkerd. Daarom kun je tegenwoordig op YouTube lang zoveel niet meer vinden.’

‘RIMPO is een afkorting van Records Import, dat was ooit een groothandel in Bochum. De eigenaar van Rimpo die stierf in 1982. Op een zondagmorgen ging hij grasmaaien, kreeg een stroomstoot en hij overleed. De hele zaak is ingeklapt toen en Angela en ik hebben de zaak in Tübingen toen overgenomen. Op het hoogtepunt hadden we bij Rimpo twaalf man in dienst.’


RIMPO close-up: even kijken wat daar  zoal in de etalage staat

‘Afijn, op een gegeven moment kwam EVA, een platenlabel uit Parijs. Die vroegen me op de man af of ik zin had om 60s verzamel-LP’s voor ze samen te stellen. Ik deed dat met liefde en hun offertes waren altijd correct… Maar ik wist nog niks van die bands toen.. Als je de liner notes van die platen van toen nog eens terugleest, die zijn zo lachwekkend. Wat we deden was hartstikke stoned worden en dan wat onzin uitkramen. En dat werden dan de liner notes! Foto’s van die bands hadden we ook niet. Er was niemand die er iets van wist. Ik zat in Zuid Duitsland ver weg van de bron, midden tussen de Braadworst en halve liters.’

Met de goedlopende platenhandel kwam het label Music Maniac in de mid-80s. “Een speeltje”, in Hans’ eigen woorden, maar wel een speeltje dat Dead Moon en The Fuzztones in Europa introduceerde, tientallen bands hun kans op eeuwige roem schonk en obscure sixties punk documenteerde.

‘Mijn ervaring met artiesten is dat ze… (fluit een aflopend fluittoontje) Mijn eerste vraag aan die gasten was altijd: hoe zit het met drugs? Als ze dat gebruikten dan ging ik er niet mee in zee, want daar kun je niet mee werken. Maar THE FUZZTONES bijvoorbeeld, Rudi Protrudi hun zanger, die dronk hooguit af en toe wat, maar verder: neuken, neuken, neuken! Dat kon hij de hele dag en de hele nacht door. Hij had het alleen maar over neuken, zelfs in zijn muziek. En dat ging ver hoor. Dan logeerde hij hier met zijn vrouw en dan moest zij op stel en sprong terug naar Amerika omdat haar borstimplantaten begonnen te lekken! En die dingen, dat deed ze voor hem hè?’

‘Bij Music Maniac wilde ik nooit contracten rechtstreeks met artiesten sluiten. Het liefst deed ik met het management zaken, of met iemand met ideeën daarover. DEAD MOON was wat dat betreft wel een uitzondering. Fred Cole zei; “Hans, wij gaan geen contract tekenen. “If you wanna cheat me, go ahead and cheat me. But I only give you one chance.” Hij was gepokt en gemazeld in de business. Je moet je voorstellen, hij had al van alles meegemaakt. Ooit werden al zijn royalties gestort op de rekening van de verkeerde, van een zwarte soulzanger genaamd Freddie Coletti. Een bijna gelijk klinkende naam dus! Die vond het prima natuurlijk, haha.  Hoe ik aan Dead Moon kwam? Nou je begrijpt dat ik het allereerste singletje van The Weeds al had, uit ‘65/’66. Ik volgde hem eigenlijk. Eerst The Lollipop Shoppe, toen weer The Weeds en toen kwamen al die lokale dingen die hij deed: Zipper, Western Front, King Bee, The Rats, The Range Rats… allemaal prachtig! Ik stond in contact met Fred en toen hoorde ik dat de eerste LP van Dead Moon eraan zat te komen, en dat ze daarop terug zouden keren naar die 60’s sound. Tja, en met zijn onvervalste stem…. ik vond het geweldig!’

