Interview met Lewsberg: ‘Ik ging bananenbrood langsbrengen maar hij deed niet open’

Dat je ook tegenwoordig met originaliteit en eigenwijsheid een heel end kan komen bewijst LEWSBERG maar weer eens. Met hun afwisselend melancholische, tegendraadse en weirde grotestadsmuziek waarin pijn en schoonheid hand in hand gaan hebben de Rotterdammers al menig hart gewonnen in binnen- en buitenland. Met een personeelswisseling, twee platen die binnenkort een ‘officiële’ vinyl-release beleven en met een heuse tournee voor de boeg staat de band op een kruispunt in zijn bestaan. 

De live-foto’s zijn van Anne-Marie van Rijn.

Aan de vooravond van een NL-clubtour die hen brengt naar respectievelijk Rotown (11 maart, kaartverkoop gaat hard!), Vera (16 maart). Stroomhuis (18 maart), OCCII (19 maart), Merleyn (25 maart), Eureka Zwolle (30 maart) en Ekko (31 maart) spreek ik twee Lewsbergers op een niet nader te noemen locatie, ergens bovenin de Rotterdamse binnenstad gelegen. We begroeten elkaar niet met zo’n joviale Mark Rutte-elleboogstoot maar gewoon met de handen in de zakken en dan ‘hoi’ tegen elkaar zeggen. Arie van Vliet (gitaar/zang) en Shalita Dietrich (bas/zang) doen speciaal voor de Kettingzaag uit de doeken waar het allemaal vandaan komt, waar het zich allemaal bevindt en waar het allemaal naar toe gaat. Hun bereidheid komt mij goed uit want in mijn binnenzak brandt een lijstjevol prangende vragen. Okay dan, geen tijd te verliezen!

Maar eerst even iets toelichten: ‘In Your Hands’ is de meest recente, derde plaat van Lewsberg. Het is een mini-album en verschijnt binnenkort eindelijk ook op vinyl. Het laat de band in een meer introspectieve en lieflijke bui horen dan we gewend zijn. Er wordt voorzichtig gas terug genomen, het tempo is bedeesd, een tamboerijn en een viool doen hun intrede terwijl een drummer in de klassieke zins des woords zelfs geheel afwezig is. Wat is er met drummer Dico gebeurd, is hij uit de band?

Arie: ‘Dico kwam erachter dat hij niet zo van toeren hield en dat is toch wel een substantieel deel van Lewsberg. Dus dat maakte het best wel ingewikkeld. Het voelde voor ons toen tamelijk vanzelfsprekend om met zijn drieën verder te gaan. Ook omdat we in een periode zaten waarin we sowieso niet konden optreden natuurlijk. Dus dat nieuwe album hebben we met zijn drieën gemaakt. In eerste instantie in onze oefenruimte in Noord, midden in de winter, met een kapotte verwarming en met een bandrecorder erbij, waarbij we allerlei eenvoudige ritmes inspeelden en dat weer gingen ‘loopen.’ Omdat we er niet helemaal tevreden mee waren hebben we het een paar maanden later nogmaals opgenomen, in de iets beter geoutilleerde studio van Jan Schenk, in Amsterdam. Ook een paar optredens hebben we met zijn drieën gedaan. Maar toen kwamen we er al snel achter dat met een drummer erbij… (Shalita: ‘met een levend mens..’het toch beter werkte.

Oude samenstelling, Valkhof festival, Nijmegen 2018
Nieuwe samenstelling

Shalita: ‘Marrit heet ze, onze nieuwe drummer, Marrit Meinema. Ze zat in Yuko Yuko, een band uit de Friese scene rond The Homesick en ze drumt ook in mijn andere band Venus Tropicaux, dus ik kende haar al goed, ook als muzikant. Ze woont momenteel in Den Haag en sinds onze tour in het Verenigd Koninkrijk speelt ze mee.’ Arie: ‘Bij optredens gebruikt ze alleen een floortom, een snare-drum en een tamboerijn. Als ik eerlijk ben is dat de manier waarop ik drums het liefste hoor, dus zonder kick-drum en al te veel bekkens, maar eerder als een soort drijvende pulse dan als iets anders.’

Jullie hebben nu dus een ‘female rhythm section.’ Zoiets kom je zelden tegen! Heeft dit wellicht gevolgen voor de Lewsberg-sound?

