Iedereen weet dat het festivalseizoen traditiegetrouw begint met Dauwpop in mei en zijn einde kent in het Tielse Appelpop begin september. Maar terwijl ruim honderdduizend bezoekers afgelopen wiekent in De Betuwe tussen de appels hun licht opstaken bij Merol, Meau en Meeuwis, zochten enkele honderden fijnproevers hun heil bij de garage-, postpunk- en indiemuziek die “muzikaal ontdekkingsfestival” (tekst uit de folder) Misty Fields in De Peel pleegt te bieden. Zij werden niet teleurgesteld. En al voor de vijftiende keer niet.
Allereerst maar even full disclosure: wij hadden nog nooit van Misty Fields gehoord. Dus dat dit al de vijftiende editie was, kwam voor ons als een complete verrassing. Wij waren afgelopen vrijdag helemaal voor de eerste keer te gast op het smaakvol ingerichte festivalterrein aan de Hollideeweg te Heusden. De reden voor onze aanwezigheid was vooral het optreden van GILLA BAND (jeweetwel: Girl Band). Maar ook de komst van PROTOMARTYR en BDRMM kon op ons enthousiasme rekenen. De beschrijving die de organisatoren op hun website van de overige bands gaf, trok ons definitief over de streep. De ene na de andere band die ze naar Brabant hadden gelokt, stond op het punt van doorbreken, werd door de Engelse muziekpers bestempeld als de nieuwe Oasis of had net een meesterwerk van een album afgeleverd. Veel bands hadden óf een scherp randje, óf waren dansbaar. Sommigen zelfs allebei. Superlatieven schoten te kort om het aanbod te omschrijven. Hup, wij naar Heusden dus.
Op het festivalterrein hadden de organisatoren trots de affiches van de afgelopen jaren opgehangen. Die brachten toch enige nuance bij de verwachtingen van het aanbod van bands. Uit al die lijstjes ontwaarden wij weinig bands die na een optreden in Heusden Echt Groot waren geworden. Dat beloofde eigenlijk weinig goeds voor het grootste deel van de optredende artiesten. Maar wij hebben verder geen slapende honden wakker gemaakt. Ook van bands waarvan je later nooit meer iets hoort, kun je immers drie kwartier intens genieten.
Uit het ruime aanbod van bands en artiesten destilleerden wij twee categorieën: zij die hun spreekwoordelijke shit together hebben en zij die nog op zoek zijn naar hun shit. Ook dit zegt niks over kwaliteit, want weinig is zo leuk om een band voor je ogen te zien zoeken naar hun identiteit.
Neem nou bijvoorbeeld HOLIDAY GHOSTS. Deze band uit Cornwall verandert per nummer van zanger en van stijl. Denk je ze het ene nummer in het C86-janglehokje te kunnen duwen, spelen ze het nummer daarna ineens weer country. Tijdens de soundcheck brengt de zingende drumster ons haar versie van I Will Survive, maar die laat ze tijdens de set helaas achterwege . Als de band te vroeg het podium dreigt te verlaten roept het publiek om meer en krijgt een toegift van drie ultrakorte nummers. De band bestaat al meer dan vijf jaar, dus genoeg materiaal achter de hand. Het geeft ook aan dat deze band er gewoon voor gekozen heeft om niet stijlvast te zijn en zich daar heppie bij voelt. More power to them!
Ook PVA heeft zijn zaakjes nog niet helemaal op orde. Dit trio uit Londen maakt elektronische muziek voor op te dansen. Met wat goede wil zou je ze een wat vrolijker variant van Working Men’s Club kunnen noemen (maar niet te vrolijk hè). Helaas hadden ze nog niet al hun elektronica helemaal in bedwang. De soundcheck duurde bovenmatig lang. Desondanks ging het eerste nummer nogal de mist in. Gelukkig herpakte de band zich goed en wist een lekkere set uit hun wonderorgels te toveren. Het enthousiasme van het publiek gaf de band zelfvertrouwen en er verschenen zelfs glimlachjes rond de bleke Britse smoeltjes. Op 12 november speelt PVA in Rotown te Rotterdam. Wij gaan daar eens goed bekijken welke progressie de band dan gemaakt heeft. Er zit namelijk meer in dit gezelschap dan we daar op De Peel te zien kregen.
