De Helling, zondagavond. Vers van de lopende band gerold van de Top Notch-hitfabriek van Kees de Koning, staat zij daar te shinen, die kleine, geblondeerde Hazes. Eerste indruk: wat is ze kek uitgedost! Een zomers ensemble met een fleurige print van reuzenbloemen erop, pofmouwen, hele blote schouders en een dikke strook ontblote buik. Ze durft wel, maar ja, Rox is dan ook geen verlegen type, eerder flamboyant. Vergeet niet, ze staat haar ganse leven al in de schijnwerpers en bovendien, ze heeft wel voor hetere vuren gestaan. De Ziggo Dome en Ahoy kent ze als de binnenkant van haar handtasje, en een tent als de Helling waar krap 250 man in kunnen, daar zou ze normaliter haar neus voor optrekken. Ware het niet dat er een plan voor haar uitgestippeld is, want eerst zullen de hippe zaaltjes van Nederland bespeeld worden.
Laat die plannenmakerij maar aan Top Notch over. ‘Mental Kees’ is een duivelse vent die al vaker aangetoond heeft een fijne neus te hebben voor zaken waar tóch een markt voor blijkt te zijn. Neem die bijna onnozele volks-nederhop (Gers Pardoel, Lange Frans) of Damaru & Jantje Smit’s über-foute ‘Tuintje in mijn Hart,’ of Kenny B’s ‘Parijs’….Hoe dieper je wenkbrauwen zich gaan fronsen en je je bedenkt dat hij de plank nu wel héél lelijk misslaat, hoe meer blijkt dat je er zèlf naast zit omdat hij alwéér een vette nummer 1 hit in handen heeft. Bij Roxeanne Hazes is het niet anders. Want een behoorlijke ‘miscast’ leek zij mij in eerste instantie. Ik moest er een half jaartje terug zelfs even heimelijk om grinniken: een (volgens haarzelf) ‘TROS-meisje,’ de dochter van een voormalige, op Heineken, Camel Filter en Prisma Rijmwoordenboeken lopende volkszanger als ongenaakbare vamp? Een Mokumse scootergirl als de Hollandse Lana del Rey? Ik dacht het niet!
Maar toch wel. Okay, natuurlijk komt Rox van de Top Notch-tekentafel, maar Michael Jackson kwam toch ook van de Motown-tekentafel? Dankzij de almacht van Top Notch is zij in korte tijd salon-fähig geworden en tot ‘huisband’ van DWDD gebombardeerd. Maar op eigen kracht kan zij ook dingen. Bij nadere beluistering van haar recente plaat ‘In mijn Bloed’ blijken nummers als ‘Ik was toch je Meisje’ en ‘Vannacht’ gewoon prima in elkaar zittende liedjes, waarbij de verfrissende en pittige teksten (‘Ach fok it / wat jij flikt is niet normaal / ik trap niet meer in die shit van jou’ / enz) ervoor te zorgen dat je ze niet makkelijk vergeet.
In haar teksten zet Rox zichzelf bewust neer als meid-van-de-wereld. Eentje die van alles al meegemaakt heeft, die ongenaakbaar is en genadeloos kan zijn ten overstaan van het gajes dat zich vriendje durft te nomen. Dat doet ze op de volkse cadans van hunkering, ontrouw/overspel, afscheid en spijt. Want volks is ze wel degelijk, Rox is meer Sieneke dan Lana del Rey, of zo je wilt (en nu hou ik even rekening met de oudere lezer) meer Tante Leen dan Marlène Dietrich. ‘Moet je zien hoe jij daar staat, als een vuile psychopaat,’ zing ze in ‘Schiet maar raak.’ Stoer, maar toch. Deep inside is zij net als elke andere vamp; een kwetsbaar meiske dat blijft hunkeren naar die ene ongrijpbare hunk, en dat is meteen haar drijfveer.
Maar het is niet alleen maar halleluja bij Rox, want ze mag in De Helling dan wel trots vertellen er drie jaar over gedaan te hebben om een eigen stijl en sound te vinden, live komt dat allerminst uit de verf. Haar begeleidingsband bestaat uit vijf goed uitziende, goedlachse, fris gekapte rockacademy-uitstromers waarvan die ene achter de laptop de hoofdrol opeist. Muzikaal hebben ze best wel wat in hun mars en dat is meteen ook het probleem. Want niet gehinderd door enig benul omtrent gewenste stijlvastheid schiet het stuurloos van Daft Punk- en Nile Rodgers-achtige disco-funk naar gezellige meezingers, naar Nederhouse-met-stroboscoop, naar een hardrock-ouverture-met gitaarsolo’s. Jazeker, kunde en kennis kunnen een musicerend mens deerlijk in de weg zitten!
Terwijl Rox tussen twee nummers door het (opvallend jonge) Utrechtse publiek “Utreg me stadsie’ laat inzetten (geen woord echter over de glorieuze overwinning van FC Utrecht op Ajax die middag), moet ik onwillekeurig even terugdenken aan die befaamde Andre Hazes-docu ‘Zij Gelooft in Mij.’ De tragiek van een zoon wiens levenslot bepaald wordt door een alcoholische-vader-met-losse-handjes, daar ging het volgens mij over. Destijds zagen we vooral dat, maar dat diezelfde zoon in diezelfde docu zijn eigen kroos afsnauwde, daar keken we gemakshalve overheen. Anno 2017 zijn de Rox en Dreetje van toen groter gegroeid en aangezien ellende in de familie altijd erfelijk is zijn de gevolgen nu goed zichtbaar: moeder Rachel kampt met zware depressieverschijnselen, kleine Dré wil zijn moeder en zus niet meer onder ogen komen en Rox zelf zat op haar 16e al middenin het huiselijke geweld van haar vriendje, zo vertelde ze laatst nog kwiek bij Pauw.
Hebbedingetje: de setlist!
Maar Rox is opgekrabbeld, laat dat duidelijk zijn. Ze is bezig aan een wederopstanding, met dank aan Kees de Koning. Dan maakt het niet zoveel uit dat ze voor een heel concert (aanvang: stipt om 21.30 uur, einde: stipt om 22.30 uur) simpelweg nog te weinig materiaal heeft. Ze redt zich er makkelijk uit met een meedein-cover (‘Omarm’ van Blöf) en een medley (welke lomperik laat in hemelsnaam ‘de nacht’ rijmen op ‘als Rembrandt loop ik de wacht’?). Als na een klein uurtje plots het laatste nummer al aangebroken blijkt te zijn zegt ze heel innemend dat ze zo meteen (‘eerst nog even naar de wc’) in de foyer zal aanschuiven om handtekeningen te zetten en ‘iedereen te omhelzen.’ Dat blijkt een goeie zet want in plaats van om een toegift te zeuren stroomt het publiek meteen na afloop verwachtingsvol de zaal uit richting foyer. Zo’n snelle ontruiming, is dat niet de droom zijn van iedere zaalhouder? Nee, die Rox komt er wel!
0