Ontzettend cult! De Brian Jonestown Massacre in Paradiso 13 augustus 2018

Begrippen verduisteren soms meer dan dat ze verhelderen. Neem nu een begrip als ‘cult’. Dat wordt overal opgeplakt, maar wat het nu precies is, heeft niemand ooit goed weten uit te leggen. Je hebt ‘cultfilms’ die soms cult zijn omdat ze gewoon heel erg slecht zijn, er zijn ‘cultvoetballers’ , zoals Josef Kiprich, die even vaak scoorde als dat hij over zijn benen struikelt. En er zijn bands die om een of andere een cultstatus hebben gekregen.

De Brian Jonestown Massacre is zo’n band. Komt het door die goed gevonden naam? Die verwijst natuurlijk zowel naar de grootste ‘cult-Stone’ Brian Jones als naar de de collectieve zelfmoord van de cultus rondom goeroe Jim Jones in Jonestown, Brits Guyana.
Zeker ligt het niet aan de omvang van het oeuvre. Een band als de Young Marble Giants dankt de cultstatus aan haar zeer geringe en lange tijd ook nog eens best moeilijk verkrijgbare muzikale output. Maar de Brian Jonestown Massacre zet iedere scheet op het vinyl waardoor het oeuvre inmiddels Neil Young-achtige vormen aan begint te nemen. Muzikaal kan de band het beste worden omschreven als de Status Quo van de psychedelische rock. Vrijwel alle nummers zijn inwisselbaar; zelfde ritme, psychedelisch gitaartje met lang aangehouden noten, brabbelzang van een Amerikaan die Brits probeert te klinken. Enige muzikale ontwikkeling is er eigenlijk niet te bespeuren in hun loopbaan. En dat is ook helemaal niet erg. Sterker nog, dat maakt de band best wel cult.

Maar wat vooral ontzettend cult is, zijn de optredens van de BJM. Daarover doen al jarenlang de meest wilde verhalen de ronde. Vechtpartijen, ruzies op het podium, muzikale wanprestaties, muzikale topprestaties, topless toetsenistes, concerten die vier uur duren, concerten die vier minuten duren. Er is zelfs een documentaire over gemaakt, Dig! genaamd.

Paradiso was dan ook weer bijna uitverkocht afgelopen maandagavond voor een optreden van de band. En ja, het was weer ontzettend cult wat het gezelschap ons voorschotelde. Zoals altijd bestond dit gezelschap uit veel meer muzikanten dan strict muzikaal noodzakelijk is. Die verwaarloosd ogende gebochelde man met donkere spaghettislierten bleek cultleider Anton Newcombe. Zoals altijd zong hij de meeste nummers en speelde hij de belangrijke gitaarpartijen. Wat die drie andere gitaristen precies toevoegden bleef enigszins vaag. Heel erg cult was zoals altijd weer tamboerijnist Joel Gion met zijn indrukwekkende bakkebaarden. Gion heeft een carrière als decadente Romeinse keizer misgelopen. Verveeld op het podium werpt hij wufte blikken naar het publiek, alsof het keizer Nero is die Rome net in de fik heeft gestoken. En dan is er ook het broodmagere meisje met de mooie jukbeenderen en poezenbandje om haar hals. Ze ging niet topless maar mocht wel twee nummers zingen, wat ze zo vals deed dat zelfs Nico zich moet hebben omgedraaid in haar graf. Ontzettend cult kortom. En als altijd nam dit zooitje ongeregeld ruim de tijd tussen de nummers door om opnieuw te stemmen, overleg te plegen of wat suf voor zich uit te staren. Behalve heel erg cult is dat ook wel handig voor plaspauzes en bierhaalmomentjes.
Dat er geen woord is gewisseld met het publiek, dat er geen toegift was en dat het bedienend personeel bij Paradiso lijkt opgeleid in het oude Oostblok, droeg allemaal bij aan het enorme cult-gehalte van deze avond. Om de avond in cultstemming te eindigen namen we na afloop dus niet de nieuwe metro maar die ouderwetse tram waar je nog gewoon contant kunt betalen. Het begrip cult blijft immers vooral ‘een gevoel’.

Foto’s: Peter Blaauw

0

Comments

comments