Brian Jones: een lullig reclameliedje als enige wapenfeit?

De creatiefste en muzikaal meest begaafde Rolling Stone die evenwel nooit een liedje voor die band geschreven heeft. Dat botte feit stond als het ware in chocoladeletters op zijn voorhoofd gestempeld toen zijn levenloze lichaam op 3 juli 1969 uit zijn privézwembad werd gehesen. Toch schreef Brian Jones wel degelijk een song voor de Rolling Stones. Slechts één nummer en dan ook nog een tamelijk lullig dingetje! Het ging om een commercial voor Kellogg’s rice crispies! Kijk hier, we bevinden ons in de beginperiode van de Rolling Stones:

Omdat het toch maar om één nummer gaat kunnen we net zo goed de tekst er even bij zetten:

Wake up in the morning there’s a snap around the place
Wake up in the morning there’s a crackle in your face
Wake up in the morning there’s a pop that really says
“Rice Crispies for you and you and you”

Pour on the milk and listen to the snap that says: “It’s nice”
Pour on the milk and listen to the crackle of that rice
Get up in the morning to the pop that says: “It’s rice”
Hear them talking crisp. Rice Crispies!!


Zonder melk geen rice crispies

Maar ja, tegen Jagger en Richard als componistenduo viel moeilijk op te boksen. En dat terwijl die twee het behoorlijk bont hebben gemaakt in de loop der jaren. Want bij vrijwel al hun composities is er wel een derde aan te wijzen die de boel naar een hoger plan wist te tillen, waardoor het gevaar van mediocre muziek altijd afgezworen bleef. Een producer of pianist hier, een arrangeur of cellist daar. Een gastzanger of een koor hier, een saxofonist of achtergrondzangeres daar…. Ook werden er in de loop der tijd volop bekendheden ingevlogen zoals Dr. John, Jack Nitzsche, Jimmy Miller, Harvey Mandel, Eric Clapton, Don Was, Bob Clearmountain, Bobby Keys, Sonny Rollins, Phil Spector, Lennon McCartney, Billy Preston, Nicky Hopkins, Glyn Johns, Ron Wood, Gram Parsons, …Yep, er was altijd wel iemand aanwezig om de boel te redden.

Bill op cello, Brian op blokfluit, Keith doet net of hij piano kan spelen (zie onderaan)

In hun begindagen / gedurende de jaren 60 lag dat wat makkelijker want toen was daar altijd… Brian Jones. Zijn muzikaliteit grensde aan het ongelooflijke. “He was a cat who could play any instrument,’ moest Keith hem nageven en zo is het maar net. Marimba op ‘Under my thumb,’ sitar op ‘Paint it, black,’ klavecimbel op ‘Sitting on a fence,’ mellotron op ‘’2000 light years from home,’ orgel op ‘Let’s spend the night together,’ slidegitaar op ‘No expectations,’ tuba, trompet én sax op ‘Something happend to me yesterday,’ en zo voorts. Jones’ bijdragen waren altijd essentieel, ze gaven tal van Stones-nummers steeds nét dat beetje extra karakter mee. Sterker nog, zonder hem was de band waarschijnlijk op een vroeg moment genadeloos afgeschreven, net zoals zoveel andere ouwe beatbands in die tijd.


Sitar op ‘Paint it, black’…

Binnen de band waren er wel protesten tegen de Jagger/Richards-alleenheerschappij, maar uiteindelijk werd alles weggemasseerd met verwijzing naar de succesformule. Ook wanneer aanwezigen toch zeker wisten dat anderen met de ideeën waren gekomen. Het beste voorbeeld is wel ‘Ruby Tuesday.’ Marianne Faithfull weet nog precies dat Brian Jones zowat eigenhandig dat nummer in elkaar knutselde op piano en blokfluit. Maar, zo luidt de gangbare mening: het ontbrak hem aan overwicht en zelfvertrouwen om op zijn strepen te gaan staan. Over drugs hebben we het hier maar niet…


Aandoenlijk briefje aan fan: don’t ask me why

Nog even over die begindagen en specifiek dat reclameliedje: het verhaal gaat dat de andere, toen nog piepjonge Stones met lede ogen moesten aanzien hoe Brian Jones als componist ervan het leeuwendeel van de pecunia opstreek. Dat feit zou een wig in de band drijven, al snel zouden Mick en Keith gaan samenspannen met manager/’producer’ Andrew Loog Oldham. Vanaf dat moment zouden ze nooit meer toelaten dat die Jones nog langer over hun ruggen heen er met de poen vandoor zou gaan.

Om het zeer bescheiden oeuvre van Brian Jones compleet te maken: na zijn dood kwam er in 1971 een LP uit op het (toen net opgerichte) Rolling Stones-label, getiteld “Brian Jones presents the pipes of Pan at Joujouka.’ Op hasj-vakantie in zuidelijk Marokko had hij in het dorpje Joujouka wat opnames gemaakt van lokale muzikanten. Met de banden onder zijn arm heeft hij later in een Londense studio nog wat zit klooien met geluidseffecten (vooruit, laten we dat ‘postproductie’ noemen), met als resultaat deze LP. Met een beetje goede wil zou je dit een vroege uiting van wereldmuziek kunnen noemen, al maakten die woestijnmocro’s al eeuwenlang dit soort muziek natuurlijk

Brian Jones’ meest ambitieuze poging om eigenhandig muziek te creëren moeten we plaatsen in het jaar 1967, toen hij de soundtrack verzorgde voor de film ‘Mord und Totschlag’ (ook wel bekend als ‘A Degree of Murder’) van regisseur Volker ‘der Blechtrommel’ Schlöndorff. Die film was meteen ook het debuut van actrice Anita Pallenberg die op dat moment Brian’s liefje was (later zou het kreng er met Keith vandoor gaan, it broke his heart). Terwijl er in Duitsland geschoten werd werkte Brian in Londen aan de muziek, onder andere samen met Jimmy Page. Curieus aan deze film is dat het een productie is van onze eigen Rob Houwer, zoals bekend de drijvende kracht achter Turks Fruit, Keetje Tippel, De Vierde Man en Soldaat van Oranje. Stel je eens voor, wellicht hebben die twee elkaar nog gekend en een lekkere schnapps samen gedronken!


Met Jimmy Page aan het werk voor de soundtrack van ‘Mord und Totschlag.’

https://www.youtube.com/watch?v=usA3-k1_TGY
1

Comments

comments