Een lekker onstuimige, upcoming band om ernstig in de gaten te houden is BLACK MIDI, een piepjong viertal uit Londen. De lads hebben, afgezien van wat probeersels, nog geen echt album uit waarop we ze kunnen afrekenen. In zo’n geval wordt er normaliter al gauw ‘hype!’ geroepen. Maar hier is iets anders aan de hand, het zegt meer over de puike live-reputatie die hen als een dolle vooruit gesneld is. En daarnaast: soms barst een band zowat uit zijn voegen van de ideeënrijkheid en dan moet het even rijpen allemaal, anders krijg je iets halfslachtigs als eindresultaat en dat motten we ook niet willen. Vraag maar aan Siouxsie & the Banshees, destijds werd er ook erg lang gewacht op hun debuutplaat en uiteindelijk bleek dat het waard, een klassiekertje volgde.
Vooralsnog duikt black midi (hoofdletters verboden) overal op aarde als live-band op. Normaal gesproken volgt er dan een ultra-saai opsomminkje van allerlei hippe plekken waar ze zoal spelen / gestaan hebben maar wees gerust, dat zal ik je besparen. Ikzelf ben hen helaas een paar keer misgelopen maar uit de berichten, filmpjes en geluidsopnamen die her en der oppoppen kun je maar één ding concluderen: dat de enige constante factor hun onvoorspelbaarheid is. Dat vertaalt zich niet alleen in hun ‘stage antics’ maar vooral in de muziek zelf natuurlijk. Die schuurt dat het een aard heeft en zwiept alle kanten op. Detail wellicht: de boys ontmoetten elkaar op de BRIT School for Performing Arts & Technology te Croydon, en zoals je weet, de artschool is in de UK (in tegenstelling tot bij ons, zo lijkt het ) vanouds een permanente bron van wild creatief poptalent.
Hoe de muziek te omschrijven dan? Normaal gesproken heb ik de grootste moeite met het fantasieloze, nietszeggende en alom gemakzuchtig gehanteerde stempeltje ‘postpunk,’ maar in het geval van black midi valt daar wel mee te leven. Want echo’s van allerlei stronteigenwijze donderstralen uit dat vermaledijde genre horen we in hun muziek terug: Wire, Pere Ubu, XTC, Flint, Minutemen, Swell Maps, DEVO… Verder mag de cassette die black midi vorig jaar uitbracht niet onvermeld blijven. Daarop vind je de weerslag van een optreden dat ze deden samen met Damo Suzuki, de thans 69-jarige Japanse zanger van kraut-legende Can. Ook een indicatie dus van waar je het zoeken moet bij deze gasten…
Anyways, black midi heeft recentelijk getekend bij Rough Trade en dat houdt hopelijk een garantie in voor veel spannend plaatwerk. Volgende maand verschijnt hun debuut-LP en eerder deze maand verscheen al een lekkermakertje in de vorm van een 12 inch, en dat is er meteen eentje hoor. ‘Talking Heads’ is de titel ervan, een heuse ode aan David Byrne en zijn trawanten (ook postpunk natuurlijk), en dat is goed te horen, inclusief Fela Kuti-achtige gitaarriedels.
Nu ga ik even een leuk linkje leggen want wist je dat er al eerder iemand op het idee was gekomen om een liedje naar de Talking Heads te vernoemen? Yessir, we moeten daarvoor terug naar 1977, het jaar waarin Ramones en Talking Heads door hun label (Sire) samen op tournee door Europa gestuurd werden. Hoe dat uitpakte in Nederland heb je hier al eens kunnen lezen. Na Nederland volgde een uitgebreid vervolg door het VK en het was daar, in tentje Rock Garden in London om precies te zijn, dat the Talking Heads de heer Brian Eno ontmoetten. Dat klikte meteen als een klikspaan, de excentrieke avant gardener en de nog zoekende real live wires uit New York vonden elkaar he-le-maal. Nou, en the rest is history want Eno zou hun 2e, 3e en 4e langspeler produceren, de één nog avontuurlijker dan de ander. En daarna nog drie platen met David Byrne samen, het kon niet op.
Maar voordat het zover kwam poepte Eno er nog snel even een 45-toeren plaatje uit, ‘King’s Lead Hat’ geheten. Een ‘insanely inventive’ werkje van een der grote geesten uit de popmuziek, zijn tijd ver vooruit… Snuggere puzzelaars onder ons moeten voor de gein eens proberen om uit de letters van die titel de naam van een bekende band te vormen, je zal zien dat ze dan bij Talking Heads uitkomen. Een heus anagram dus! Met Robert Fripp op gitaar overigens, en uit dezelfde periode dat Eno met Bowie samenwerkte (denk Berlijn trilogie, denk Heroes, Low en Lodger).
Een paar jaar later zou Ultravox dat nummer niet onverdienstelijk coveren, en in dit millennium hadden The Dirtbombs de goede smaak om het nummer door de hun kenmerkende garage-mangel te halen. Je hoort het er duidelijk aan af, The Dirtbombs waren connaisseurs. Ze doen niet zomaar wat, uit hun versie klinkt veel respect voor het origineel door, inclusief een weirde viool-solo.
0