Hey you! Je hebt het vast ook wel gelezen. Onlangs werd bekend dat breakdancing hoogstwaarschijnlijk onderdeel gaat uitmaken van de Olympische Spelen. Over vijf jaar, in 2024, vinden de spelen in Parijs plaats en dan zou het zomaar werkelijkheid kunnen worden. Het IOC wil met de tijd meegaan zeggen ze, en zo interessant blijven voor jongeren en sponsoren. Met die vernieuwing zijn ze nu druk al bezig. Volgend jaar zijn de spelen in Tokyo en dan al maken andere ‘nieuwe sporten’ als surfen, skateboarden en klimsport deel uit van het programma. Het is toch wat!
Het krantenartikeltje zette mijn interne mijmermachine meteen heftig in beweging. Het voerde me terug naar de begindagen van electric boogie en breakdance. Naar de tijd dat hiphop nog als een geinige curiositeit werd gezien. Als een frivoliteit binnen het disco-genre dat toen al vet op zijn retour was. En dus bepaald niet als het startschot voor de global cultural force dat hiphop uiteindelijk zou worden. Ikzelf mocht destijds dan wel voornamelijk rondhangen in duistere rockrenten, al dan niet gekraakt, stilletjes sympathiseerde ik mooi wel met hiphop in al zijn verschijningsvormen (the four elements of hiphop, weet je wel: mc-ing, dj-ing, graffiti en breakdancing). Toen de Vrije Vloer eens Rotterdamse en Amsterdamse breakdance crews liet optreden stond ik enthousiast vooraan om er met mijn ritsrats-cameraatje foto’s van te nemen. Maar toen diezelfde week de Butthole Surfers in het oude Tivoli optraden en dat ding ter plekke kapot viel, toen verdween het met fotorolletje en al spontaan in een nachtelijke afvalbak. Veel verder dan stille bewondering en af en toe een plaat aanschaffen kwam het bij mij niet.
Maar om van breakdance nou een Olympische sport te maken? Mijn haren rezen te berge toen ik het las, eerlijk gezegd. Zijn ze nou helemaal van de ratten bezeken, dat kan toch helemaal niet, een stuk straatcultuur tot sport devalueren? Nee, niet doen was mijn eerste impulsieve mening, want aan cultuur is niks sportiefs en sport is a-cultureel, o zo!
Heel toevallig was dezelfde dag dat dit nieuwtje verscheen ook ‘Flashdance’ op TV, een speelfilm uit 1983. Bij deze biecht ik op dat dit soort ouwe, met muziek geïnjecteerde films uit de jaren ‘80 mijn bovenmatige interesse hebben de laatste tijd. Want zowat 35 jaar na dato begint het besef te knagen dat hier toch iets van waarde in moet zitten. Jazeker, expliciet erken ik dit als een lacune in mijn culturele opvoeding…. Ik heb het dan over films als Krush Groove, Dirty Dancing, Footloose, Desperately Seeking Susan, Top Gun, Rocky, Ghostbusters, The Breakfast Club, Beat Street, Wild Style, Purple Rain … Destijds liep ik er met een grote boog omheen, het liefst met twee reuzenbogen. Maar tegenwoordig smul ik ervan…, en bovendien zijn dit soort films dichterbij dan ooit, je kan het vooral via de commerciëlen als trash-TV in onbeperkte hoeveelheden tot je nemen.
Flashdance blijkt, zoals het een goeie muziekfilm betaamt, inhoudelijk weinig om het lijf te hebben: de knappe 18-jarige Alex (gespeeld door Jennifer Beals) is lasser (!) in een Pittsburghse staalfabriek, in haar vrije tijd toont ze aan verdomd goed te kunnen dansen, ze wil dolgraag naar de dansacademie en heeft daarvoor wat barrières te overwinnen. Voeg daar wat voorspelbare romantiek aan toe en het meeste over de film is daarmee wel gezegd. Maar de muziek en de dansscènes maken veel goed. Hitjes als ‘Maniac‘ (van Michael Sembello), ‘What a Feeling’ (Irene Cara) en ‘Gloria’ (Laura Branigan) komen rechtstreeks uit deze film voort. Curieus -en daarom begin ik over deze film- is dat halverwege er even een gaaf stukje breakdance opduikt. Dat is bijzonder want het was voor het eerst dat deze subcultuur zijn weg vond in een mainstream film.
De jongelui die je hier aan werk ziet (ja, ik heb het allemaal naderhand uitgeplozen) zijn leden van de Rock Steady Crew. In 1983, hetzelfde jaar dus als Flashdance uitkwam, hadden zij een internationale monsterhit met ‘Hey you (the rock steady crew)’, ook bij ons in Nederland. Destijds vonden we dit allemaal een enorm frisse oppepper in de hitparade, zelfs het rockpubliek veerde ervan op.
Hey Joep! Een groot deel van de eerste generatie breakdancers bestond niet zozeer uit zwarten maar vooral uit (nazaten van) Porto Ricanen
Een diepliggende breuk met het verleden betekende hiphop ook. Achteraf bezien dan hè. Nadat de 70s jarenlang simpelweg gedomineerd werden door sissy disco en slappe rock (okay punk, maar dat was een incidentje) was het met het aanbreken van het hiphop-tijdperk voor het eerst cool voor mannen om (zonder danspartner!) te dansen. En bovendien: elkaar de loef afsteken met venijnige rijms en met halsbreakende moves betekende ook de introductie van een nieuw en diepgaand competitie-element in de populaire cultuur. Ongetwijfeld vond die nieuwe levenshouding zijn pendant in de yuppentijd waarin plots de rat race, de ellenbogenmaatschappij en ordinair zakken vullen niet langer taboe waren maar juist als deugd werden gezien. Om sindsdien ons allen te besmetten, want ik brom je: daar komen er nooit meer vanaf!
Zo voort mijmerend op mijn sofa besef ik me: kijk nu toch eens om je heen, staat niet alles om ons heen tegenwoordig in het teken van onderlinge strijd? Niet alleen de Tweede Kamerverkiezingen, de Elfstedentocht, het Songfestival en de Eredivisie, want die hadden we al. Maar tegenwoordig is het hek van de dam. Je hoeft de TV maar aan te zetten, Theatersport, De Slimste Mens, De Quote 500…zelfs verliefde boeren, taartbakkende keukenprinsessen en idioten die Rembrandt naklodderen doen dat tegenwoordig in competitieverband. Nee, zo bezien was hiphop niets minder dan De Grote Voorbode van de tijden die zouden komen. Sterker nog, en nu maak ik een radicale denk-ommezwaai: zo bezien is het eigenlijk niet meer dan historisch gerechtvaardigd om breakdance een prominente plek te gunnen op de Olympische Spelen!
Okay, tot zover mijn hersenspinsels. Raaskal ik nog even verder over de Rock Steady Crew. Al tijden gaat het verhaal de rondte dat Baby Love, de zangeres uit het Hey You-clipje, overleden zou zijn. Bij het maken van een headspin zou ze haar nek gebroken hebben. Nou geloof mij, dat is typisch een urban myth, een ordinair apenbroodverhaal! Daisy Castro (haar echte naam) is nog steeds alive and kicking en ze danst ook nog. Wel zijn twee andere oer-RSC-leden ons ontvallen. Zij kwamen om het leven bij een nog steeds in nevelen gehulde moordpartij, een jaar of 15 terug. Iets met transport van verdovende drugs ofzo.
Wat anders: de spilfiguur in de Rock Steady Crew was niet Baby Love maar een gast die zich Crazy Legs noemde. Ik kom nog even terug op Flashdance, want in bovenstaande slotscène moet hoofdrolspeelster Alex een jury ervan zien te overtuigen (daar hebben we dat competitieve weer!) dat ze geschikt is voor toelating tot de dansacademie. Wat volgt is een flitsende dansscène waarbij, niet verrassend, ook body doubles werden ingezet. Voor het breakdance onderdeeltje kwam Crazy Legs in actie. Zoals te zien is had hij er kennelijk geen bezwaar tegen om een pruik op te zetten, gezellige body warmers om te doen en gehuld te gaan in een turnpakje! Alleen één ding was hem heilig: zijn snor! Vandaar dat wie héél goed kijkt ziet dat hoofdrolspeelster Alex een fractie van een seconde een snor draagt. De wonderen zijn de wereld nog niet uit! Naar mijn bescheiden mening is het inzetten van een mannelijke body double er tevens de reden van geweest dat men Jennifer Beals destijds gecast heeft vanwege haar smalle heupen, want dan valt het niet zo op.. . Maar dat is slechts een particuliere gedachte hoor, ik kan niks bewijzen…
Na Flashdance verschenen er meer films in de USA met fameuze breakdance scenes erin. Met name Beat Street, dat was de overtreffende trap. Wat we hieronder zien is het eerste voorbeeld van een heuse battle tussen de Rock Steady Crew (hun enige LP heette niet voor niks ‘Ready for Battle’) en de New York Breakers. Let op, dit is zonder ingewikkelde shots of trucages opgenomen. Alles heel old skool in één take! Check:
Ook op de lokale TV in New York City kregen early hiphop en breakdance de kans zich te laten zien, met het programma Graffiti Rock. Dit programma moest een actuele evenknie worden van de beroemde Soul Train-serie, maar het mocht niet zo uitpakken, helaas bleef het bij één enkele proefepisode. Maar moet je toch eens kijken, de subtiele overgang van disco naar hiphop is hier bijna tastbaar in beeld gebracht. We zien o.a. Kool Moe Dee (hij van ‘Go See The doctor’), early Run DMC en wederom breakdance crew de New York City Breakers. Deze laatsten zijn hier in topvorm zo te zien, zo vlak na de opnames voor Beat Street. Presentator Michael Holman was tevens de manager van deze crew. Ook opmerkelijk: één van de B-boys noemt zich Prince Vince (in het wit, zie na 10.08 minuten). Daar herkennen we Vincent Gallo in, de latere kunstenaar/acteur/regisseur/muzikant /alleskunner/Johnny Ramone grafsponsor. Op de aftiteling staat hij genoemd als production associate.
0