Left Of The Dial 2022, The Sequel

Ja, ja, het was me het weekendje wel in Rotterdam met dat Left Of The Dial. Snoeischaar schreef er al over, maar hij is nog het een en ander vergeten. Dat is begrijpelijk, want er gebeurt gewoon teveel op teveel verschillende plekken. Het festival geeft daarmee niet alleen een inkijkje in de veelkleurige kaleidoskoop van de huidige indiemuziek. Het is ook een ontdekjeplekje van Rotterdam, dat toch stiekem eigenlijk wel uitgaansstad nummer 1 is van Nederland.

Veruit onze favoriet van de vele zaaltjes die een podium beschikbaar hadden gesteld (of voor de gelegenheid in elkaar hadden geschroefd) was Perron. In het dagelijks leven is dat een dampende technoclub in een uitgewoond kantoorgebouw nabij Rotterdam Centraal. In dat hele gebouw is geen lichtknopje te bekennen, waardoor het er zo duister is dat je alleen aan de steeds plakkerigere vloer merkt dat je in de buurt van het podium komt. De zaal ontlokte een van de Britse bands de uitspraak dat het de meest creepy plek is waar ze ooit hebben opgetreden. En degenen die weleens een concert hebben bijgewoond in de kelder van een krakkemikkige Britse pub of uitgewoond Schots kraakpand weet dat dat wat wil zeggen. En voor de totaalbeleving is locatie niet onbelangrijk.

Kill Your Boyfriend: ze klinken zoals ze eruit zien

Dat merkten we bijvoorbeeld bij de show van het Italiaanse KILL YOUR BOYFRIEND, dat de vrijdag aftrapte in de bovenzaal van De Doelen. De compleet in zwarte kleding en zwarte zonnebrillen gehulde band detoneerde nogal in de deftige zaal met het blinkend gepoetste podium. De heren steken niet onder stoelen of banken dat ze hun mosterd hebben aangeschaft bij The Cramps, The Sisters Of Mercy en The Jesus & Mary Chain. De drummer staat zelfs achter net zo’n minimalistisch drumstel als Bobby Gillespie ooit. Muziek en band zouden daarom veel beter tot hun recht komen in juist een donkere spelonk als Perron. Gelukkig kunnen wij daar, ervaren concertbezoekers als wij zijn, een beetje doorheen luisteren. En wij hoorden dat het materiaal erg in orde is. Epigonisme is heus niet erg. Als je er maar eerlijk voor uitkomt. Bovendien heeft de band een paar kneiters van meestampers in hun achterzak. Later op de avond speelden ze wel in Perron. Wij waren daar niet bij, maar weten zeker dat ze daar de boel lekker in beweging hebben gebracht.

Zingende zusjes in de etalage

Ook in De Doelen speelde het Zweedse 7EBRA. Deze band dook alle festivaldagen op allerlei plekken op. 7ebra is een tweeling uit Malmö, waarvan de ene helft gitaar en de andere orgel speelt. De laatste zus stuurt daarnaast met haar voeten een drummachine aan. In de beste Abbatraditie is de ene zus blond en de andere donkerharig. En in diezelfde traditie klinken de nummers poppy, maar niet zonder diepgang. Spitsvondige teksten en een loepzuivere samenzang maken de cocktail extra smakelijk. De gezusters hebben een plaat opgenomen met de (uiteraard Zweedse) producer die ook de plaatjes van The Cardigans zo mooi laat klinken. Begin 2023 moet die uitkomen. Wij zijn begonnen met aftellen.

Bij HOTEL LUX waren we net te laat om op een comfortabele plaats in de zaal te kunnen staan. Jammer voor ons, maar wij gunnen deze band het succes dat ze verdienen. Een jaar of vier geleden speelden zij Shame, waarvoor zij supporterden, finaal van de mat met hun geluid dat het midden houdt tussen The Fall en de Pulp. Een van hun singles was zelfs te horen in de successerie Peaky Blinders. Een uitgestelde release van hun EP en Corona staken daarna een stokje voor een grote internationale triomftocht. Gelukkig zagen we het begin daarvan alsnog gestalte krijgen in dat stampvolle zaaltje van Perron.

De zaterdag bleek de dag van de toeters. In de ruime meerderheid van de bands die we die dag bezochten was een koperinstrument in het spel. We zagen en hoorden saxofoons in verschillende soorten en maten, maar ook een bugel, een trombone en zelfs zo’n tropische schelphoorn. Maar het bleek ook de internationale dag van de goede drummer te zijn.

Maruja, gelukkig geen jazz

De eerste toeter diende zich al vroeg op de dag aan. MARUJA uit Manchester maakt (we citeren het programmaboekje) “een interessante mix van jazz, post-punk en alt-rock”. Dat is een mix die we normaal liever aan ons voorbij laten gaan, maar nieuwsgierigheid trok ons toch al bij daglicht naar Rotown. Daar complimenteerde de zanger ons met onze aanwezigheid en bekende dat hij zelf op het tijdstip van spelen liever nog op een oor ligt. De band speelde er niet minder gretig om. Gelukkig had het allemaal niet veel met jazz van doen. De saxofoonspeler bleek een brutaal straatvechtertje, die steeds het publiek in dreigde te duiken. Dat we maar met een man of vijftien waren weerhield hem daar waarschijnlijk van. De zanger zweepte ons intussen op met zang en rap die af en toe het meest weg had van wat Rage Against The Machine vroeger zo goed kon. De hoofdrol was echter voor de drummer, die zich al voor de lunch compleet in het zweet had gewerkt met zijn drum&bass-breakbeats. Vroeger noemden we dat jungle, maar die ratelende beats kwamen toen gewoon uit de computer. Indrukwekkend om iemand dat uit zijn drumstel te zien toveren.

