Hèhè, als hardwerkende music lover heb ik eindelijk effe de tijd om mijn gedachten over Le Guess Who met je te delen. Zoals je weet, LGW vond twee weken geleden plaats, en ik kan je vertellen, in de week erna sloeg ik de digitale en papieren media er met enige verbazing op na, want zowat alle recensies die ik las blonken uit in het uitstorten van allerhande soorten lof. Ja, bossen vol met veren kregen Bob en Johan in hun rear end gestoken. En niet alleen vanuit ons vaderland maar ook gerespecteerde internationale media als Stereogum, the Guardian, etc lieten zich niet onbetuigd. Niet geheel ten onrechte …. maar toch: stilletjes hoop ik nu maar dat onze Limburgse vrinden het niet in hun bol krijgen en stug blijven doorgaan met hun missionaire werk.
Wat ook opviel was dat de schrijvers ervan allemaal dezelfde tien showtjes afgelopen leken te hebben, en daar hun opinie op baseerden. Huh, is hier sprake van een geheim verbond? De loftrompet werd althans unaniem gestoken over acts als Perfume Genius, Mount Eerie, en vooral ook over Pharoah Sanders, Sun Ra Orkestra, Alice Coltrane, les Voix Bulgares en nog een paar overwegend bejaarde acts die overwegend donker van huidskleur zijn en desondanks geen enkele allochtoon op de been brachten. Ik moet zeggen, ik zelve had mijn vizier vooraf op compleet andere acts gericht, en al lezend vroeg ik mij verwonderd af of het North Sea Jazz festival na Curaçao en Kaapstad nu ook in Utrecht een filiaal aan het uitproberen is. Zie ik daar een geheime agenda opdoemen?
Maar wie ben ik, ik ben niet belangrijk! Veel meer waarde hecht ik aan de mening van de mensen om mij heen. En daar zeg je wat, want massa’s fellow-Dutchmen lieten LGW vooral links liggen. Moet je nagaan, het festival verkoopt na twaalf jaar ploeteren en na veel geïncasseerde lof nog steeds niet uit. Om meer dan een lousy 8.000 tickets gaat het niet. En dat over een heel weekend gezien met 180+ acts…. Dat geeft te denken over Nederland Muziekland…. Men vindt het vaak een te ingewikkeld of te saai programma, te druk, te populair geworden, teveel wereldmuziek, teveel gedoe, te onbekend, te duur…
Of te elitair, dat hoor je ook. Nou, dat laatste kan ik wel onderschrijven hoor. Op Schiphol en in/ op de Paradiso-website wordt je nog gewoon tweetalig verwelkomd, maar LGW kiest ervoor om doodleuk en achteloos onze prachtige Nederlandse taal overboord te gooien. In plaats daarvan wordt er een verwerpelijk soort hogeschool-popjournostijltje geïntroduceerd. Ik zeg: aldus werp je een drempel op en lok je uit dat het dikke brillengehalte op het festival disproportioneel toeneemt, zoiets kun je op je blote vingers natellen natuurlijk.
En zo kan ik nog wel een tijdje door mijmeren. Over het feit dat de Kettingzaag in 2018 hoognodig eens als LGW-curator aan de slag moet bijvoorbeeld! Of over het feit dat LGW niet alleen vanuit muziekoogpunt maar ook als city-marketingding interessant dreigt te worden (zie die verguld kijkende horeca-uitbaters en Airbnb-profiteurs). Of…. Maar genoeg gejeremieerd nu, ik heb een stel leuke foto’s voor je, beter! Verzameld met dank aan goeie muziekvrienden die me nuchter verzekerden ook best wel een leuk festival meegemaakt te hebben. Dus dank je Julien, Frankie, Joni, Coentje , Koen, Bülent en Bram!
Coco Mamas in de Hertz: de Fat Boys blijken een vrouwelijke evenknie te hebben. Uit Coco, Mississippi komen ze. Met Daptone-gospel krijgen ze de zaal plat. De dame rechts zit het hele optreden op een stoel maar uiteindelijk vaart the Lord in haar en dan blijkt die stoel ineens nergens meer voor nodig. Tot extase van het publiek dat ervan overtuigd is een heus wonder te aanschouwen. Oh lord, met een verwarmd hart en een vette glimlach op je muil een optreden verlaten, dat is al heel wat.
Altin Gün in Ekko (avond) en Altin Gün in Molen de Ster (middag). Zeer charmant Turks-Nederlands ensemble, geboetseerd rond de rhytme-sectie van Jacco Gardner. Na een paar nummers is er geen houden meer aan. Heel Ekko staat dan op zijn kop en laat de band niet gaan zonder om een toegift te smeken. Yep, dit is de ideale, voor iedereen genietbare feestband. Zelfs op een lustrumfeest voor gepensioneerde Rabobankmedewerkers een geheid succes!
Linton Kwesi Johnson in de Ronda. Zeker, een integere man die een (letterlijk en figuurlijk) kreukvrije indruk maakt. Erg leuk om zijn spoken-word in patois Engels voor een kwartiertje aan te horen, maar dan begint te irriteren dat de legendarische dub-poet maar blijft doormijmeren over wat hij lijkt te beschouwen als zijn persoonlijke glorietijd, de vroege jaren ’80.
Kane Strang in Ekko (sorry, vergeten fotootje te maken). Jong Nieuw-Zeelands bandje treedt op in de klassieke viermansbezetting, waarbij de zanger ook gitaar speelt. Het talent sijpelt uit de mondhoeken van deze band, ze doen soms errug aan de roemruchte Chills denken of anders wel aan Car Seat Headrest. Ik zeg: één van de grote verrassingen van het festival, ondanks matig gevuld zaaltje.
