Db’s is zondagavond maar matigjes gevuld als de Zwitserse gasten van KLAUS JOHANN GROBE de planken bestijgen. In eerste instantie werden ze twee jaar terug in Engeland opgepikt en dit jaar was daar plots dat debuutalbum op het hippe Chicago-label Trouble In Mind Records. “Im Zinne der Zeit” heet die (‘in het zintuig der tijd,’ dus), Ik had ‘m al een tijdje in huis, het is vriendelijke kamerpsych-met-een-tic wat de klok slaat. De Farfisa-orgelklanken passen verdraaid goed bij de Duitstalige teksten. Ja, een beetje ZZZ meets Can in dreamland, dunkt mij. Onderuit in die luie stoel, sigaartje erbij… Maar ondertussen wel flink afwijkend van het gangbare, met groovy bassen hier, een kwinkslag daar.
In Db’s is tot mijn überraschung het duo zoals we dat kennen van de plaat met een bassist uitgebreid. Gedrieën op een rijtje zitten ze daar, een beetje stoïcijns te musiceren. Op het eerste gezicht lijkt het op een clubje architectuurstudenten dat toevallig in de popmuziek verzeild is geraakt. Maar wacht even… al gauw blijken de live-uitvoeringen van de nummers een flinke poep krachtiger en feller dan op de plaat. Overtuigender ook. En die bassist blijkt een gouden greep want tjonge, wat zit dat jong op een verrukkelijk relaxte manier zijn strakke partijtjes te spelen.
Misschien dat het komt door de vormgeving van hun LP en clips, waarbij ze nadrukkelijk een melige, jaren ‘70 sfeer proberen te creëren, dat ik hun neo-schlagers toch het liefst onder de Neue Deutsche Welle zou willen scharen. Maar een Overvechtse whiskey-drinker die ook aanwezig was, wenst dit te bestrijden en zei dat we dit wel degelijk als retro-kraut dienen te bestempelen. Ach ja, whatever!
[youtube https://www.youtube.com/watch?v=3Ynd5BjVjjI]
Cold Pumas, hier nog met ze drieuh
Dan COLD PUMAS uit Brighton. Ze schijnen wel eens eerder in NL geweest te zijn maar ik ken ze niet en besluit me vandaag eens lekker te laten verrassen. Midvoor van de formatie is Patrick Fisher, een opvallend en rossig natuur-type (hallo Van Morrissson!) die er dusdanig uncool uitziet dat het bijna heftig is man! Hij drumt en zingt, lijkt mij best moeilijk te combineren (hallo Karen Carpenter!). Door zijn borstkas als klankkast te gebruiken maakt hij goed gebruik van zijn forse postuur, ja zingt hij als een nachtegaaltje (hallo Marc Sultan!). Als een gekooid nachtegaaltje weliswaar, want een zekere kwelling en gekte liggen altijd op de loer (hallo Adrian Borland!). Om hem heen staan drie flankspelers geobsedeerd de gitaar te bespelen. Onverstoorbaar raggen ze voort, hun poten stevig in de denkbeeldige klei, monotoon en repeterend, op den duur hypnotiserend bijna (hallo The Fall!).
Afijn, om heel kort te gaan: dit waren weer eens twee bijzondere bands mensuh. De thuisblijvers hadden weer eens zwaar ongelijk, en bovendien schijn je er enorm van te gaan stinken als je alwéér een hele avond in dat bankstel blijft hangen. Puh!
0