Als je met de auto richting Antwerpen tuft, dan kom je zo in de buurt van Breda binnen het zenderbereik van Studio Brussel. Wij stemmen daar dan altijd onmiddellijk op af. Omdat de stemmen van de DJ’s er zoveel aangenamer klinken, maar vooral omdat de muziek die zij draaien zoveel beter is dat wat je op de Nederlandse radio hoort. En steevast komt er dan wel een liedje van een van die Vlaamse bands met die exotische namen voorbij. Of ze nou Admiral Freebee heten of Deus, Ozark Henry of Daan, Moondog Jr. of Balthazar, in onze oren klinken ze altijd erg goed daar op die Vlaamse zender. Maar terug in Nederland vinden we de Britse of Amerikaanse band toch altijd weer net iets interessanter dan die Vlaamse. Ze komen best geregeld langs in Nederland voor concerten. Maar bij ons thuis halen we dan onze schouders (en eerlijk gezegd ook een beetje ons neusje) erbij op en zijn er met geen stok heen te slaan. Gek eigenlijk als je erover nadenkt. Daarom besloten we toch maar eens de stoute schoenen aan te trekken en te gaan kijken bij wat WARHAUS te berde zou brengen in de Maassilo te Rotterdam. We verklappen maar alvast dat er heus wel wat op aan te merken was, maar dat het ons al met al zeker niet tegenviel. En zo blijkt maar weer eens: vooroordelen zijn er om strak en zonder knipperen in de ogen te kijken om ze zo genadeloos de baas te worden.
Eerst maar even een korte schets van wie of wat Warhaus is. Het is de vooral de band van Kortrijkenaar Maarten Devoldere, die in het dagelijks leven de zanger van succesband BALTHAZAR is. In 2016 had hij blijkbaar even genoeg van zijn dayjob en maakte samen met zijn toenmalige vriendinnetje Sylvie Kreusch (die weer zangeres is van de Vlaamse band Soldier’s Heart) zijn eerste plaat als Warhaus. De plaat had de titel We Fucked A Flame Into Being (mooi hè? Wel geleend hoor. Van D.H. Lawrence uit Lady Chatterly’s Lover) en viel zowel bij pers en publiek in zeer goede aarde. Met opvolger Warhaus (uit 2017) was het van hetzelfde laken een pak en vorig jaar was er de derde plaat, die Ha Ha Heartbreak heet. Zoals de titel doet vermoeden is dat een zgn. breakupalbum. De plaat is voorwaar niet voor de poes en heeft het in zich om (in ons taalgebied dan) even legendarisch te worden als Blood On The Tracks van B. Dylan, Rumours van F. Mac of Sea Change van Beck.
Ondanks de thematiek van dat laatste album is het wat ons betreft wel de meest sexy plaat van Warhaus’ drietal. Net als op zijn vorige platen vermoed je inspiratiebronnen in Serge Gainsbourg, Nick Cave, Leonard Cohen en The National. Maar de nieuwe plaat doet daarnaast met zijn soul, zijn funky gitaar en dito strijkers bij vlagen denken aan een Curtis Mayfield, een Marvin Gaye of een Burt Bacharach. Dat maakt het album net weer wat broeieriger dan de muziek van Warhaus sowieso al is.
Regelrechte slaapkamermuziek staat er op die nieuwe plaat. Devoldere heeft hem in Sicilië opgenomen. Na het stranden van een relatie dus. Maar ook nadat hij – naar eigen zeggen mede daardoor – een spirituele ontwikkeling heeft doorgemaakt. Die bestond onder meer uit het lezen van de werken van Jung, een uur (!) per dag mediteren en het ondergaan van een geestverruimende ayahuasca-retraite. Wat dat laatste precies iets weten wij ook niet, maar het schijnt iets met drugs te maken te hebben. En jezelf zoeken. Het klinkt allemaal wat vermoeiend, maar het lijkt dus wel degelijk zijn vruchten afgeworpen te hebben.
Op het podium in die sfeervolle Maassilo kwam het allemaal ook nog eens erg goed uit de verf. Wat daarbij hielp was dat de zaal vol stond met een zeer welwillend (soms zelfs smachtend) publiek, waarvan toch zeker een derde de Vlaamse geaardheid had. Fans dus, die voor de sfeer van een thuiswedstrijd zorgden. Maar, eerlijk is eerlijk, al bij het eerste nummer (Desire) bleek de band echt wel te bestaan uit vijf volbloed muzikanten, die een groove op gang brachten, die wij voor het gemak maar als zwoel en soepel duiden. Een breed grijnzende bassist had daarbij de hoofdrol. In de zaal begonnen al heel snel heupen te wiegen en hoofden op en neer te gaan. De kop was er bij het eerste nummer overduidelijk af en hij zou er de rest van de avond niet meer op gaan.