Shalita: ‘Ik ben heel blij dat er nog iemand in de band zit die geen witte man is. Niet op persoonlijk vlak, ik heb een hele goede band met Arie en Michiel… Maar voorheen werd ik nog wel eens genegeerd door stagemanagers of geluidsmannen, omdat ze ervan uitgaan dat ik ‘vriendin van’ ben in plaats van muzikant. Het irritante is dat ik meestal juist degene ben die in eerste instantie contact maakt met de mensen die ons ontvangen. In Parijs werd ik bijvoorbeeld een keer straal voorbij gelopen en liepen ze naar onze geluidsman Jan toe om daarmee te communiceren. Kan gebeuren natuurlijk, maar het blijft niet bij één keer. Maar qua manier van samen in de ritmesectie spelen maakt gender niks uit, het gaat erom of je een vibe hebt met de persoon of niet.’ Arie: ‘Sowieso is het raar dat de standaard heel lang is geweest dat bands alleen uit mannen bestaan. Dit voelt toch eigenlijk veel vanzelfsprekender.’

Volledig haaks op ‘In Your Hands’ lijkt Lewsberg’s nieuwste single ‘Six Hills’ te staan. Vorige maand verscheen het onverwacht op het Britse indie-label Speedy Wunderground. Het is een rauw en radicaal werkje met een goeie rock ‘n’ roll-tekst waar The Jesus And Mary Chain nog een punt aan kan zuigen. Het Amerikaanse online medium Brooklyn Vegan hoorde ‘Six Hills’ ook en bombardeerde het meteen tot single van de maand. Zoals zij het zien is het: ‘an absolute motorik burner, six minutes of controlled chaos that could’ve gone on twice as long.’ Als 7 inch zal het binnenkort in een oplage van 500 verschijnen. De productie werd gedaan door Speedy Wunderground-opperhoofd Dan Carey.

Hoe werkt dat met een Engelsman achter de knoppen, gaat hij jullie tot grootsere rock-daden proberen aan te sporen? Of probeert hij bijvoorbeeld aan je teksten te sleutelen?

Arie: ‘Nee‘Six Hills’ stond al vast, we speelden dat nummer al langer live. Dan Carey liep een beetje rond in de studio, draaide wat aan knoppen en zette spullen klaar. Hij had wel ideeën over hoe dingen op te nemen… Shalita: ‘…om het geluid wat meer op te pompen met effecten enzo. Uiteindelijk zijn we niet in alles meegegaan.

Dat komende tourneetje langs Nederlandse zalen, is dat een circuit waar jullie bewust op aansturen, of pak je gewoon ieder aanbod om op te treden aan? Zijn jullie kieskeurig? 

Arie ‘We zijn best wel kieskeurig maar niet zozeer in de zin van hoe groot of hoe geaccepteerd iets is. In Nederland vind ik het juist het leukst om op gekke plekken te spelen. In De Hooikar in Gilze of De Piek in Vlissingen bijvoorbeeld. Dan krijg je een email van iemand die echt een liefhebber blijkt te zijn van Lewsberg en die je uitnodigt op een plek waar ze je graag zien spelen. Plekken waar ze met vrijwilligers werken… Dat vind ik bijzonderder dan voor een zaal waar het meer lopende bandwerk is. Nu bijvoorbeeld in Amsterdam hebben we er om die reden voor gekozen om in OCCII te spelen. Maar optredens weigeren doen we nauwelijks hoor… Shalita: ‘Behalve in Engeland een keer, daar kwam na afloop van een optreden iemand naar ons toe en die bood aan dat we langer in Manchester konden blijven spelen, de kosten maakten haar niet zoveel uit. Maar dat hebben we toen geweigerd. We moesten toen sowieso nog tien dagen in Engeland spelen en hadden ook wel weer zin om naar huis te gaan.’

En festivals? Zijn Dauwpop, Molenpop en Plaspop goeie speelplekken voor Lewsberg?

Shalita: ‘Met festivals zijn we wel wat kieskeuriger. Meestal heb je dan een wat moeilijker publiek, soms wordt er doorheen gepraat. Mensen komen er om te feesten en voor de gezelligheid. Maar er zijn natuurlijk uitzonderingen. In Nederland wasMisty Fields bijvoorbeeld wel leuk.  Arie: ‘Op festivals zijn we wat kritischer, ook omdat festivals langzaam maar zeker de zalencultuur de nek aan het omdraaien zijn. Het gaat daar vaak om een gecreëerde behoefte, mensen krijgen het idee dat ze naar festivals moeten omdat dát de manier is waarop muziek beleefd moet worden vandaag de dag. Ik las gisteren nog een stuk op 3voor12 over de vijftig belangrijkste muziekfestivals van Nederland… Vijftig!, dat slaat eigenlijk nergens meer op. Festivals krijgen vaak ook veel subsidie waardoor het voor hen makkelijk is om aandacht te genereren en waarmee ze hogere gages kunnen uitbetalen. Hoewel dat laatste ons soms goed uitkomt, zeg ik er eerlijk bij.’

