Dode legende: Baby Huey

Bijna wiekent, dus tijd voor wat polygoonjournaal. Dit keer eens wat ouderwetsche soul en R&B. Of preciezer: garage R&B, want we hebben het vanmiddag over Baby Huey & The Babysitters uit Gary, Indiana. En daar komt, zoals we weten, wel meer talent vandaan.

De echte Baby Huey

De band werd in 1963 opgericht door trompetter Melvyn Jones en gitarist Johnny Ross, maar wordt toch vooral geassocieerd met zanger James Ramey. Dat is logisch, want James beschikte niet alleen over een allesverzengende soulstem, hij was ook nogal omvangrijk, waardoor je de band nauwelijks zag als hij ervoor stond. Zijn obese voorkomen leverde hem de bijnaam Baby Huey op, naar de gelijknamige dikkige en dommige cartooneend. Baby Huey & The Babysitters was vooral een touring band. De output op vinyl bestond uit slechts vier singles, die om begrijpelijke redenen nog allemaal erg in trek zijn bij verzamelaars.

De oorsprong der oerwoudgeluiden

In de late jaren 60 verruilden Baby Huey & The Babysitters het garagegeluid voor een meer spiegedelisch geluid. Slim, want de in kleurrijke gewaden gehulde en met grote afro’s getooide band trok zo de aandacht van kapitaalkrachtige bleke bloemenkinderen.

Maar het trok ook de aandacht van Curtis Mayfields Curtom Records. Curtis was diep onder de indruk van de stem van Ramy. Hij wilde graag met hem een plaat opnemen, maar de rest van de band mocht vertrekken. Ja, de platenwereld is keihard, lieve kijkbuiskindertjes. De band ging niet akkoord en deed toch een beetje mee op de plaat. Van harte ging het allemaal niet, want na een tijdje gooiden de begeleiders het bijltje er toch bij neer. De band van Curtis speelde de rest van de plaat vol.

Image

Je moet ook nooit in een motel gaan slapen

Maar toen sloeg het noodlot toe. Ramey hield nogal van genotsmiddelen van divers pluimage. Een dure hobby trouwens voor een persoon met zijn omvang. Op 28 oktober 1970 ging het mis toen Baby Huey een fataal shot zette. In de krant heette het nog netjes een hartaanval, maar het paard waarop Ramey wegreed heette wel degelijk horse.

Image

De dooie legende

Toch was dat niet het eind van het liedje. Mayfield bracht postuum Huey’s album uit, met de nogal wrange titel The Baby Huey Story: The Living Legend. Een prachtige plaat, die in zijn tijd helaas geen scheet deed. Net als bij nogal wat andere zwarte artiesten uit de jaren 60 kwam de verdiende erkenning pas toen rapperts in de jaren 80 Huey’s nummers begonnen te samplen. Vooral Hard Times van Baby’s album bleek een favoriet en is te horen op nummers van Ice Cube, A Tribe Called Quest, Ghostface Killah en zelfs op het dancehitje Remember Me van Blueboy.

Seventies ghetto-romantiek blijft actueel

Baby’s plaat geldt nu als een soulklassieker uit de vroege jaren 70, waar ook bleekneuzen als The Black Crows en The Black Keys hoorbaar goed naar geluisterd hebben. Het album bevat louter uitschieters en is niet te beluisteren zonder op allerlei plekken kippenvel te krijgen. En bij de cover van Sam Cooke’s A Change Is Going To Come zelf bijna tien minuten lang! Ik zou zeggen, luister vooral zelf eens:

0

Comments

comments

3 thoughts on “Dode legende: Baby Huey

  1. Lekker muziekie hoor! Alleen Curtis moet voortaan niet zo lullig doen vind ik.
    En: “just returned from a gig in Madison, Wis” , is dat ook niet waar de Hussy vandaan komt?

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *