Dwars door het publiek heen, van achter uit de zaal komt Big Thief het podium opgestapt. Stoïcijns pluggen ze hun instrumenten in maar hola, alarm!, slechts drie personen tel ik, waar is dan die blonde wondergitarist Buck Meek? Met zijn subtiele spel verleent hij een bijzonder roots-element aan de melancholieke grotestadsmuziek van Big Thief, en uitgerekend hij is er vanavond niet bij!? Nee dus. Maar niemand die er aanstoot aan lijkt te nemen, tijdens het optreden dat volgt wordt er geen woord aan vuil gemaakt. Okay, snel wegslikken dan maar die teleurstelling en dit trio op zijn merites beoordelen.
De persjongens hebben het er maar moeilijk mee om een geschikt etiket te plakken op Big Thief. ‘Folk-rock’ lees je wel eens, of zoals Ekko aankondigt: ’melodieuze indierock met expressieve zang en gruizige gitaar.’ De meest betrouwbare bron lijkt mij echter zangeres Adrianne Lenker, zij rept over Elliott Smith als zijnde van grote invloed. Dus kom, laten we het in die hoek zoeken dan. De fraai om de akkoorden heen meanderende melodielijnen geven daar ook alle aanleiding toe.
Adrianne Lenker vormt het hart en de ziel van Big Thief, het is háár band. In een al maandenlang uitverkocht Ekko laat ze er daar ook geen enkele twijfel over bestaan, de spotlights en alle ogen zijn een dik uur lang op haar gericht. ‘Mag het licht alsjeblieft wat gedimd?’ vraagt ze nauwelijks hoorbaar en ondanks zichzelf al na een paar nummers. Het helpt haar niet om de aandacht af te leiden. Een kundig en toegewijd gitariste en zangeres is zij, ze heeft wat meegemaakt in d’r leven en is niet te beroerd om haar diepste zielenroerselen met het publiek te delen.
Haar huidige succes als indie-ster komt niet uit de lucht vallen. Afkomstig uit een streng religieus nest in Minneapolis/St. Paul en met een pijnlijke geschiedenis van vaak verhuizende en uiteindelijk gescheiden ouders zocht ze al vroeg haar toevlucht tot de muziek. Onder de vleugels van verschillende opeenvolgende mentoren (haar vader, een gitaarleraar, een platenlabel) werd ze als het ware klaargestoomd om iets te betekenen in de snelle wereld van de popmuziek. Een paar CD-R’s waren het resultaat, maar uiteindelijk beviel dit stramien haar niet, ze kon haar spreekwoordelijke ei niet kwijt in die geprefabriceerde wereld.
Early days Buck en Adrianne
Vervolgens ging bij haar het innerlijke roer om, bij wijze van symboliek zette ze resoluut de schaar in haar weelderige haardos. In de Texaanse gitarist Buck Meek vond zij een zielsverwant, samen begonnen ze een jaar of vier geleden Big Thief. Aanvankelijk nog wat zoekend en folky, maar al snel steviger en zelfverzekerd. De twee tot dusverre verschenen albums ‘Masterpiece’ en ‘Capacity’ laten een gerijpte en stijlvaste band horen, ze dragen de belofte in zich van moderne klassiekers, de tijd zal het leren.
In Ekko weet Adrianne het wegvallen van Buck Meek wonderwel op te vangen. Een ingetogen en introvert type mens is zij zeker, maar dat weerhoudt haar er niet van om zich er met haar hele ziel en zaligheid in te gooien. Haar gitaarspel mag er wezen zo blijkt wel, en ook haar zang is even open en kwetsbaar als expressief en gedreven. Okay, tijdens ‘Mythological Beauty’ wordt Meek’s inbreng even stevig gemist maar gaandeweg het concert bewijst het trio ook zonder hem prima uit de voeten te kunnen. En naarmate de toegiften in zicht komen weten ze steeds meer te overtuigen, ook met een aantal nieuwe nummers. Onderwijl luistert het publiek ademloos toe, met als gevolg van die heerlijk pijnlijke stiltes door de nummers door.
Na afloop weet ik van de tourmanager de reden te ontfutselen van Buck Meek’s afwezigheid. Nee, niks met ziekte of drugs ofzo, momenteel heeft hij zijn handen vol aan zijn solo-carrière. Hij is aan het toeren in Amerika en binnenkort komt er een heus solo-album van hem uit. Check deze vooruitloper daarvan:
Big Thief is op 30 augustus nog te zien tijdens Into The Great Wide Open op Vlieland.
1