Als trouwe bezoekers van Londen Calling weten we heel goed wat zoal de mankementen zijn van dit tweedaagse festivalletje in Paradiso. Het immer beroerde geluid van de grote zaal, de massa’s kletsgraag Indiepasjesvolk, de oververhitte en immer stampvolle kleine zaal, de rijen bij de bierpomp… Die ongemakjes hebben echter ook zo hun charme en slim vooruit plannen verlicht de pijn. Maar toch, dat geluid van de grote zaal… daar valt simpelweg niet aan te ontkomen. Wat ik me nou al tijden afvraag: ze kunnen Paradiso toch ook gewoon slopen en er iets vervangends voor terugzetten dat akoestisch wèl deugt? Voor de culturele verheffing van ons volk moeten we per slot van rekening offers brengen, voor nostalgie koop je niks en zo architectonisch fraai is die ouwe kerk nou ook weer niet.
Okay, gaan we nu over naar de muziek. Maar liefst 24 acts speelden er op deze twee dagen, beurtelings boven en beneden. Wij waren er op de zaterdag bij en pikken er even vijf voor je uit.
Om te beginmen CMAT. MES kenden we al (voor dummies: Mark E. Smith) maar nu is daar ook CMAT. Ciara Mary-Alice Thompson heet ze voluit. CMAT is een Ierse country-popzangeres, in haar thuisland in korte tijd al bijna uitgegroeid tot een gearriveerde ster. Ze begeleidt zichzelf simpel op gitaar maar djiezus wat een stembereik heeft dit mens, Whitney Houston is er niks bij! Qua klankkleur hangt het een beetje in tussen Kate Bush en die meid van The Cranberries. Vrij onverveerd staat zij daar voor een volle bak, aan zelfvertrouwen en lef geen gebrek. Uit volle borst zingt ze haar liedjes. Helemaal geweldig dus? Nou nee, dat dan weer niet. CMAT heeft namelijk bedacht dat ze ook nog leuk wil zijn. Tussen de nummers door gaat ze telkens even een Brigitte Kaandorpje doen. Stand-up comedy suckers krijgt ze op deze manier makkelijk op haar hand maar anderen gaan zich juist storen aan haar maniertjes. Gaandeweg begint dan ook op te vallen dat het maniërisme ook haar songs heeft aangetast. Het zijn meer vocale capriolen dan zielsgebonden ontboezemingen die haar liedjes markeren, en dat is zeker in countryland geen beste zaak. Zodoende is het uiteindelijk meer vorm dan inhoud bij CMAT. De huisarts in mij zou haar dan ook wat depressiebevorderende middelen willen voorschrijven. Tsjaa kijkt u eens hier mevrouwtje, het is voor uw eigen bestwil en het komt uw muziek én uw carrière alleen maar ten goede!
Ook in de bovenzaal en ook uit Dublin komen THE SILVERBACKS En silverbacks, dat zijn geen visjes ofzo maar een soort gorilla’s hè. Zelfspot, daar zijn Ieren goed in, en inderdaad, moeder’s mooisten zijn het niet, afgezien van die bassiste dan. Silverbacks had ik reeds in het vizier want ze hebben inmiddels al een paar alleraardigste platen uit. Fladderen die platen nog een beetje alle kanten op, op het podium klinkt de band zeer overtuigend. Deze lui lijken goed te weten wat ze willen en da’s op zich al veel waard. Razendstrakke, spannende, gitaargedomineerde, bokitoproof brekebeenpostpunk, en dat in combinatie met sterke ‘hooks’ en dito zanglijnen. Associaties met DEVO, early Wire en Television dringen zich op. Dit kan nou eens heel goed een blijvertje blijken te zijn.
Sorry lieve lezer, over het Engelse WET LEG, dè hype van 2022 en ook van 2021 trouwens, kan ik vooralsnog moeilijk iets zinnigs zeggen. Ja natuurlijk, de zaal staat op zijn kop maar dat zegt niks. En bovendien niet zo verwonderlijk want bezoekers hebben na twee jaar je-weet-wel ernstig last van knaldrang, daar kunnen zij ook niets aan doen. Maar het doffe zaalgeluid zorgt voor afstandelijkheid en dat behoedt me voor het doen van uitspraken waar ik later misschien spijt van ga krijgen. Er is evenwel geen man overboord want een herkansing is op komst. Op Hemelvaartsdag staat Wet Leg in Ekko en dan zullen wij Zagers in de frontlinie staan om te trachten ons een gegronde mening te vormen. Dus dit hou je nog tegoed!
Een prettige verrassing is er ’s nachts als de meeste mensen alweer huiswaarts gekeerd zijn. De PIST IDIOTS uit Sydney. Het feit dat het Australiërs zijn is bijna een garantie voor kwaliteit. Want zoals genoegzaam bekend moge zijn, down under houden ze niet alleen van een goeie pot Carlton bier maar ook van no-nonsens en staan ze volledig bullshit-vrij in het leven. Jaloersmakend volkje! De Pist Idiots zijn hier een schoolvoorbeeld van. Vier bouwvakkers met foute snorretjes en dito mullets die in de voetsporen treden van The Chats, Cosmic Psychos en Royal Headache. Somehow ligt bij dit soort lui een zonnesteek altijd op de loer, living on the edge… Wat we krijgen is bulldozerpunk met strakke refreinen. Een bolle Ron Jeremy-lookalike op zang (Jack Sniff heet hij) en dan die schoenen… Het komt niet eens in ze op om tussen de nummers door iets grappigs te gaan zeggen over – gaaap- al die fietsen in Emsterdem. Nee, voor hen is muziek een serieuze zaak, ze gaan hun kostbare tijd op aarde niet verprutsen aan frivoliteiten. Althans dat stralen ze uit en zo zien we het graag. Mannen naar ons hart. Helaas geen platen van ze te koop in Paradiso dus dan maar een pisgeelkleurig T-shirtje van ze gekocht, je moet toch wat. Op 25 mei spelen ze, hoe kan het ook anders, in Vera.
Daarna, het kan niet op, speelt er nòg een Australische groep, CASH SAVAGE AND THE LAST DRINKS geheten, een achtkoppige band (als ik het goed heb hoor, want zelfs van het Paradiso-evenementenpils kun je tipsy worden) inclusief violiste. Ze hebben een stel verdraaid goeie nummers, waaronder een paar gedragen heartfelt ballads. Centraal staat frontvrouwe Cash Savage, een spijker van een wijf. Lekker rauw in zang en presentatie. Ze doet een beetje denken aan Frederique Spigt voor zover die nog in leven is. Maar ja, de grote zaal is op pakweg 200 pissed idiots na zo goed als leeg. Zodoende moet je op dat late uur je oren nog flink aan het werk zetten om iets te maken van het holle Paradiso-spookhuisgeluid dat op je nederdaalt. Onwillekeurig ga je dan wegdromen en dwalen je gedachten af naar een hele grote sloophamer die daar korte metten mee maakt. Zzzz…
0