Lewsberg doet veel dingen zelf, julle hebben geen management en brengen platen uit in eigen beheer, Is dat ook jullie streven om alles strikt in eigen hand te houden? Hebben jullie bijvoorbeeld een boekingsbureau?

Arie: ‘We hebben een boeker, Peter Meeuwsen, een Nederlander die in Berlijn woont, hij werkt voor het Duitse kantoor Puschen. Daarvandaan regelt hij voor ons alle Europese optredens. Dat is eigenlijk het enige waar we hulp bij krijgen want boekingen regelen is een baan op zich, dat kost zo veel tijd dat je dan haast niet meer aan muziek maken toe zou komen. Voor deze tournee in maart hebben we bij hem aangegeven op wat voor soort zalen we ons ongeveer willen richten en hij heeft het verder geregeld. Soms werkt het ook andersom, dan geven wij aan dat we in een bepaalde periode in bijvoorbeeld Scandinavië willen spelen en gaat hij op zoek naar geschikte plekken.’

Het zou me niks verwonderen als jullie geregeld aanbiedingen van platenmaatschappijen krijgen, klopt dat?

Arie: ‘Valt wel mee. Maar er zijn wel labels in het buitenland geweest… we overwogen dat dan wel maar dan is het toch spannender om het gewoon zelf te doen. Er zitten voor- en nadelen aan het zelfdoen maar ook aan het op een label zitten. En ik heb liever de voor- en nadelen van het zelfdoen. Maar in Amerika hebben we weer wèl een labeltje dat onze platen daar uitbrengt. 12XU heet het, uit Austin, het is van Gerard Cosloy, een van de oprichters van Matador Records. Het is meer een hobbylabel van hem. We hebben geen contract ofzo getekend maar hij mailde ons met de vraag of wij het goed vinden als hij 500 platen van ons daar uitbrengt. Nou prima, ons tweede en binnenkort ook onze derde album komen daar uit op vinyl.’

Lonkt Amerika voor Lewsberg?

Arie: ‘We hadden twee jaar geleden al plannen om die kant op te gaan maar toen kwam er iets tussen… (Shalita schiet nu in de lach) .. en nu zijn we weer plannen aan het maken, maar het is nog niet echt concreet.’

Als je de diverse websites van de verschillende zalen en media’s erop na kijkt dan valt op dat men steeds weer dezelfde riedel over Lewsberg ophangt: de praatzang van Arie, zijn Engelstalige teksten die ‘met een Rotterdams accent’ worden gebracht. Steevast wordt er gerefereerd aan gerenommeerde acts zoals Velvet Underground, Modern Lovers, Talking Heads, Television… Worden jullie dat niet spuugzat?

Shalita: In het begin vond ik dat heel vervelend maar we hebben het geaccepteerd…’ Arie: ‘in het begin dacht ik dat het iets was dat specifiek bij onze band gebeurde. Maar ja, mensen hebben nou eenmaal behoefte aan referenties, zo werkt het eenmaal in marketing en in popjournalistiek. Om de een of andere reden moet het altijd om bands uit het verleden gaan. En dat accent van mij, dat is iets waar men in Nederland meer aanstoot aan neemt dan in het buitenland. Daar tillen ze er nooit zo aan, je hoort er daar gewoon niemand over. Waarschijnlijk zijn ze daar ook wel gewend aan allerlei Engelse accenten. Shalita: ‘De bands die je noemt kennen we wel ja, maar wij luisteren allemaal gewoon heel veel verschillende soorten muziek...’ Arie: ‘Pas toen ze ons gingen vergelijken met dat soort bands ben ik ernaar gaan luisteren, dus naar Television en Talking Heads… Het idee achter Talking Heads snap ik wel maar ik heb er nooit wat aan gevonden. Television eigenlijk ook niet. Modern Lovers en Jonathan Richman kende ik al wel, dat kan ik altijd wel waarderen.’

Pre-Lewsberg days met Boring Pop (met Arie rechts). Boring Pop liet de mensheid een LP na (onder)

Lewsberg zou je als een typisch voortbrengsel van een levendige lokale scene kunnen beschouwen want alle leden hebben wel een verleden in een of andere plaatselijke band (Boring Pop, Naive Set, Venus Tropicaux, Bonne Aparte, etc.). Beschouwen jullie je eerdere bands als leerschool?

