‘Unplugged’ was een term die jarenlang fanatiek gebezigd werd, doch inmiddels alweer geheel in onbruik lijkt te zijn geraakt. Gitaarbands die voor de verandering nou eens niet snoeiharde rockmuziek speelden maar de stekker eruit trokken en voor een keertje op de (semi-)akoestisch toer gingen, je kent het wel. Niet alleen het volume ging dan omlaag, in het beste geval kwamen er ook diepere lagen aan de oppervlakte. De artiest gaf zichzelf bloot als het ware en gunde het publiek een uniek kijkje in zijn/haar zielenleven. Nirvana’s ‘MTV Unplugged in New York’ (uit 1994) is ongetwijfeld de best geslaagde uiting van deze vervlogen muzikale trend.
En ‘unplugged’ spelen, dat is eigenlijk precies wat Ty Segall doet in Amsterdam. Voor een vol Paradiso met een zittend publiek overtuigt hij volledig. Helemaal in zijn eentje en zonder enig hulpmiddel behalve zijn gitaar weet hij de zaak vakkundig naar zijn hand te zetten. En wat een meester op zijn instrument is hij. De schoonheid en dynamiek die hij eraan weet te ontlokken is van een andere planeet. Als zanger komt hij nu eens volledig tot zijn recht. Man, wat kan die gast innemend zijn! Over zang- of microfoontechnieken hoef je hem al helemaal niks te vertellen want een ambachtelijk vakman is hij ook. Zijn licht nasale, immer aan Marc Bolan herinnerende stemgeluid doet het bij uitstek goed bij een akoestische gitaar. Zonder veel moeite weet hij een emotionele snaar te raken. En het (opvallend jonge) publiek? Dat zit paf. Een staande ovatie is alles wat ze er tegenover kunnen stellen.
En dat dus nadat ik in mijn eigen vogelhoofdje Ty al zo’n beetje had afgeschreven. Twee maanden terug nog stelde hij danig teleur in Zurich. Ik beklaagde me erover dat zijn band zich met steeds logger wordende hardrock schuldig maakte aan nodeloos ingewikkelde notenbrijerij, waarbij ik zelfs even persoonlijk werd en mijn gifpijlen richtte op tweede gitarist Emmett Kelly. Want tja kijk eens, punk en garage zijn geweldige genres zolang er woede, frustratie. onbegrip en levenslust rechtstreeks uit de jonge lijven der leden spat. Maar als die jeugdigheid eruit gesijpeld is en het een maniertje wordt, als het pielen de overhand krijgt en als het gaat om herrie om de herrie, ja kijk, dan haak ik af!
Maar dat het dus ook radicaal anders kan bewijst Ty nu dus op deze Paradiso-show (hij speelde hier 10 jaar geleden voor het laatst) want dit is van een geheel andere orde! Okay, tijdens LGW 2013 speelde hij in De Helling ook al eens een puike semi-akoestische set, maar toen hij had hij een begeleidingsband meegenomen. Met zijn vieren op een rijtje zaten ze toen heel relaxed gas terug te nemen. Nu in Paradiso zijn de rollen omgedraaid en is het Ty die staat en is het publiek dat zit.
Als we eenmaal van de eerste verbazingen bekomen zijn, zoals: dat het geluid van Paradiso toch wel heel gaaf kan zijn. Of: dat we, oh mazzel, zomaar op de tweede rij zitten, een half uurtje later is de zaal helemaal volgestroomd, tot aan het tweede balkon aan toe. Of: dat Ty er best wel sjofel uitziet met zijn ouwe rooie bloesje en afgedragen spijkerbroekkie maar dat die indruk weer teniet gedaan wordt door twee blinkende (gouden trouw-?) ringen die hij draagt. Of: dat hij (nu we toch oog in oog met hem staan staan/zitten) de eeuwige jeugd in pacht lijkt te hebben, met zijn immer guitige glimlach en gouden manen ziet hij er nog steeds uit als de geheime zoon van Beck en Kurt Cobain. Ja, als we dit allemaal eenmaal geestelijk verwerkt hebben en tot de inhoud doordringen dan gaat het optreden gaandeweg steeds meer zinderen. En neemt het steeds meer de gedaante aan van een waar triomfconcert. Huh, zijn we dan getuige aan het worden van iets wat men later als ‘legendarisch’ zal gaan beschouwen? Vermoedelijk wel!
Hieronder en op de Kettingzaag-facebookpagina staan als het goed is enkele live-filmpjes, die mot je echt zien!
Overigens, op 30 augustus verschijnt Ty’s nieuwe album Love Rudiments, zijn tweede van dit jaar. Op deze plaat is Ty druk in de weer met allerlei percussie-instrumenten, van drumstellen tot belletjes en van elektronica tot meer traditioneel spul. Op Spotify staan hier al twee nummertjes van te beluisteren (The Dance en Honeymoon). Maar hey, wie schetst mij verbazing, in Paradiso ligt deze plaat al te koop! “Ik heb maar enkele exemplaren bij me,” waarschuwt de merchtable-boy heel attent vooraf. Okay dan, dat ding meteen maar aangeschaft natuurlijk. Ik kan hierbij rapporteren dat er vier langgerekte, puur instrumentale liederen op staan, bij vlagen wel aardig. Toch moeten we deze plaat vooral als een tussendoortje en/of als een eenmalig hobby-experiment zien, dunkt mij. En okay joh, omdat je zo aandringt wil ik er ook nog wel over kwijt dat ik er zelf eigenlijk geen zak aan vindt. Flauwe shit dit, een typische miskoop. Gauw opbergen dan maar in het vakje ‘curiositeiten’. Onwillekeurig vraag je je af: Ty is toch getrouwd met Denee, kan zij hem dan verdomme niet duidelijk maken waar zijn ware talenten liggen?
Oh ja, en dan is er ook nog een voorprogramma, BEN BOYE. Het is niet voor het eerst dat een (al dan niet voormalig) bandlid van Ty op eigen benen probeert te staan. Een paar jaar geleden bijvoorbeeld zagen we wortelvrouwtje SHANNON LAY eens het voorprogramma verzorgen van MIKAL CRONIN in Bitterzoet. Allebei afkomstig uit Ty’s begeleidingsband dus. En nu is het Ben Boye die het gaat proberen. Ben was de afgelopen jaren de wat anonieme toetsenman in Ty’s band die voor de broodnodige muzikale accentjes moest zorgdragen. Maar tegelijkertijd liet hij bijna stiekem enkele solo-albums verschijnen, de smiecht! Nu moet ook hij op de planken met de billen bloot. In Paradiso speelt hij één lang en zangloos nummer waarbij hij zichzelf begeleidt op een ongebruikelijk instrument, de autoharp. Zie foto. Het schijnt dat ook PJ Harvey en June Carter Cash zich weleens op dit instrument hebben uitgeleefd. Hij omarmt het ding alsof het zijn geliefde is en bespeelt het met zijn ogen dicht. Met zijn ene hand de snaren bespelend, met zijn andere de toetsen. Best wel knap hoor, het levert op zijn best iets meditatiefs op. Maar zeker niet wereldschokkend dit. Je zou het eerder verwachten bij Le Guess Who, in de een of andere kouwe Utrechtse kerk met zo’n bespottelijk grootse lichtshow, je weet wel.
0