Factory Records, dat kennen we allemaal als dat zeer smaakvol vormgegeven, doch ook wat zwartgallige label uit Manchester. Op zwarte groeven van zwarte platen waarden dood en verderf immer vervaarlijk rond, toch? Bands kozen lugubere namen als New Order en Joy Division (de laatsten genoemd naar de ‘Freudenabteilung,’ zoals de nazi’s een kampbordeel noemden), of droegen anders wel vervreemdende, intellectualistische titels waar geen punkertje mee uit de voeten kon: The Durutti Column, Section 25, A Certain Ratio, Crispy Amulance, Cabaret Voltaire…. Neen, het is dat er aldoor zo’n hardnekkige kolendampgrauwsluier boven The North hing anders was een directe lijn met Transsylvanië goed zichtbaar geweest.
Je zou dus zeggen dat temidden van al deze droefenis-als-kunstvorm een komiek wel het laatste was dat als passend beschouwd werd door Wilson, Hannett en consorten. Niets is echter minder waar want al op de allereerste Factory release (catalogusnummer FAC-2, titel “A Factory Sample,’ een dubbel 7 inch met daarop vier bands) staan niet alleen Durutti Column, Cabaret Voltaire en Joy Division te beluisteren, maar ook, pontificaal op side c, ene JOHN DOWIE. Met koddige, kleinkunstige liedjes over acne en ene Adolf Hitler wist hij zich destijds niet bepaald in de kijker te spelen.
John Dowie was niet afkomstig uit Manchester maar uit Birmingham en alleen om die reden al een vreemde eend in de Factory-bijt. Daar kwam bij dat hij al eerder in een one-off deal te maken had gehad met een grote platenfirma. Zijn ‘Another Close Shave’-EP was het jaar ervoor al verschenen bij Virgin Records. Dat plaatje luistert zich met de oren van nu nog steeds als tamelijk hilarisch. Ultrakorte nummers met hier en daar bizarre plotwendingen. Een rookpauze tijdens een nummer? Moet kunnen! De show op het plaatje wordt gestolen door het bizarre ‘British Tourist.’ Hoor toch eens hoe heftig een Engelsman op reis kan afgeven op dat kutvolk genaamd… Nederlanders!
Toen dat plaatje op Virgin uitkwam mocht Mr. John Dowie het nummer live ten gehore brengen in het popprogramma Revolver, opgenomen in de Granada-studio’s te Manchester. We zien Tony Wilson het nummer introduceren en daarna gaat het los: heel Manchester uit zijn dak bij anti-Hollandse sentimenten!
Let ook eens op het inventieve klompendrumstel…
Wilson moet er kwaliteit ingezien hebben want toen hij kort erna Factory Records mede-oprichtte bleek hij John Dowie nog niet vergeten. En later nog mocht Dowie opnieuw een single uitbrengen. Op FAC-19 kwam zijn wel heel melige single ‘It’s hard to be an egg’ uit. Het vinyl had het uiterlijk van een gebakken ei en een heus kippenveertje maakte deel uit van het artwork. Of Peter Saville daarvoor verantwoordelijk was, weet ik eigenlijk niet.
Afijn, de zelfmoord van Ian Curtis legde al snel een grauwsluier over het hele Factory-gebeuren (is subjectief natuurlijk). En in de decennia erna zou de ene na de andere Factory-hoofdrolspeler het loodje leggen (Hannett, Wilson). Zo niet John Dowie, die is weer terug bij waar hij ooit begonnen was: als stand-up comedian in Birmingham.
0
One thought on “Een komiek op Factory Records, was dat mogelijk?”