Cate le Bon in de Jacobikerk. ‘La bonbon’ die zichzelf begeleidt op piano, daarbij fraai haar bekende nummers zingend en daarbij geassisteerd door een bas-klarinettist. Haar ex-vriendje Hugh Hawkline speelt even later in Ekko dus dan is het logisch dat hij eerst even naast haar op de pianokruk aanschuift om for old time’s sake een duetje in te zetten. Zo lijkt het alsof we naar ‘Casablanca’ zitten te kijken….
Hugh Hawkline in Ekko. Niet bekend is of de dj voorafgaand aan het optreden het plaatje “(Weet je wat ik wel zou willen zijn) een bloemetjesgordijn” van Wim Kersten & de Viltjes opgezet heeft.
Kevin Morby blijkt op grote voet te leven, we schatten Van Bommel, maatje 47. Overigens, een paar uur later zien we niet alleen Kevin aan de Ekkobar hangen, maar ook Cate le Bon staat daar te tanken met onafscheidelijk aan haar zijde Tim Presley (die niet optrad dit jaar). Dus de urgente vraag is: wat hebben die twee toch met elkaar?
The Duds in the Village, gekiekt door het zijraampje. Deze Manchester band bestaat uit zeven man en daarmee is de Village al zo’n beetje halfvol, dus nogal wiedes dat de deur snel op slot gaat. Dan maar buiten de boel volgen, en wat zien/horen we? Een soort ouwe The Ex-achtige band-met Gang of Four-tik maar dan met een goeie bassist en twee trompetters. Na afloop toch nog even naar binnen gedrongen en hun debuut-LP gescoord. Aardige jongens.
Insecure Man in de Helling. Saul van Fat White Family slaat de plank flink mis met een verveelde show vol expres verveeld gespeelde cocktail–jazz. Na 20 minuten kapt de 8-mans formatie er al mee. De belastingbetaler in mij begint zich zorgen te maken of het lokale kunstbudget zo wel goed besteed wordt. Wij eisen: geen gelul, gebak van Krul! Tweederde van het afgesproken gage eraf!
(Cole Alexander van de) Black Lips in de Helling. De jongens van Tivoli keken al vreemd op toen ze de ‘rider’ van the Black Lips hadden bekeken. Huh, 50 toiletrollen, waar is dat voor nodig, zijn ze aan de schijt ofzo? Zeker bij Van der Valk gedineerd! In de Helling blijkt de ware reden: de rollen worden stuk voor stuk de zaal ingeworpen. Haha, leuk hoor. Maar de Black Lips hebben eigenlijk niks meer bij LGW te zoeken, want net zoals enkele jaren terug in dezelfde zaal staat het bedaagde publiek een beetje schaapachtig naar het podium te koekeloeren. Zo wordt het nooit wat!
Zondag vroeg uit de veren om Aldous Harding mee te maken in het Academiegebouw. Maar kut zeg, lange rij voor de deur, niemand komt er meer in. De gelukkige hufters die binnen zijn zullen dit soort ‘exclusieve’ optredens best wel diggen, maar ik vind er niks an.
Proto Idiot. Dit bandje stond acht jaar terug al in dB’ s bij het ‘Five Years of Fucking Fistful of Records-fest.’ Toen nog een eenmansproject van Andrew van The Hipshakes, nu een volwaardige powerpoppunkband. Hun presentatie komt in eerste instantie wat aanstellerig over, maar eenmaal gewend hoor je vooral de zeer originele liedjes. Leuke band.
(Joe Casey van) Protomartyr. Knorrigheid als kunstvorm, tot zover de invloed van The Fall. Volgens velen het hoogtepunt van het festival.
The Residents. Een van de vier aangekondigde ‘vraagtekens’ in het programma. De verwachtingen liepen hoog op hiervoor maar dat kon niet altijd waargemaakt worden. Zo liep de zaal liep verontrustend snel leeg bij deze Frisco-gasten die al zo’n 40 jaar bezig zijn. Kul als kunstvorm? Een pluk mensen bleef stug staan en werd beloond met een paar zeer fraaie nummers, ook al kwamen die uit de ouwe doos. Hieronder Princess Nakia, ook een ‘vraagteken, ‘ en ook met gemengde gevoelens ontvangen want ‘playbacken’ kan niet vindt het hooggeeerde publiek, ook al is dat al jaaaaaaren gemeengoed in de hiphop-wereld natuurlijk.
Lekker op zondagmorgen languit onderuit liggen op een koudbetonnnen fabrieksvloer en dan dromen van een warme kachel, dat kon bij het ‘12-hour drone fest’ in de Pastoefabriek. De aangekondigde Roy Montgomery is in geen velden of wegen te zien, wel zijn daar een violiste en daarna een saxofonist, zij laten hun muziek naadloos in elkaar overvloeien, ja want anders is het geen drone hè.
Thurston Moore met een geroutineerd aandoende set (met Debby van MBV op bass) waarbij hij het zoekt in gouwe ouwe Sonic Youth-sferen. Wel goed, maar ook een stap terug in het verleden in plaats van vooruit. Retro-noise?
Nog wat plaatjes gekocht? Jazeker: LP’s van Kane Strang, the Duds en Proto Idiot, 10 inch van Black Lips, 45s van Altin Gun (met handtekeningen!) en Protomartyr (nummer 5 van de Vera singles club). Mooi spul man!
1