De documentaire “40 jaar Normaal,” onlangs op TV uitgezonden, bleek een hit van jewelste. Ruim een miljoen kiekers bij de eerste vertoning, en nog zo’n zelfde aantal erbij toen het kort erna herhaald werd. In die uitzending wordt vooral teruggekeken, en daarmee is het meteen een mooie ouverture bij de afscheidsveldtocht die Normaal thans onderneemt. Ze treden steeds op met flinke rustpauzes van een week ofzo ertussen, immers al die jaren van ‘zoep’n en over de wieven kroep’n’ heeft een flinke wissel getrokken op de kerls. Wil je Normaal nog eenmaal in volle glorie aanschouwen? Wees er dan als de kippen bij, in een stuk of negen dorpen spelen ze nog, daarna is het finito en de kaartverkoop gaat snel.
Yep even slikken wel, maar het besluit slaat vast. Normaal houdt ermee op en zodoende wordt met de periode 1975-2015 een mooi staaltje cultureel erfgoed in een mooi rond aantal jaren afgesloten. Als in Steenwijkerwold ‘Alie’ ingezet wordt (wie kent het niet: “Alie is een deerntjen van amper 18 joar, zie zut mien echt wel zitten maar heur pa steet altied kloar’) dan merkt Buizen Berend fijntjes op dat het onderwerp van zijn verlangen inmiddels ook al een jaartje of 58 moet zijn. Ik bedoel maar te zeggen: niet alleen de band wordt oud, ook hun liedjes en de bezongen onderwerpen groeien geleidelijk mee richting bejoardentehuus.
Aan het begin van de avond is het nog rustig. Over de blubber is stro gestrooid. Later op de avond lopen duizenden mensen daar opgewekt doorheen te banjeren.
Aan het publiek in Steenwijkerwold is dat echter niet af te zien, want jong en oud slaan de handen ineeen en maken er een wild feest van zoals ze dat alleen op het platteland kunnen. Het optreden mag dan wel in de middle of nowhere plaatsvinden, de feesttent is tjokvol met (schat ik) een mannetje of 5000. In verschillende hoeken van de tent slaan hele gezinnen in het halfdonker aan het daldeëen en, niet te geloven, rond een uur of 1.30 uur ‘s nachts ontwaar ik een meisje van een jaar of tien dat gewoon keihard staat te høken.
Cultureel erfgoed had ik het over. De meeste van de nummers zijn overbekend of klinken vertrouwd in de oren. Niet alleen ‘Oerend Hard,’ ‘Alie’ en ‘Ik Bun Moar Een Eenvoudige Boerenlul,’ maar ook bij mij in het geheugen weggezakte nummers als ‘Deurdonderen’ of ‘De Motorcross is OHIO’ blijken regelrechte live-knallers. Kippenvelmomentje doet zijn intrede als ‘Ik mos pissen’ uit duizenden kelen uit volle borst meezongen wordt. En als Wimpken van Diene het verbeten bluesje ‘Noar t Cafe,’ afkomstig van hun debuut LP uit 1977 inzet krijgt de schrijver dezes het zelfs bijna even te kwoad, vermoedelijk vanwege een overdosis bekendheid met het onderwerp.
‘Iederen zondagmorgen mos ik noar de kark
Ik zag dat nooit zo zitten dus zocht ik ander wark
Ik reed met mienen Sparta wel zes keer door ’n allee
Ik kon joa niks bedenken moar ineens kre’k n goed idee
Hee hee hee
Noar t cafe”
Op de keper beschouwd kunnen we de live-muziek van Normaal beschouwen als een krachtig mengsel van rock ‘n’ roll, boogie-blues en hoempa, hier en daar overgoten met een plens zydeco, country of zelfs reggae. De twee gitaristen (Bennie en Jan Willem) wisselen elkaar steeds af met bijzonder smaakvol gespeelde, kraakhelder klinkende, karakteristieke partijen waar Ron en Keef een punt oan kunnen zuigen. Bennie steekt daar weer bovenuit met een paar zeer fraaie slidegitaarsolo’s. Ik zeg je, en wellicht ten overvloede: deze gasten verdienen R>E>S>P>E>C>T.
Dat het met de gezondhied van de thans bijna 69-jarige Buizen Berend niet zo goed gesteld is en dat de schorre vocalen uit zijn tenen moeten komen, dat wisten we al. Maar dat hij om de vijf nummers een kwartiertje achter de coulissen duikt om daar bij te komen met van die anti-astma pufjes dat maakt het wel schrijnend. Ook omdat er dan plots een gezichtsloze band op het podium achterblijft, die ook nog eens, sinds het overlijden van Brekken Jan Schampschot vorig jaar, voor driekwart uit non-originals bestoat. Ofwel: Bennie = Normaal! Stoppen = Normaal! Bedankt Normaal!
0