‘In die tijd probeerde ik ook andere bands te tekenen, zoals THE WIPERS, alleen dat lukte niet. Ik was vriendjes met die jongen van Park Avenue Records, die de eerste Wipers platen hadden uitgebracht. Wij hadden toen al wel een concert georganiseerd van The Wipers, in Tübingen dus. Meneer GREG SAGE liep door mijn winkel heen en ik achter hem aan. Het was een eigenaardige man, en ik benaderde hem voor het radioprogramma “Pop News and Reviews”, dat ik destijds wekelijks deed in Duitsland. (Angela: ‘met zo’n Rudi Carell-accent, dat vinden Duitsers prachtig.’). Ik stelde tijdens die radioshow de verkeerde vraag, ik vroeg hem naar zijn leeftijd en zoiets moet je niet doen. Na anderhalve minuut was dat interview al afgelopen. IJdeltuitje? Hmm, hij is meer ondefinieerbaar, als hij zijn gitaar pakt dan weet je waar hij zit, maar… Ze waren met zijn drieën The Wipers, en ik zeg je: elk moment konden ze alle drie in tranen uibarsten! Zo’n atmosfeer hing er bij die band. Maar The Wipers… op de een of andere manier is dat contracteren niet gebeurd. Wel vroeg ik hem in de winkel: ’Do you have the telephone number of Fred Cole?’ Want ik had een keer gelezen dat Greg zijn snaren bij Fred in zijn muziekwinkel kocht… Nou, dat had hij en zo is het gekomen met Dead Moon. Vera, de club in Groningen, betaalde de vlucht, die wilde hen dolgraag hebben. Toen ze aankwamen hebben ze geslapen bij mijn ouders in Noordwijk.


Zelfgetimmerd afscheidskado voor Dead Moon: een kist vol cd’s. Helaas dusdanig zwaar dat het in Almere is blijven staan.

‘Wij zijn eens een week bij FRED AND TOODY COLE in hun heksenhuisje wezen logeren. Maar weinig mensen weten dat hij een ontzettende zakenman is. Hij heeft in Oregon een stuk grond gekocht en plant daar 21 appartementen op te bouwen. Het ziet er heel cool uit. En dat doet hij helemaal zelf hè. De elektriciteit, de toiletten, de riolering… Dat verhuurt hij dan om zijn oude dag veilig te stellen. Kennen jullie die documentaire ‘Unknown Passage, the Dead Moon Story’? NEE!??? Ach jongen, een prachtige documentaire! Het is gemaakt door cameramensen van David Lynch. Die hebben toen een complete Dead Moon-tournee, met alles erom heen opgenomen. Ze zijn toen ook hier wezen filmen, want als ze aankwamen op Schiphol dan logeerden ze hier. En in Terneuzen had je een speciaal Dead Moon-café, de hele tent ingericht volgens de Dead Moon-‘religie’, (Angela: ‘in Zuid-Duitsland, daar gingen mensen cake bakken met het Dead Moon logo erin…’) . Of ik PETER PONTIAC gekend heb? Nou en of! De grootste hardcore fan van Dead Moon! Hij woonde hier vlakbij in Bussum. Ik ging hem altijd ophalen of hij kwam op de fiets. Wacht, moet je dit hier zien, deze Dead Moon-whiskyfles….Is uitgebracht in een oplage van twee. Eentje voor de band en eentje voor mij. Mooi hè?

Zoals gezegd, bij het gesprek is ook Hans’ wederhelft Angela aanwezig. Deze van oorsprong Duitse dame is de spreekwoordelijk great woman die achter every great man staat. Kalm, hartelijk en gastvrij. Ze is gewend aan vreemden over de vloer: toerende bands, enge verzamelaars en andersoortige freaks van over de hele wereld, of gewoon iemand die een plekje nodig heeft om tot zichzelf te komen. We vragen haar naar de tragische dood vorig jaar van ANDREW LOOMIS, de drummer van Dead Moon.

