Je zou denken dat na de enerverende eerste dag LGW het alleen maar minder kon worden op dag twee. Maar nee, ook de tweede dag was het niveau hoog en het rendement goed. Hier en daar zat wel een vlekje, maar dat kunnen en willen wij de directie van het puikste festival van het westelijk halfrond niet aanrekenen. Vooruit met de geit dus.
Aan de Oudegracht opende WAMPIRE de festiviteiten. Eigenlijk was dat niet echt heel bijzonder. Daarbij moet ik aantekenen dat ik niet de hele set heb gezien. Bij binnenkomst was de band net bezig met hun niet heel bijzondere cover van Kraftwerks Das Modell. Na nog drie wel aardige liedjes sloot de band af met hun claim to fame, het indiehitje The Hearse. Leuk liedje, dat de meisjes wat deed hupsen, maar ik betwijfel of we ons deze band over een half jaar nog herinneren.
Duimpje omhoog voor Connan
Al een stuk beter werd het met het Nieuw-Zeelandse genie CONNAN MOCKASIN, wiens wat lijzige studiogeluid live wat meer vlees op de botten kreeg door een fijne ritmesectie. Vooral de bassist bracht de nodige kracht en swing. Connan begon zijn set met ons voorzichtig te vragen of hij een liedje van zijn nieuwe plaat mocht spelen. Dat mocht en na afloop bedankte hij ons vriendelijk voor applaudisseren. Na zijn “hit” It’s Choade My Dear vertelde Connan ons dat hij zich niet zo lekker voelde. Hij had teveel geslapen (?) en lange tijd niet voor publiek gestaan, zei hij. Hij leek zijn draai niet te vinden. Na een slokje port en nog een liedje begon Connan het publiek met zichtbaar genoegen te dirigeren in onnavolgbare samenzang. Grappig was het, maar Connan maakte toch een wat onstabiele indruk.
Na nog een nummer kwam de aap uit de mouw. Connan had met zijn band zitten blowen en zijn conclusie was: “Marihuana does things to your body.” Hij had er last van. Maar net toen hij met het publiek aan het overleggen was of hij het bijltje er bij neer moest gooien vanwege te stoned, herkende hij in het publiek een oude vriend, die hij terstond op het podium trok. Het bleek niemand minder dan King Khan, die wij de avond ervoor op hetzelfde podium nog in al zijn naaktheid hadden aanschouwd. King had zijn pronte hangbuik nu gelukkig opgeborgen in alledaagse kledij. De aanwezigheid van King op het podium bood Connan de steun die hij nodig had en zijn niet zo’n fijne trip boog zich langzaam maar zeker in de juiste richting. King deed met zijn gitaar dapper zijn best de band te volgen, die zich nu met plezier door de twintig minuten durende songcyclus It’s Your Body van hun laatste plaat begon te spacen. Ze brachten het er goed vanaf. En zo kwam het dus toch nog goed met Connan. Maar op deze plaats wil ik, in ons aller belang, lokale coffeeshopuitbaters op het hart drukken om aan nietsvermoedende buitenlandse muzikanten toch vooral de lightversie van de oudhollandse cannabis te slijten.
Ongezellig
Na Connan beklom DISAPPEARS het podium. Dat is de band van Brian Case, die eerder in het legendarische The Ponys speelde. Hier kunnen we kort over zijn: ik gun ieder zijn meug, maar dit was vooral erg ongezellige. Misschien was het contrast met de voorzichtige Connan te groot, maar na drie nummers gebeuk had ik het wel gehoord. Tijd om verder te gaan.
Drumtweeling van Absolutely Free
Naar Acu namelijk, waar ABSOLUTELY FREE op het programma stond. Deze band komt uit Toronto (als ik het goed verstaan heb) en heeft zich vernoemd naar een plaat van Frank Zappa. Tsja, dat moeten we ze dan maar vergeven. Aan de muziek hoor je het gelukkig niet af. De jongens toveren een lekker avontuurlijk en dansbaar geluid uit electronica, een gitaar en een dubbel drumstel. Helaas was de set wat aan de korte kant. Na een krap half uur spelen beëindigde de band hun show met megahit UFO. Dat was gepland, maar doorspelen had niet eens gekund, omdat beide drummers hun kit totaal aan gruzelementen hadden gespeeld.
Het had zo mooi kunnen zijn
Daarna begon het wachten op NO JOY. Het animo voor deze band was groot en het gezellige zaaltje van Acu barstte bijna uit zijn voegen. Het wachten duurde en duurde maar, terwijl het podium pijnlijk leeg bleef. Uiteindelijk durfde een dappere medewerker van Acu ons het slechte nieuws te brengen dat “No Joy is no show.” Dat leidde niet tot de volksopstand die Acu schijnbaar verwacht had (de dappere dodo van Acu had zich al onder een mengpaneel verscholen). Er werd hier en daar een schouder opgehaald en “jammer” en “kan gebeuren” gemompeld. Via de twitters bleek trouwens dat er allerminst sprake was van kwade opzet bij de band. Er was autopech in het spel.
We sloten de nacht dus maar af in De Helling, waar het feestje zijn hoogtpunt bereikt had en JC SATAN en JACUZZI BOYS mooie dingen deden die het publiek aanzette tot allerlei acrobatische capriolen, maar waar de heer Snoei al alles over gezegd heeft wat erover te zeggen is.
Op naar dag drie!
0
Rode draad van deze LGW is toch het fnuikend coffeeshopbezoek van de deelnemers.