We moesten het hier op de Kettingzaag ook maar eens hebben over Benjamin Clementine. De meest klemmende vraag van 2015 is vooralsnog immers: wat moeten wij nu vinden van deze Benjamin Saint-Clementine? Is hij een briljante, authentieke zanger, een man die als dakloze te Parijs door het leven geschoold is? Of is het een aansteller, die Antony Hegarty naäapt en die enkele nachtjes doortrekken in de Parijse metro heeft opgeblazen tot een mythisch verhaal? Of is Benjamin het door de platenindustrie bedachte Engelstalige antwoord op Stromae’s formidable?
Allereerst dat metro-verhaal. Zullen we dat gewoon maar afdoen als een slimme marketingtruc? En zullen we dan meteen ook de vergelijking met Antony, Stromae en Nina Simone even niet trekken? Er is genoeg ruimte in het piano-ballade genre voor nog enkele kostgangers, dunkt me.
Houden we, als we alle flauwiteiten schrappen, nog genoeg over? Wat vinden we van zijn CD At least for now.? Ik twijfel. Het stemgeluid en de aanzwellende violen slepen me mee, zeker, maar ik weet niet precies waar naar toe. En of ik daar wel naar toe gesleept wil worden. Op het moment dat de heilige Clementine een castratenstem opzet, virtuose ritmewisselingen toevoegt en kleinkunstige strapatsen gaat uithalen, weet ik genoeg: hij heeft me in een fuik gelokt waar ik als de donder uit moet zien te komen.
Het heeft mee gauw een weekend gekost om uit die fuik te zwemmen, en heb daardoor ook nog eens het langs de lijn-verslag van Ajax-Feyenoord gemist. Kortom, ik raad het luisteren naar Benjamin Clementine ten zeerste af. Gevaarlijke kitsch, dat is wat het is.
0