Herrie bij Abdomen

Tech Noir is een uitspanning dat geheel in jarentachtigstijl is ingericht en versierd. Dat heeft verder weinig verband met de bands die er spelen met Left Of The Dial. Wij kwamen namelijk voor ABDOMEN uit Leeuwarden en die spelen gewoon garage of misschien wel punk. Vijf minuten voor aanvang van het optreden was de spreekwoordelijke kip nog nergens te bekennen in het zaaltje, laat staan een bezoeker. Toen de band het podium betrad stroomde het gelukkig toch nog redelijk vol. Niet dat het de band iets leek te kunnen schelen. Die duwde namelijk vanaf het eerste nummer het gaspedaal diep in en met zijn drietjes bleken ze flink wat herrie te kunnen maken. Zanger Peter van Beets werkte zich gedreven en stoïcijns vanonder zo’n muts met oorkleppen door het repertoire heen. Zelfs een gebroken snaar kreeg hem niet uit zijn concentratie. Gewoon de gitaar aan de kant smijten en een andere pakken. Het viel ons op dat hij wel wat veel biertjes dronk tijdens het concert, maar hee: het is rock en roll hè. De interactie met het publiek kwam van drummer, wiens naam mij even niet bekend is. Wat hij vertelde had verder niet veel om het lijf. Zijn drumwerk des te meer. Op zeker moment leek hij wel twee of drie paar armen te hebben. Goede drummers leken een patroon te worden.

Toet toet, vrolijke noten bij Keg

De schrijvers van het programmaboekje vergeleken KEG uit Brighton met Devo. Daar kunnen wij ons wel iets bij voorstellen, maar bij ons schoot al snel Pottery door het hoofd. Het zevental (!) lijkt evenzoveel muzikale voorkeuren te hebben, maar weet daar toch een redelijk homogeen geheel van te smeden. De springerige zanger en net iets te grappige keyboardspeler zorgen tussen de nummers door voor wat vrolijke noten. Daardoor was het niet alleen dansen, maar ook lachen geblazen. Nummers zitten vol onverwachte hooks en grappige vondsten. Dat de trombonespeler zijn toeter ineens inruilde voor een grote schelp wekte daardoor eigenlijk niet eens zoveel verbazing. De vele vrolijke gezichten om ons heen bevestigen dat Keg goed voor je humeur is.

Rotterdamse supergroep

Naast al het internationale talent was er gelukkig ook ruimte voor lokale legendes. SACRIFICIAL CHANTING MOOD heeft een veel te ingewikkelde naam, maar bestaat wel uit het puikje van de Rotterdamse indiescene. Bandleden spelen of speelden eerder bij Rats On Rafts, The Sweet Release, Tramhaus en AC Berkheimer. Een soort supergroep dus. Meestal belooft dat weinig goeds, maar in dit geval is de som minstens even groot als de spreekwoordelijke delen. Twee weken geleden stond de band nog de show te stelen in het voorprogramma van Sorry in Ekko. Het vijftal past ternauwernood op het kleinste podium van Perron. Dat geeft een intiem beeld en dat past goed bij de muziek. De nummers zijn immers tijdens Corona als een soort kettingbrief tussen de twee frontvrouwen tot stand gekomen. Die intimiteit slaat snel over op het publiek dat de dames aan de lippen hangt. De bezwerende drone-achtige klanken (de geest van The Velvet Underground is ook hier sterk aanwezig) doen de rest. Fijn dat dit dus ook gewoon uit Nederlands komt.

Over HIGHSCHOOL is hier al het nodige geschreven. We houden het daarom kort. Wat ons opviel was dat de band veel tieners naar Rotown had getrokken, die een wat dweperige indruk maakten. Dat kan te maken hebben met de zwoel ogende bassist (denk de Henny Vrienten met oogpotlood van 1982), maar wij vermoeden dat ook de muziek een rol speelt. De band roept herinneringen op aan new-wavebands uit de jaren tachtig en klinkt tegelijkertijd modern. Highschool pakt de draad op die The Pains Of Being Pure At Heart een aantal jaar geleden liet liggen. De band speelt live met een drumcomputer. Dat wreekt zich een beetje omdat er daardoor wat dynamiek ontbreekt. Gelukkig zijn de goede nummers er wel, maar helemaal overtuigd waren wij nog niet. “De plaat was beter” was de conclusie van een van onze redacteuren.

O, o, wat lekker!

Dan nog even over O., dat toch wel de verrassing en revelatie van het festival bleek te zijn. De Snoei schreef er al over in zijn wedstrijdverslag. Wat bij dit duo als eerste opvalt is het virtuoze drumwerk van Tash Keary. Aanvankelijk lijkt dat zelfs zo goed dat je denkt dat het gaat afleiden. Maar al snel bespeur je een bijna erotische balans tussen het geluid dat Joe Henwood uit zijn saxofoon blaast en de reactie die Tash met haar drumstel geeft. Dit duo is zo goed op elkaar ingespeeld dat wij een liefdesrelatie vermoeden. Daarbij verleidt hij haar met zijn zwoele noten en bepaalt zij het ritme. Dat levert een fascinerende spanning op, die veel bezoekers hypnotiseerde. Er werd gedanst, er werd flink gejoeld en ons viel op dat nogal wat bezoekers hele films maakten van het concert. O. is nog maar net begonnen (de eerste single moet nog verschijnen), maar wij hopen ze snel weer ergens op een podium te zien.

Okee, nu zijn we wel klaar met Left Of The Dial 2022, op naar de editie van 2023.

0

Comments

comments