Arie: ‘Met Boring Pop hadden we altijd haast, tijdens de nummers zelf hadden we haast, tussen de nummers door hadden we haast. Dan waren we bang dat we anders de aandacht zouden kwijtraken. Het publiek per se willen plezieren, dat is er wel vanaf nu.’

Jullie eerdere/andere bands Boring Pop en Venus Tropicaux komen op mij over als funbands die veel plezier uitstralen of uitstraalden. Lewsberg daarentegen is een serieuze band, hoor je weleens…

Shalita: ‘Haha, nou we hebben nog steeds lol hoor. En Arie is soms “supergrappig” tussen de nummers door…’ . Arie: ‘ Ik vind Lewsberg misschien wel meer een ‘funband’ dan Boring Pop. En verder, ik denk dat niet veel bands serieus genomen dúrven te worden en ik ben daar niet zo bang voor. Ik bedoel: we nemen onszelf wel serieus maar dat wil niet zeggen dat alles serieus is.’ Shalita: ‘In de oefenruimte met Lewsberg zijn we best wel serieus maar dat vind ik juist prettig, we zijn dan redelijk toegewijd aan het werk. Bij Venus komt er van serieus oefenen vaak niet veel terecht, dan spelen we soms in drie uur maar twee nummers..

Shalita’s andere band Venus Tropicaux, met een cameo voor Arie.

Shalita, ik las dat jij in het dagelijkse leven werkt met mensen met een beperking. Dat lijkt me best wel pittig. Is het geen schrijnend contrast om dan in de avonduren voor een verwend en hoogopgeleid hipsterpubliek te spelen?

Shalita: ‘Dat contrast is er zeker wel maar ik vind het juist heel fijn combineren. Ik was ooit met dat werk begonnen als bijbaantje toen ik nog op de kunstacademie zat. Verzorgen en op het podium staan gaan best goed samen want ik voel me dan juist eh… geaard en met beide benen op de grond staan. In Gent speelden we eens en toen zat er een jongen in een rolstoel vooraan met eenzelfde beperking als een van mijn cliënten. En toen dacht ik, ah!, ik zou het zo graag toegankelijk willen maken voor iedereen. Sowieso zou het mooi zijn als het publiek wat minder homogeen is, in Nederland vooral. In Engeland is het publiek bijvoorbeeld veel diverser en ik voel me daar veel beter bij.

En dan zijn er ook nog de uitgemergelde solo’s of beter gezegd de gewurgde intermezzo’s van gitarist Michiel Klein. Gecombineerd met drone-, noise- en feedbackeffecten definiëren die voor een flink gedeelte de Lewsberg-sound. Qua sfeer doen ze eerder aan Abu Ghraib dan aan Woodstock denken. Je vraagt je af: heeft die gast soms een martelkelder thuis waarin hij de hele dag door zijn sound zit te perfectioneren?

Shalita: ‘Maar Michiel is een hele lieve jongen hoor.. een man met twee gezichten, haha. Gisteren ging ik nog bananenbrood bij hem langsbrengen maar hij deed de deur niet open… Arie: ‘Bij Michiel gaat het aan de ene kant om het maken van muziek en aan de andere kant om het spelen met conventies, denk ik. Daarom klinkt een solo nooit zoals een normale solo terwijl het eigenlijk wel is gebaseerd op het idee van een solo. Dat is volgens mij bij hem altijd wel een zoektocht.’

Zijn spel klinkt in mijn oren als dat van iemand die al dermate veel muziek heeft gehoord in zijn leven dat hij zich er als het ware van aan het afkeren is…

Shalita: ‘Dat klopt wel. Hij zat en zit al in veel bands, Bonne Aparte, Eklin, GEO, Adept, Sweat Tongue, Goldblum…’ Arie: ‘Je snapt eigenlijk niet dat hij nog steeds muziek maakt!’


De ouwe knakkers onder ons kennen vast Bob Visser nog wel, in 1979/80 was hij het meesterbrein achter VPRO’s ‘Neon,’ het meest radicale TV-programma of ‘jongerenmagazine’ dat Nederland ooit gekend heeft (check hier alle afleveringen). Visser maakte daarnaast ook speelfilms en documentaires, soms handelend over de zelfkant van Rotterdam. Enkele audiostukjes uit zijn film ‘EXITing’ uit 1995 over de teloorgang van dichter-schrijver Cor Vaandrager, kwamen gesampled terug op de debuutplaat van Lewsberg.
0

Comments

comments

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *