Pop & art extravaganza in Kunsthal

‘Black album / white cube, a journey into art and music’, zo luidt voluit de titel van de expositie die aanstaande zaterdag in De Kunsthal van start gaat. Of zoals het persbericht zegt: ‘Bijna tweehonderd hedendaagse kunstwerken, waaronder installaties, sculpturen, foto’s, video’s en schilderijen, laten zien wat er gebeurt als de werelden van beeldende kunst en popmuziek elkaar kruisen.’ De Kunsthal, als niet vet gesubsidieerde instelling altijd al dol geweest op blockbusters, pakt groots uit: van 35 kunstenaars is er werk te zien, en allemaal werk dat dicht tegen popmuziek aanhangt, terwijl muzikanten er zelf niet of nauwelijks bij betrokken zijn/waren. Het is de geheimzinnige aantrekkingskracht van popmuziek die hier wordt ingezet als publieksmagneet. Wat daar mis mee is? Hm, nou niks eigenlijk!

Sleutelmoment in de geschiedenis van de popmuziek: Madonna kisses Britney (2019), waterverf van Radenko Milak

Wat is er te zien dan? We pikken er even een paar uit. Om te beginnen Peter Saville. Hij heeft de afgelopen 40 jaar met lede ogen moeten aanzien hoe zijn beroemde hoesontwerp, based on the zig-zag radio frequency of a dying star, voor JOY DIVISION’s Unknown Pleasures een drastische verandering in beleving onderging. Van een raadselachtig doch smaakvol symbool van de tegenbeweging verwerd het tot een hol en nietszeggend ‘dingetje’ dat in toenemende mate te pas en te onpas misbruikt werd voor allerlei commerciële toepassingen, geheel passend in de lijn van ‘Cool Brittannia’ zoals Tony Blair dat destijds al voor zich zag. Aanvankelijk beperkte het uitmelken van het logo zich tot onschuldige en goed bedoelde fan-uitingen zoals T-shirtjes, posters, buttons, maar weldra kwamen we het ontwerp net zo makkelijk tegen op hoeslakens, deurmatten en mondkapjes tot aan keukendesigns aan toe. Nu kunnen wij ons voorstellen dat zoiets de afschuw opwekt van de bedenker ervan, but not with Peter Saville. Je ken d’r ook iets creatiefs mee doen, moet hij overdacht hebben en prompt flanste hij een museaal verantwoorde installatie in elkaar waarbij al het jat- en hommagewerk in een vloeiende videomontage bijeenkomt.

Waarschijnlijk niet te zien in de Kunsthal

Een essentieel verschil tussen beeldende kunst en popmuziek is dat het in kunst vaak om unica gaat terwijl popmuziek een typische uiting van massacultuur is. Dat laatste is bij uitstek het geval bij zogenaamde klassieke platen want vaak worden daarvan eindeloos veel exemplaren gefabriceerd. Van ‘The White Album’ van THE BEATLES bijvoorbeeld verschenen (ik heb het even opgezocht) volgens Discogs in de loop der jaren al zo’n 570 edities/persingen. Daar kwam bij dat EMI aanvankelijk elk exemplaar uniek nummerde, en dat hielden ze vol tot circa 1970, toen er al zo’n drie miljoen stuks verkocht waren. Voor de Amerikaanse kunstenaar Rutherford Chang een mooi uitgangspunt. Hij verzamelt genummerde White Albums en heeft er al zo’n 3000 in bezit. Hij fotografeert de hoezen (van zichzelf ooit een poging tot minimalisme van Richard Hamilton) en zet die stuk voor stuk hier https://www.instagram.com/webuywhitealbums/ online.

Zijn installatie in de Kunsthal, uiteraard ook geheel in het wit uitgevoerd, oogt bijna als de platenzaak uit Kubrick’s Clockwork Orange, maar dan met alleen maar White Albums in de rekken. Omdat het allemaal tweedehandsjes zijn en overal op de platen gebruikerssporen zichtbaar zijn is toch ieder exemplaar weer anders en heeft feitelijk iedere plaat zijn eigen verhaal. Een mooi contrast dus tussen het wit-anonieme fabrieksvoortbrengsel en dat ultra-persoonlijke gebruikersding, en zoiets maakt het zaakje ook conceptueel interessant en vanuit dat oogpunt moet je de installatie ook bekijken.

Ook mijn exemplaar is uniek!

Een belangrijk achtergrondfiguur bij KRAFTWERK was Emil Schult, Tijdens hun gouden periode, zeg maar van Autobahn tot en met Computer World, was hij niet alleen vertrouwensman en tourmanager, maar vooral ook medecomponist en de creatieve-man-op-de-achtergrond die zorg droeg voor allerlei artwork. Zo is de tekst van ‘Das Model’ mede van zijn hand en sierde een schilderij van hem de hoes van ‘Autobahn’’. Geluksvogels als ik, zij die een vroege editie van LP Trans Europa Express in huis hebben, zwijmelen weg bij de bijgevoegde poster waarbij de heren heel ironisch achter een oer-Duits Raststätte-tafeltje poseren met op de achtergrond een oer-romantisch Alpenlandschap, dat ook is is geschilderd door Schult. Anno nu is de goede man is nog steeds artistiek actief, een schilderij uit 2010, overduidelijk gebaseerd op Autobahn, is in de Kunsthal te bewonderen. Hopelijk is er ook oorspronkelijk Kraftwerk-artwork van hem te zien, dat is mij nog niet helemaal duidelijk.

Twee keer Emil Schult: de oorspronkelijke Autobahn-hoes en de geschilderde achtergrond bij de Trans Europa Express-poster

Kim Gordon kennen we allemaal als feminien stijlicoon en van haar tumultueuze vechtscheiding met Thurston Moore, alsmede  -gut zeg, je zou het bijna vergeten-  van haar werk als gitariste/zangeres bij SONIC YOUTH. Maar ook met de kwast kan ze goed overweg, dat ze schildert is algemeen bekend. In 2008 had ze in het Glaspaleis te Geleen al eens een solo-tentoonstelling en nu gaat ze dus een stapje hogerop in de Kunsthal. Ikzelf roeptoeter altijd tegen een ieder die het maar wil horen (en dat zijn er nogal wat) dat popmuziek teamsport is en dat het geheel vrijwel altijd meer blijkt te zijn dan de som der delen en dat Sonic Youth daar een schoolvoorbeeld van is. Ik bedoel, vrijwel al hun solo-escapades en -platen komen/kwamen mij nogal ondermaats en spanningsloos voor, dus benieuwd of dappere Kimmetje ons nu eens van het tegendeel gaat overtuigen.

Links ‘Britney #2,’ C-print op aluminium dibond, van Phil Collins (nee, niet hij!). Rechts ‘Weak Sisters’ een schilderij van Kim Gordon,

Curator van de expo is ene Max Dax, hoofdredacteur van het Duitse popbaadje Spex. Vorig jaar was hij in de Hamburgse Deichtor Hallen al betrokken bij een eerdere versie van deze expo. Daar kreeg het de titel ‘Hyper! A journey into art and music’ mee. Dat maakt meteen nieuwsgierig waarom in Rotjeknor de titel Black album / white cube gebruikt wordt en waar dat op gebaseerd is. Dus kom op, dat meteen maar eens nagevraagd bij de Kunsthal. Welnu, het blijkt niets te maken te hebben met ‘The Black Album van Jay-Z, noch is het een directe referentie aan die witte Beatlesplaat. Wel wordt ermee gedoeld op de omstreden, nooit officieel verschenen The Black Album van Prince, dat men kennelijk een mooi tegenstelling vindt vormen met de museale term ‘white cube’ dat staat voor een goed uitgelichte, maagdelijk witte expositiezaal waar kunst (volgens velen) het meest optimaal tot zijn recht komt. Weten we dat ook weer! Overigens waren er daar in Hamburg ook popmusici betrokken (The KLF, Palais Schaumburg) maar ja, dat waren pre-corona tijden.

Over Corona gesproken. Een officiële openingshandeling met verveeld kijkende, bubbles-nippende genodigden van vlees en bloed is er dit keer niet bij, behalve dat het Rotterdamse online radiostation Operator er drie avondenlang muzikaal bij stil staat. Kunsthalbezoekers moeten online reserveren en krijgen dan een tijdslot toebedeeld. Of een mondkapje, misschien wel eentje met een Joy Division-print, vervolgens bij de ingang uitgereikt wordt vermeldt de Kunsthal-website niet.

0

Comments

comments