Een goeie plaat is een vriend voor het leven, zegt men weleens, en dat bedoelt men niet eens gekscherend. Nou, en een héle goeie plaat is ‘Dead Meat,’ het debuutalbum van THE TUBS. De LP van dit Britse viertal is net een paar maanden uit en staat vol met sprankelende indie-folkpop-liedjes. Voordat je het weet sta je ze onnadenkend ergens op een verlaten perron mee te fluiten. En het blijkt ook nog eens zo’n typische groeier te zijn, zo’n kreng dat langzaam maar zeker onder je huid kruipt. Ja, echte vriendschap is zeldzaam!
Zei ik net Brits? Nou om precies te zijn komen onze vier mannen uit Wales, de Achterhoek van Engeland. Aldaar zaten twee van hen in het bandje Joanna Gruesome, en dat is inderdaad een behoorlijk flauwe woordspeling op Joanna Newson. Na twee beslist geen onaardige albums viel die band (genre: noise-pop met zangeres) roemloos uiteen en gitarist-zanger Owen Williams en gitarist George Nicholls besloten vervolgens hun boeltje bijeen te pakken en naar Londen te trekken. Aldaar startten ze een nieuwe band, THE TUBS geheten. Hun debuutplaat kreeg overal goeie kritieken en kijk nou eens, heel toepasselijk staan ze nu op het London Calling festival in Paradiso.
Naar hun optreden was het dan ook reikhalzend uitijken geblazen en juist daarom was het des te verbazingwekkender toen uit het LC-blokkenschema bleek dat ze zo’n beetje de spits mogen afbijten, op vrijdagavond om 18.40 uur. Nou zeg wat een shitzooi, komen die jongens speciaal voor één optreden naar het vasteland en worden ze dan afgescheept met een dergelijk ‘slot’ waarvan je op je vingers kan natellen dat er hooguit een halve, lauw reagerende Kleine Zaal mee te vullen valt. Moeten wij liefhebbende connaisseurs daar verdomme genoegen mee nemen?
Nee. Kennelijk ging er ook bij de organisatie een alarmbelletje rinkelen. Ter elfder ure werd er in zaaltje Cinetol een pre-party op touw gezet, waarbij The Tubs al op de dag voorafgaand aan LC een volwassen optreden mogen geven. Eentje voor een geselecteerd publiek van louter Indiepashouders nog wel. Komt er dus op neer dat er twee Tubs-optredens in Mokum op het programma staan, zowel gisteren als op vandaag, de vrijdag.
Maar eerst nog effe over die plaat want The Tubs zijn something else. Net als The Bug Club hebben ze welbeschouwd weinig tot niets van doen met de meeste van hun land- en generatiegenoten. Ik bedoel met de werkelijk honderden dwarsige teringherrie makende postpunk-bands met steevast praatzingende-zangers. Neen, The Tubs zoeken het meer in liedjes met een kop en een staart, in jangly indie-folkpopsongs waarbij nog ouderwets uit volle borst wordt gezongen. Het zijn liedjes die tegelijkertijd verraderlijk lief zijn, een soort wolven in schaapskleren. Want harmonieus gesproken mogen ze erin gaan als gevulde koek, de teksten duiden op een taaie en harde kern van frustratie, serieuze depressie en psychische nood. ‘I think I’m losing my mind for good this time, I think I’m going round the bend,’ dat werk. Het zijn teksten die ook stuk voor stuk afstevenen op een directe persoonlijke confrontatie, de meeste zijn in de ik/jij-vorm gesteld.
Muzikaal gezien hangt het een beetje in tussen 60s folkpop en 80s indiepop. Vergelijkingen met bands uit die tijden zijn dan ook niet van de lucht. Op associaties met Big Star, Fairport Convention, Teenage Fanclub en The Jam kun je dan ook zomaar her en der stuiten. Ikzelf denk er meer een Engelse theemelange van Husker Du en The Byrds in te horen.
En dan nu eindelijk hun NL-podiumdebuut, op Hemelvaartsdag nog wel. Op de planken van Cinetol blijken The Tubs een symphatiek edoch wat schuchter gekleed en flets ogend gezelschap. Of ze hun ondergoed regelmatig wassen weet ik niet, maar in elk geval ogen ze vanwege hun slacker-voorkomen en hun lange wapperhaar eerder als hippies dan als punks. Het zijn jongens bij wie het duidelijk om de muziek draait en niet om de flauwekul eromheen. En zoiets is altijd lovenswaardig natuurlijk. Maar wellicht omdat de ‘pre-party’ slechts een man of 30 trekt is het zaalgeluid wat schots, scheef en schel vandaag, met name de vocalen komen gemankeerd uit de boxen vloeien. Daardoor blijft de indruk hangen dat The Tubs het geluid van hun debuutplaat in een live-setting aardig weten te benaderen, maar niet meer dan dat. Juist om die reden is het dan ook wel weer fijn dat het na stipt 40 minuten afgelopen is. Gewoon compact is in een dergelijk geval ook gewoon lekker. Vanavond in Paradiso volgt het echte werk. Stipt om 18.40 uur! Zie het als een herkansing met hopelijk een vollere zaal èn met een beter zaalgeluid.
0