CHAPPAQUA WRESTLING komt uit Manchester, dus dan zit het wel goed denk je. Niet helemaal… Deze band heeft wel de looks van een moderne indieband (slecht zittende kleding uit de kringloopwinkel, gecombineerd met dure kapsels), maar ze klinken in onze oren veels te netjes om geloofwaardig te zijn. “Oasis meets Slowdive en The Stone Roses meets Joy Division” juichte de folder. Wij haalden dat er niet helemaal uit. Niet dat het slecht was ofzo. We misten alleen die pakkende nummers die een band iets meer maken dan dertien in een dozijn. Maar ja, wat niet is kan nog komen natuurlijk.
Maar er waren uiteraard ook bands die een stuk verder zijn in hun ontwikkeling. TALK SHOW is daar een voorbeeld van. Ondanks die wat suffe naam wist deze band op de vrijdagavond het publiek voor het eerst flink in beweging te krijgen. We troffen de band bij het laatste optreden van hun Europese tour. Ze wisten dus precies hoe ze de juiste knoppen bij het publiek moesten indrukken. Binnen drie nummers trok de energieke zanger zijn bovenkleding uit en begon het Brabantse volk vakkundig te mennen met wat we voor het gemak maar even indierap zullen noemen. Dat was niet tegen dovenmansoren, met een vrolijke moshpit tot gevolg. Het festival was definitief geopend.
NIGHT BEATS kwam daarna. Dan weet je gewoon wat je krijgt en dat het goed is. Danny Lee Blackwell werd dit keer geflankeerd door een ritmesectie die zo weggelopen leek uit de studio’s van Stax. Een stoïcijns ogende bassist toverde elastische grooves uit zijn instrument. Zonder blikken of blozen volgde hij het soepele gitaarspel van zijn bandleider. De drummer voegde een luie swing toe. Als u ons een onderscheid tussen genders toestaat, willen wij eraan toevoegen dat ons opviel dat de vrouwtjes hier hard op leken te gaan. Doe er uw voordeel mee!
Aan GILLA BAND maken we verder niet veel woorden vuil. Dit fenomeen uit Dublin komt het best tot zijn recht op een podium. We hebben er vaker over geschreven: hier, hier, hier en hier. Zanger Dara Kiely was een paar pondjes aangekomen sinds we hem de laatste keer zagen. Mede door zijn baard zwarte pak leek hij sprekend op de Jim Morrisson uit 1971. Met zijn maten dwong hij de volle tent bezoekers een keuze te maken: vóór of tegen. Een middenweg was er niet. Na drie nummers wezen onze tellingen uit dat de helft van de tent was leeggespeeld. De overgebleven bezoekers werkten zichzelf in het zweet bij klanken die de definitie van muziek veranderen. Ook deze heren (m/v/x/) spelen in November in Rotterdam. Doe maar snel een kaartje kopen.
Ook over BDRMM schreven we eerder (hiero) vooral lovend. Vrijdag mochten ze de eerste festivaldag afsluiten. Dat had zijn hoogtepunten, maar ook zijn mindere momenten. Net als in Tivoli lukte het de band niet om de hele set de aandacht van het publiek vast te houden. En ook dit keer lagen daar technische problemen aan ten grondslag. Gelukkig hadden de meeste bezoekers inmiddels aardig wat van het lokale speciaalbier genuttigd, waardoor er geen enkele kniesoor was die daar om maalde.
Op de tweede festivaldag was er uiteraard weer een groot aanbod van muziek. Wij serveren even snel de krenten uit de pap.
Van LIME GARDEN hadden wij hoge verwachtingen. Dit gezelschap komt namelijk uit Brighton en dat staat toch wijd en zijd bekend om zijn bovengemiddelde artistiekerigheid. Maar ook deze band bleek nog een beetje op zoek naar zijn diepere bestaansrecht, zo bleek. De gitarist speelde funky partijen en deed af en toe een wat oriëntaals aandoend dansje. De bassist had haar instrument ternauwernood onder controle, de zangeres is wereldkampioen olijke grimassen trekken en de drummer hadden ze helaas verstopt achter een grote stapel versterkers. De zangeres was ook nog eens ziek, waardoor we een korte set te horen kregen (later die middag bleek ze haar ziekte weg aan het drinken te zijn in de bar met speciaalbier – slim!). De dames (hopelijk misidentificeer ik nu niemand) hebben zeker wat in hun mars, maar het kwam er zaterdag niet helemaal uit.
