A Giant Dog rockt erop los in de Vera

Zonder nou meteen een modewoord als ‘bucketlist’ in de mond te willen nemen, begon het de laatste tijd steeds meer te knellen dat ik A Giant Dog nog steeds niet live heb mogen meemaken. Mijn roep werd prompt verhoord toen onlangs een kort NL-tourneetje aangekondigd werd van deze spraakmakende band uit Austin, Texas. Afgelopen zaterdag was Groningen aan de beurt. Eventuele laatste twijfels vanwege de kille kou en de verre afstand werden soepeltjes weggespoeld door de e-nieuwsbrief van Elpee Groningen die geheel toevallig diezelfde morgen bij mij op de e-mat plofte. Hierin stond: ‘De vorige keer dat A Giant Dog in Vera was wonnen ze net de concertpoll niet omdat Protomartyr dat jaar ook in bloedvorm stak. Maar het scheelde niet veel. Want ook A Giant Dog was geweldig. Ietwat extraverte en doorgaans in badpak gestoken zangeres Sabrina Ellis, die blij vlagen doet denken aan Debbie Harry, met achter haar een geweldig goeie band. Want het is natuurlijk het geheel dat live zo enorm weet te overtuigen. Dat. En de prachtige nummers. En de heerlijke glam/powerpop sound. Enorm entertaining alles bij elkaar en ook nog eens ontzettend sympathiek volk.

Okay, handig zo’n laatste zetje, gewoon gaan dus! Alleen dat van Debbie Harry snap ik niet zo. Sterker nog, A Giant Dog wordt met van alles en nog wat vergeleken, en telkenmale kan ik me daar niet of nauwelijks in vinden. Beetje onbevredigend vind ik dat. Ik bedoel, al die associaties met the Stooges, Meat Loaf, T-Rex, Joan Jett, Shirts, The Damned, New York Dolls…. ze zijn er wel maar verdorie, kan dit niet beter geduid worden? Of anders gesteld: waar vind ik het zelf beter mee te vergelijken dan? Nou, dat zal ik je vertellen. Begin jaren ’80 spuugde de LA-punkscene het bandje X voort en hun sound werd gekenmerkt door de permanent fraaie samenzang tussen Exene Cervenka en John Doe, die ook de bassist van die band was. Twee outlaws waren ze en bovendien een vrouwtje een mannetje. Het lot dreef ze als het ware in elkaars armen. En aangezien een diamant alleen onder zeer hoge druk kan ontstaan, kwam juist daar in the skid row van LA die hemeltergend mooie samenzang tussen John en Exene tot bloei. Welnu, ook de essentie van A Giant Dog is in mijn ogen die voortdurend fraaie male-female samenzang. Ook hier zijn het de stembanden van twee tot elkaar veroordeelden, zijnde Sabrina Ellis en gitarist/producer Andrew Cashen, die als het ware tot één organisch geheel samengestrengeld zijn. Tel daarbij op een soms decadent aandoende glamrocksound die beide bands kenmerken en je hebt wat mij betreft de twee perfecte evenknieën te pakken.

En dan die frontvrouwe. Behalve extreem publieksgericht noemt men Sabrina Ellis ook wel licht exhibitionistisch en in Vera laat ze daar geen grass over groeien. Met rollende ogen en in een knalrood glimbehaatje gestoken stuitert ze over het podium. Als even later de broek ook nog uitgaat waan je je even achterin de Wehkampcatalogus. En dat ondanks de winterse kou want in ‘t hoge noorden is de buitentemperatuur op dat moment tot onder het nulpunt gezakt. Het Groningse publiek is echter nuchter by nature en is niet van plan zich van de wijs te laten brengen door Sabrina’s fratsen. Mannen zijn daar nog ruwe bolsters en ook de aanwezige lokale schonen lijken mij nuchtere types, ik schat in dat ze hun ondergoed eerder bij de Zeeman dan bij Marlies Dekkers halen.

Kortom, een beetje ongemakkelijk om naar te kijken die verkleedpartijen van Sabrina, ze werken in Groningen eerder tegen dan vóór de band. Vandaar waarschijnlijk dat het publiek aanvankelijk een nogal afwachtende houding aanneemt. Maar je raadt het al, gaandeweg het concert laat men toch alle reserves varen en geeft men zich over. Dan is opgevallen hoe messcherp er gemusiceerd wordt. De band mag dan op het eerste gezicht als een stel rednecks ogen, hun nummers klinken explosief en dynamisch. En zoals hun vier LP’s al lieten horen, ze zijn behoorlijk stijlvast en dat is ook niet verkeerd. Het is steeds weer die opmerkelijke symbiose van glam, punk, metal en country die ‘t ‘m doet, terwijl het geheel toch gar nicht altmodisch klinkt.

Tegelijkertijd bespeur je toch een hang naar vroegere tijden. Net als wijlen Jay Reatard en zijn band spelen ze op Flying V-gitaren en ander puntig jaren ’70 speeltuig waarvan ik de merknaam niet weet. Fraaie covers spelen ze ook, en ook daaruit spreekt hun voorliefde voor de late 70s/ early 80s. Tijdens het toegift wordt ‘Angst In My Pants’ van Sparks ingezet en blijken ze (wederom net zoals Jay Reatard) een voorliefde voor The Adverts (apocalyptisch ingestelde Engelse punkband) aan de dag te leggen, getuige hun cover van ‘My Place,’ een mij verder onbekend nummer.

 

Kortom: gaaf concert, het reisje meer dan waard! Na afloop ontwaar ik in de foyer nog even Sabrina die met bezoekers aan het kletsen is. Ze staat nog steeds in d’r ondergoed, maar nu met een lange jas eroverheen, de potloodventster! Vervolgens beland ik in Vera’s middeleeuwse kelder, beter bekend als de Kelderbar. In gebruikte whiskyflessen staan daar brandende kaarsen gestoken en in het schijnsel daarvan vergaap ik me aan het grove gesteente waaruit dit spelonk is opgetrokken. Tjonge zeg, dit zijn kloostermoppen 2.0, zou mijn teamchef zeggen. Zwaar rockend op het minipodium staat een lokale meidengroep, waarvan ik de naam alweer vergeten ben. Niks wereldschokkends aan maar het lééft, mensuh! En belangrijker nog: ze houden hun kleren gewoon aan, en dat is ook wel eens prettig.

0

Comments

comments