‘Ja, dat was heel erg. Hij was een onwijs aardige en grappige en lieve man. Aan de andere kant ook heel erg serieus, met een hele eigen mening. En ja, hij was gewoon ziek, verslaafd… In vroegere jaren was hij aan de heroïne, maar daar is hij overheen gekomen. Hij heeft dat daarna gecompenseerd met alcohol. Hij dronk hééél erg veel. Te veel. En hij had ook heel slechte benen, trombosebenen. Dat speelde hem ook parten. En ten tijde van het laatste concert werd er kanker geconstateerd in zijn nek. Dat was het begin van het einde, eigenlijk. Ja, en toen heeft Vera in Groningen nog een benefietconcert gedaan, om geld op te halen voor zijn behandeling. Zelf heeft hij nooit veel geld gehad, Fred en Toody hebben hem altijd gesteund. Hij was een kind van hun een beetje. Ze onderhielden Andrew feitelijk, ze gaven hem maandelijks een salaris. Want als ze alles in één keer hadden gegeven… Hij was ook vrijgevig, gul… Dan was het meteen opgegaan natuurlijk. Zonder Fred en Toody had hij het zeker niet zo lang volgehouden.’

Hans: ‘Fred en Toody zijn ooit stiekem getrouwd. Want in de jaren 60 mocht de leader van een band niet getrouwd zijn hè. In het begin was zij zijn groupie. Zij wilde altijd bij hem blijven en ja, dan is het van: ga jij maar bas spelen. A match made in heaven, inderdaad. We gaan binnenkort weer naar ze kijken, want ze komen weer naar Nederland, dit keer als duo.’

‘Ik heb mijn winkels verkocht in 2005 en Music Maniac heb ik afgesloten in 2013. En mijn laatste activiteit, en daar ben ik het meest trots op, dat is ‘SCREAM LOUD! THE FENTON STORY,’ een 3-dubbelplaat. Ik heb daar 40 jaar aan gewerkt, de pareltjes uit mijn verzameling staan daarop. Zelfs de grootste hardcore-verzamelaar kent nog niet de helft daarvan! Weet je: er zijn een hoop verzamelaars, die delen niks, die gaan er bovenop zitten. Terwijl mijn visie is ‘good music should be shared.’


Op de plee in Almere

Zijn er bands van vandaag de dag die je interesseren?

‘Eh ja, The Allah-las bijvoorbeeld. En ik had hier een feestje in de tuin, nog maar twee jaar geleden. The Fuzztones speelden hier en toen… (roept naar de keuken) Angela, kom hoe heette die kerel nou ook alweer die toen ook speelde… potverdorie… de Syd Barrett van de Nederlandse muziek? (Wij in koor: ‘JACCO GARDNER!’) Ja, Jacco Gardner!, mooie plaat, hij had het hier erg naar zijn zin, lekker jointjes roken… Maar voor de rest: ik heb er geen affiniteit meer mee. Ik ga niet meer op zoek. Het is voor mij bíjna allemaal deja-vu. Allemaal een kopie van wat ik al lang daarvoor eerder had gehoord. ‘


Even snuffelen in Hans’s giga-verzameling

Hans’ en Angela’s leven is muziek. Ze leven er voor en ze leven er van. De underground, daar is het ze om te doen: ruwe, ongepolijste muziek, niet aangelengd uit commerciële belangen of om ego’s te behagen. Muziek die je perineum doet tintelen, muziek die dierlijke lusten opwekt en waarop het goed neuken of andersoortig bewegen is. De wereld veranderen door muziek, plaat voor plaat, liedje voor liedje. Muziek is een vorm van welvaart, de bijbehorende kennis pure rijkdom. En niet te vergeten: emotie!

Waar de meeste babyboomers in de jaren ’70 voor de kleurentelevisie en de afwasmachine en het leven van hun ouders kozen, zijn Angela en Hans hun eigen pad blijven bewandelen. Ze zijn met niks begonnen om van daar uit een bescheiden imperium op te bouwen. Een imperium waarin mensen en menselijkheid centraal staan, en natuurlijk muziek waar je compleet van uit plaat gaat. Hans en Angela geloven nog in dezelfde idealen als destijds. Dat neemt niet weg dat de schoorsteen moet roken en dat het door de wol geverfde zakenmensen zijn. Maar met het hart op de goede plek. Hans en Angela delen graag. Niet alleen hun liefde voor goede, onbekende muziek, maar ook de verhalen, hun huis en hun tijd.


‘Deze plaat moeten ze draaien op mijn begrafenis. Deur op slot en dan keihard zetten.’

© A Wolfshund-Snoeyschaer production

 

 

3

Comments

comments