Anders was dat bij BEHARI. Deze vriendelijke Noor vertelde ons dat hij met zijn band om 6 uur ’s ochtend in het vliegtuig was gestapt, speciaal om voor ons te spelen. Dat maakte het extra jammer dat weinig bezoeker de weg naar zijn podium hebben kunnen vinden. Behari raakt de wat gevoeliger snaar en die beroert de Brabander blijkbaar niet. Dat is jammer want Behari speelde met zijn band een set met mooie ingetogen liedjes. Omdat ze uit Noorwegen komen denk je dan als snel aan The Kings Of Convenience en dat deden wij dus ook. Zij het dan in enkelvoud.
Tegen de avond kwam de boel lekker op stoom met wat het hoogtepunt van het festival bleek te zijn (ja, met uitzondering van Gilla Band dan, maar die zijn hors concour). JUST MUSTARD bleken we al een keer gezien te hebben als voorprogramma van Fontaines DC. Toen maakte de band weinig indruk. Dat kwam vooral omdat we te druk waren om een goed plekje te vinden in die toen veel te krappe zaal. Maar nu, met wat rust in de kop die Brabant je toch brengt, hebben we het eens goed op ons laten inwerken. En ondanks de nogal onnozele bandnaam is Just Mustard een band die shoegaze nu eens wel begrijpt en eigenhandig naar een hoger plan tilt. Niet voor niets komt de band, net als My Bloody Valentine, uit Ierland. Wij waren vooral onder de indruk van zangeres Katie Ball, die haar stem als een instrument gebruikt die ze naadloos laat meespelen met de gitaren. 7 oktober speelt Just Mustard in de Ekko te Utrecht. Misschien leuk om eens heen te gaan.
Bij SPRINTS mochten de voetjes weer van de vloer. Deze band – alweer uit Ierland – is geïnspireerd door Savages. Dat hoorden we er niet meteen in, maar het was wel een energiek geheel. De frontvrouw zweepte de boel lekker op en sprong een aantal keer pardoes tussen het publiek. Als toegift kregen we nog een fijne mashup van Wet Leg en Le Tigre voorgeschoteld. Je kunt je voorstellen dat het feest toen compleet was. Hoewel de zangeres aan het einde van de set iedereen aanspoorde om na afloop bier voor haar te kopen, keek ze toch een beetje verschrikt toen wij haar wat aanboden. eigenaardig…
PROTOMARTY deed vervolgens wat Protomartyr goed kan: de Protomartyr uithangen. We hebben het weer eens allemaal goed bekeken en beluisterd en het viel ons dit keer op hoe ontzettend strak die band speelt. Net als The Fall in de latere jaren is het bijna een soort Rush geworden. En dat bedoelen we in de goede zin van het woord. Zanger Joe Casey is verder natuurlijk gewoon een waanzinnig goede acteur, die erg naturel en met perfecte timing zijn teksten toevoegt. Dat de band veel fans heeft zagen we aan de talloze lippen die om ons heen meebewogen met de voordracht van Casey. Eigenlijk zou een van onze sterreporters het concert van de Protomartyr in Utrecht verslaan, maar hij had zich helaas een dag verslapen. Maar gelukkig hebben we wel wat schitterende foto’s uit Ekko. En een zeer belangrijke toevoeging van die kenner: de toetseniste/gitariste van Protomarty is niemand minder dan Kelley Deal. Dat had ik van zijn levensdagen zelf nooit geraden.
Met TRAAMS kwam er voor ons een einde aan de eerste keer Misty Fields. Eigenlijk was er niet eens zoveel opzienbarends aan dat concert. Wel lekker ofzo, maar niet superbijzonder. Totdat we ineens Joe Casey in de coulissen vanachter een gordijntje naar het podium zagen koekeloeren. Hij stond zich daar lekker te vermaken, dat zag je duidelijk. Maar ineens sprong hij het podium op om lekker een nummertje mee te zingen met Traams. Dat was natuurlijk erg geinig en een mooie kers op de taart die Misty Fields heet.
Volgend jaar nog een keer? Denk het wel!
Met dank aan Frank D.
Bepaalde foto’s door frank D, Electricboellie en Miss T.
0
One thought on “Misty Fields laten wij voortaan niet meer links liggen”
Comments are closed.