De band kreeg de zaal bij ieder nummer meer en meer in zijn greep. Devoldere deed zijn charismatische ding, de muzikanten speelden erop los en de lichteffecten werden steeds uitbundiger. Na vier nummers ging het even een beetje mis. Midden in Shadowplay verliet Devoldere het podium om de band het nummer te laten afronden. Helaas ging dat gepaard met een aantal overbodige en nogal lange gitaar- en drumsolo’s. Jammer, want dat heeft deze band helemaal niet nodig. Eigenaardig genoeg waren er weinig kniesoren die erom maalden, want enthousiast gefluit en gejoel was niet van de lucht. niet alle bezoekers hadden blijkbaar een moeder die zei: doe maar gewoon, dan doe je al gek genoeg.
Gelukkig pakte de band daarna snel de draad weer op. Daarbij bewonderden wij meer en meer de toetsenist/violist/trombonespeler die rechts op het podium een soort eigen orkestbak had gekregen. Hij wist tot twee keer toe in zijn eentje de lange orkestrale outro’s van een aantal nummers die op Ha Ha Heartbreak staan bijna perfect te reproduceren. Dat deed hij met zo’n modern apparaatje waarin je een viool- of trombonepartij opneemt, om ze onmiddellijk af te spelen, waarna je er een ander instrument aan kunt toevoegen. Deze man moest het hardst werken voor zijn geld zondagavond en het resultaat was indrukwekkend. Zelfs de bezoekster naast me, die voorafgaand aan het concert had bekend niet zo van die lange outro’s te houden, kon haar bewondering maar met moeite verbergen.
Na een goed opgebouwde set van zo’n twaalf nummers verliet de band het podium. Het publiek brulde daarna als één man (m/v/x) om meer en kreeg dat uiteraard. Twee nummers later riep Devoldere ons een welgemeend “merci te komen!” toe, gingen de zaallampen aan en begon het publiek met rode wangen en een warm hart te zoeken naar de uitgang in het doolhof dat de Maassilo toch ook is. Aan de vele lachende gezichten was af te lezen dat het oordeel over dit concert unaniem positief was.
Maar was er dan niets aan te merken op het concert? Jawel hoor. Maar niet veel. Twee medebezoekers in mijn omgeving vonden de voordracht van Devoldere soms wat aan de theatrale kant. Zijn armen gingen inderdaad geregeld op zijn messiaans naar het plafond en de eerste rijen werden soms nogal indringend toegezongen. Maar hé, dat kan je een zanger die zijn mosterd overduidelijk bij Nick Cave heeft gehaald toch moeilijk kwalijk nemen. Niet eens een echt minpuntje dus. Wel een minpuntje was het als “fake jazz” aangekondigde nummer Beaches. Dat is een leuk instrumentaaltje van een minuut of twee op een van de platen van Warhaus. Live is het uitgegroeid tot een uitgebreide “jam”, die inderdaad niet veel met jazz te maken heeft, maar meer met de behoefte om te laten horen hoe goed de bandleden hun instrumenten beheersen. Dat geloofden we eigenlijk sowieso wel. Maar je kunt het ook positief zien: het is een uitstekend moment voor een plaspauze of om nog een drankje te halen bij de bar.
Als je nu denkt: “ik heb blijkbaar echt iets gemist daar in Rotterdam”, wanhoop dan niet. De toer van Warhaus is nog niet ten einde. De komende weken is hij even in Groot-Brittannië, Duitsland en Frankrijk, maar op 3 mei staat hij alweer vrolijk zijn ding te doen in zaal Ronda van TivoliVredenburg te Utrecht. Op 5 mei speelt hij in Haarlem en in de zomer bij allerlei festivals, waaronder Down The Rabbit Hole. Misschien leuk om te gaan. Denk er maar eens over na. Ik ga intussen proberen Studio Brussel op te zoeken op mijn DAB+-radio.
Foto’s zijn allemaal gemaakt door Anne-Marie van Rijn, tenzij anders vermeld. De foto’s zijn niet van het concert in de Maassilo, maar van dat in De Helling op 15 november 2022.
0