Jeetje alles op slot nu, wat motten we nou? Te voorzien valt dat het een hele lange, donkere winter gaat worden waarbij eindeloos thuishangen het nieuwe abnormaal is. Een beetje zoals in de oorlog, compleet met verduistering en avondklok. De enige denkbare ontsnapping is zelf iets te organiseren. Besloten feestjes bedoel ik. Gewoon op het balkon of in je achtertuin met een paar lijpe vrienden erbij… De vuurkorf op 10, een glas gloedhete glühwein en een fatsoenlijk bord eten erbij, al dan niet uit de koker van Otto Lenghi. Op zulke momenten zullen de warme klanken van Cut Worms het geheid goed doen, het is misschien wel de ultieme alternatieve kampvuurmuziek! Laat Cut Worms nou net een nieuw album uit hebben…
Bij Cut Worms denk je misschien aan een band maar dan zit je er flink naast joh. Cut Worms is namelijk het solo-project van Max Clarke. In het dagelijks leven is hij illustrator en terwijl hij illustreert zit hij liedjes te bedenken. Of misschien kun je beter stellen dat hij componist is die al componerend zijn brood verdient met illustreren. In ieder geval, Max is een veelzijdige multi-tasker en dat doet hij nu al een jaartje of acht. Wie zijn platen hoort vermoedt wellicht van doen te hebben met iemand die vanuit the outback of Kentucky opereert maar ook die schijn bedriegt. Want Max is een onvervalste stadse stoepenschijter, een ingezetene van Brooklyn, New York. Echt onwaarschijnlijk dat dergelijke rustieke muziek uit dat helse oord afkomstig is!
‘Nobody Lives Here Anymore’ heet de dubbel-LP die net een week uit is. Het is Cut Worms’ derde plaat, als je tenminste ook zijn eerste 12 inch meetelt. Twee jaar terug speelde hij zich al in de kijker met het prachtige album ‘Hollow Ground’ met daaraan gekoppeld twee gedenkwaardige optredens-met-begeleidingsband in het Tolhuis en in Ekko.
Een groot verschil met zijn voorgaande platen is dat Max Clarke nu echt alléén zingt. Voorheen nam hij nogal eens zijn toevlucht tot dubbel opgenomen zangpartijen waardoor hij gek genoeg vooral aan de Everly Brothers deed denken. Maar nu durft Max zichzelf beter bloot te geven en zijn die Don & Phil-associaties naar de achtergrond verdrongen. Wat gebleven is is de ouderwetse romantiek van verkwikkende wegdommelmuziek, iets wat je zelden meer hoort tegenwoordig. Een verdwaalde pingelpiano hier, een opbeurend tokkel- of steelgitaartje daar… Steeds uiterst kalm en beheerst geplaatst, als precisie-passes van Virgil van Dijk.
Werd Cut Worms’ vorige plaat nog geproduced door indie-hipster Jonathan Rado, de ene helft van het onvolprezen Foxygen, voor deze plaat trok Max Clarke naar Memphis, Tennessee. Je hebt daar een straatje dat Union Avenue heet en op nummero 706 huist al sedert de early 50’s de Sun Studio, zeg maar gerust de plek waar de kribbe stond van Elvis, Roy, Johnnie en Jerry Lee. Dat gebouw is tegenwoordig niet alleen een fijn tot nostalgie stemmend museumpje, maar ook worden er tot op de dag van vandaag opnames gemaakt. Een technicus/opnameleider die daar zijn vaste werkstek heeft is de heer Matt Ross-Spang, en hij is de producer van deze plaat. In zijn geheel opgenomen in de Sun Studio dus en dat hoor je ook wel. Die natuurlijke galm alleen al… Cut Worms was overigens niet de eerste die op het briljante idee kwam om hier zijn heil te zoeken want bijvoorbeeld Jelka van Houten, het zusje van, nam er een paar jaar terug al een plaat op, ook in samenwerking met Matt Ross-Sprang.
Is het dus americana? Hm, dat etiket wou ik er nou net niet opplakken. Het is eerder een modern aandoend brouwsel van indie en country, aangelengd met een aanstekelijke analoge early rock ‘n’ roll-vibe. Daar komt nog bij dat ‘Nobody Lives Here Anymore’ volgens de componist tekstueel helemaal in het teken van COVID-19 staat, veel van de 17 liedjes gaan over de weerslag die dat pokkevirus heeft op zijn gevoelsleven. Kortom geen retro-hap dit maar juist lekker eigentijds. Tegelijkertijd klinkt het alledaags zonder dat het zijn gelijke kent, dat maakt het ook bijzonder.
0