Cate le Bon is toppie, en toch kan ze beter

Hier op de Zaag noemden we Cate le Bon ooit eens in een overmoedige bui de vrouwelijke John Cale. Niet alleen omdat haar wiegje óók in Wales stond, en/of omdat ze óók een klassiek geschoold wonderkind is en/of omdat ze óók zoveel instrumenten beheerst…. Nee, het is ook wat ze uitstraalt. Met haar kaarsrechte gestalte en gehuld in een lang zwartrood gewaad (anti-mode statement?) ziet ze er op het podium van Paradiso uit als een hogepriesteres. Tussen de gitaaraanslagen door maakt ze raadselachtige handgebaren, alsof ze bezwerende formules op het volk loslaat. En dan die muziek van haar, die is ontegenzeggelijk doordrenkt van een mystieke intensiteit. Dit alles maakt van Cate nog geen Cale natuurlijk. Maar toch…

Cate is een vrouw van deze tijd, in die zin dat enige afhankelijkheid van manspersonen niet in haar vocabulaire voorkomt. Heel zelfbewust vertrok ze (net als Cale destijds) als jongeling naar Amerika om daar haar eigen pad te volgen. Sindsdien zoekt zij, echte naam Cate Timothy, de ene na de andere collaboratie op, om die vervolgens weer net zo makkelijk achter haar laten, op zoek naar nieuwe avonturen, Zo werkte ze samen met H. Hawkline, met Tim Presley (White Fence), met Brandon Cox (Deerhunter) en zo voort. Net zo makkelijk neemt ze de rol van producer op zich, zoals voor John Grant. Lange tijd konden we haar ontwikkeling van dichtbij meemaken want Cate was een vaste verschijning op LeGuessWho. Zo kon het gebeuren dat we haar ’s nachts eens (samen met Tim Presley) aan het werk zagen als dj in Ekko. Haar topjaar echter was 2019, toen gaf ze, vlak voordat corona toesloeg, een waar triomfoptreden in de Ronda, compleet met vijfkoppige begeleidingsband. 

2 x Cate le Bon tijdens Le Guess Who 2019 (foto’s Anne-Marie van Rijn)

Dit voorjaar kwam haar zesde album ‘Pompeii’ uit en de reacties daarop waren niet onverdeeld dolenthousiast. ‘Pompeii’ (‘inspired by 1980’s Japanese city pop,’ zegt de hoessticker) is haar coronaplaat, ze maakte het min of meer in zelfisolatie. De plaat klinkt weliswaar sfeervol maar waarschijnlijk door het ontbreken van echte uitschieters komt het ook nogal eentonig en geroutineerd over. De meeste instrumenten op deze plaat speelde ze zelf in. Met daarbij een hoofdrol voor haar basspel, alle nieuwe nummers werden als het ware rond dat instrument heen opgebouwd. Net als Pink Floyd dat al jaren voor haar deed ( ‘Live at Pompeii’ tenslotte), maakt Cate met die titel ‘Pompeii’ handig gebruik van een metafoor voor een samenleving in plotseling verval, voor een plek waar de tijd noodgedwongen tot stilstand kwam.

2 x Cate le Bon met Ian Curtis-gitaar, in Paradiso (foto’s Johannes Snoeyschaer)

De vraag die we ons vooraf in Paradiso stelden was: zal Cate zich wat aantrekken van de lauwe reacties en zal zij in staat zijn zich weder op te richten? Maar hey, dat bleek buiten de waard gerekend. Want Cate zou Cate ziet zijn als ze niet heel eigenwijs doodleuk het complete album ‘Pompeii’ zou spelen En het mot gezegd, in een live-setting komen die liedjes zowaar tot leven, ook omdat Cate (in tegenstelling tot toen in de Ronda) nu volop gitaar speelt en aan haar Vox mooie blikkerige geluiden weet te ontlokken. Toch zijn het in Paradiso vernuftig in elkaar stekende nummers als ‘Magnificient Gestures’ en ‘Mother’s Mother’s Magazine,’ beide afkomstig van haar voorlaatste plaat ‘Reward,’ die het optreden pas écht tot hemelse proporties weten op te stuwen. Een cover van Bill Nelson’s ‘Do You Dream in Colour?’ maakt het zaakje mooi af. Desondanks blijft de indruk hangen dat Cate wel beter kan.

Zetlijst (foto Adrianus von Orsouw)

Overigens, die vergelijking met John Cale heeft toch wel enige grond want in 2019 trad ze zowaar samen met de meester op. In Parijs was dat, drie avonden lang, en geïnspireerd dat het klonk! Hoogtepunt was het 17-minuten durende ‘Helen of Troy’ dat in bovenstaand clipje begint vanaf circa minuut 00.20.

0

Comments

comments