Gisteravond streek Anton Newcombe met zijn bonte bende bohemiens weer eens neer in Amsterdam. Het was zaterdagavond en voor de band de laatste show van zijn Europese voorjaarstour. Zowel op het podium als in de toch best redelijke uitverkochte grote zaal van De Melkweg had men er dus zin in.
Het werd dan ook een gedenkwaardige avond, met ruimte voor de gebruikelijke nukken van de geniale bandleider, maar vooral voor een dwarsdoorsnede van twee uur en drie kwartier uit twintig jaar oeuvre van The Brian Jonestown Massacre. Wij likten er onze vingers en allerlei andere lichaamsdelen bij af.
Drie maanden eerder zagen we de band nog in Manchester, waar het als headliner speelde op het lokale Cosmosis-festival. Het viel ons toen op dat de band daar zo populair was. Anton en zijn vrienden trokken op dat festival zelfs een groter publiek dan The Jesus & Mary Chain en iedere bezoeker leek alle plaatjes van de band (zestien alweer!) te kennen.
In het kleinere hoofdstedelijke zaaltje konden we gisteren de boel nog eens op ons gemak naluisteren. Toen viel bij ons het kwartje. Het geluid van The Brian Jonestown Massacre leunt namelijk niet alleen op het meer psychedelische werk van The Velvet Underground, The Rolling Stones en The Grateful Dead, het is daarenboven onmiskenbaar baggy. De band, in 1988 opgericht als shoegazegezelschap, zet de Madchester-traditie voort die begin jaren negentig door The Stone Roses, Primal Scream en Happy Mondays verweesd is achtergelaten. Compleet met dat funky-drummergeluidje waar Reni van The Stone Roses het patent op had.
Toen grunge en britpop Madchester uit Groot-Brittannië verdreven, zat Anton in zijn flophouse in LA gewoon lekker verder te vlassen op het genre. Met de hevig bebakkebaarde tamboerijn- en sambabalvirtuoos Joel Gion had hij ook nog eens een eigen Bez in de gelederen. Geen wonder dat Manchesternezen er zo hard op gaan. Overigens: Amsterdammers, al dan niet geholpen door een pilletje, wat poeder of een kruidensigaret, konden er gisteren ook wat van. Het speesde de spreekwoordelijke pan uit.
Heel veel meer ga ik er niet over melden, hoor. Ik wil deze gelegenheid eigenlijk vooral aangrijpen om wat dieper in te gaan op een van de vele klassiekers van de band van Anton: When Jokers Attack uit 2003.
Door wat materiaalpech van Anton gisteravond (waar hij uiteraard zo woedend over was dat hij voor enige tijd het podium moest verlaten) was het in De Melkweg niet heel goed hoorbaar, maar When Jokers Attack is opgebouwd rond een zeer catchy riff. Zo catchy dat je denk: waar heb ik dat eerder gehoord? Welnu: in meer dan één ander nummer.
De oudere lezer onder u doet het misschien wel denken aan Heart Full Of Soul van The Yardbirds uit 1965. Geschreven door die gast van 10CC en met een riff van Jeff Beck.
Iets jongere lezers herkennen het nummer wellicht in deze klassieker van Bryan Adams en Spice Girl Melanie C.
Geinig hè? En dat is nog lang niet alles. Ook die goeie ouwe Bernard Sumer van Joy Division heeft de riff geleend. In 2009, met zijn hobbybandje Bad Lieutenant:
Fans van The Brian Jonestown Massacre riepen bij het uitkomen van dit nummer massaal: plagiaat! Wij weten intussen dat de riff ouder is dan When Jokers Attack. Grappig genoeg kwam het ook al zo’n beetje voor in een nummer van de band waar The Brain Jonestown Massacre een legendarische vete mee heeft. En dat nummer is twee jaar ouder dan Jokers. Haha! (let op: nummer begint sloom, ga snel naar 0.50 minuten voor de riff).
En drie jaar geleden kwamen we de riff weer tegen. Nu op een plaat van Elephant Stone.
Okee, die laatste is misschien een klein beetje gezocht, maar je kunt er wel precies dat lekkere riffje van When Jokers Attack over mee neuriën. En precies dat ga ik nu doen. Groetjes!
0