Op punkbedevaartstocht in Zuid-Frankrijk

Wat is die TGV toch een geweldige uitvinding. Snelheden van maar liefst 500 km per uur haalt-ie inmiddels met gemak, van Parijs naar Bordeaux doe je tegenwoordig twee uur over. Daar uitgestapt is het eigenlijk nog maar een luttele paar honderd kilometer verder treinen naar Frankrijk’s meest tot de verbeelding sprekende bedevaartsoord. En daarmee bedoel ik niet Lourdes dat ook richting Pyreneeën ligt. Welnee, ik heb het dan natuurlijk over Mont-de-Marsan, het stadje alwaar op 21 augustus 1976 Europa’s eerste echte punkfestival plaatsvond, oui oui! 

De weg ernaar toe is ronduit saai. De trein, uit Bordeaux dus, rijdt dwars door het ‘Parc naturel regional des Landes de Gascogne,’ een natuurgebied dat minstens tien keer zo groot moet zijn als de Veluwe. Maar in plaats van verbluffende vergezichten en dergelijke wordt de reiziger getrakteerd op louter bossen met pijnbomen die ook nog eens allemaal pijnlijk nauwkeurig rijtjesgewijs zijn aangeplant alsof het wijngaarden betreft. Ook met de fauna is het behelpen geblazen. Wat zeg ik, dieren lijken er geheel afwezig. Serieus ik heb er op gelet, gedurende de hele rit bijna niet één vogel zien fladderen daar! 

Achteraf bezien klinkt het als een bizar idee om –in een tijd dat het fenomeen nog vrijwel onbekend was-  een punkfestival te houden in een stadion het diepe zuiden van Frankrijk. De reden: het schijnt dat de toenmalige president Giscard d’Estaing (vurig pleitbezorger van de TGV, vorig jaar aan Covid overleden) absoluut niks van buitenmuziekfestivals moest weten, er gold als het ware een verbod op. Daar kwam nog bij dat de kleine doch fanatieke schare aan Franse punques van destijds een slechte naam had, met neo-nazi’s werden ze zelfs hier en daar geassocieerd. En dus moest er uitgeweken worden, naar een plek waar het allemaal niet zo zou opvallen. En dus vond het allereerste punkfestival van Europa plaats in een onwerkelijke, zomerse en gloedhete stierenvechtersarena, in een slaapstadje niet ver van de Spaanse grens. 

Welgeteld zes keer vond het Mont-de-Marsan festival plaats. De laatste drie keer (1984, 1985 en 1986) zijn wat minder gedenkwaardig en slaan we hier gemakshalve effe over, immers de oerpunk was zo dood comme une pière toen, er stonden acts als Nina Jagen en The Pogues op de planken. Maar de eerste twee edities die in de zomers van 1976 en 1977 plaatsvonden hebben in de loop der tijd een ware legendarische status verkregen. Een derde keer was er ook nog, in 1978. Toen was de burgemeester van Mont-de-Marsan het effe zat en moest het hele circus uitwijken naar La Rochelle, een kilometertje of 500 noordelijker. Uiteindelijk stopte het festival er helemaal mee nadat het stadsbestuur de financiële stekker er had uitgetrokken. In 2016 was er nog wel een eenmalig herinnerings-event met o.a Eddie and the Hot Rods en de Franse band Bijou, maar ja, wie zat daar nou op te wachten?

Als ik het hooggelegen stationsgebouw van Mont-de-Marsan uitstap blijkt dat ik alleen maar effe de weg over hoef te steken om daar in de diepte het voormalige punk-mecca al in volle glorie te aanschouwen. ‘Arènes de Plumaçon’ heet het stadion officieel op Google Maps. Het oogt qua vorm perfect rond, het zachtgelige gesteente baadt in het gelijkkleurige zonlicht. Een kring van afwisselend Franse en Spaanse vlaggen bekronen de boel en wapperen me vrolijk tegemoet, voor zover er wat te wapperen valt in deze hitte. Wow, even op me laten inwerken hoor, hier was het dus dat The Clash en The Damned en Dr. Feelgood een jaar of 44 terug speelden, samen met nog tientallen andere, veelal beginnende bands. Du merde nog an toe… quelle belle epoque!

Drijfveer achter het festival destijds was Marc Zermati, platenbaas van het Franse Skydog Records (dat o.a Iggy & The Stooges’ live-album ‘Metallic K.O.’ uitbracht in de jaren na diens commerciële flop ‘Raw Power”). Hij had goede contacten in Londen zoals met Ted Carroll (Chiswick Records), NME-journalist Nick Kent en Sex Pistols-manager Malcom McLaren  Aanvankelijk zouden ook The Sex Pistols op de eerste editie spelen maar ze trokken het niet dat Eddie and the Hot Rods als headliner aangekondigd zouden staan en dus ging dat feest mooi niet door. The Damned daarentegen stond niet aangekondigd maar speelde wel en maakte indruk. Moet je je voorstellen, nog zonder noemenswaardige status kwamen deze latere grootheden opeengepakt met een bus uit Londen gekard, onderweg volop bonje natuurlijk…  Heel veel publiek kwam er die eerste keer niet op af, een mannetje of 1000.


Veel van de optredende bands zouden we tegenwoordig onder de noemer ‘pubrock’ scharen, vanwege minder rebellie en meer traditionele rock ‘n’ roll

Funfact: helemaal uit Manchester reisde een jonge en toen nog totaal onbekende Ian Curtis af naar Mont de Marsan. Hij was op dat moment al getrouwd en dus mocht zijn vrouw Deborah ook mee, waarschijnlijk maakte zij dit fotootje

De tweede editie in 1977 duurde twee dagen, kende een nadrukkelijker ‘punk’-programma en liep qua opkomst een stuk beter, 4000 kaarten werden er verkocht. The Damned en Eddie and the Hot Rods speelden er opnieuw en dit keer waren ook The Police (jaja), The Maniacs, The Boys, The Clash en Dr. Feelgood van de partij. The Jam kwam niet opdagen, al prijkte hun naam wel op de poster. En ook dit keer trad er een stevige delegatie Franse punquebands op onder wie Marie et les Garcons, de Lou’s, Strychnine (uit Bordeaux), Asphalt Jungle en opnieuw Little Bob Story Overigens, de maandag erop zou Lou Reed in het zelfde stadion spelen dus vandaar dat je zijn naam nog wel eens ziet opduiken in relatie tot dit festival. Er bestaat ook een documentaire van die tweede editie (‘Hot Cuts from Mont-de-Marsan’) maar die heb ik tot op heden nog niet mogen zien, helaasss.

Ze kwamen niet. Tegenwoordig een dure poster
Ondertussen vond het normale leven gewoon zijn doorgang in het stadje

Anno nu zijn sporen ervan, al is het maar een standbeeld van Joe Strummer of wellicht wat graffiti-overblijfselen, in het stadje nergens te bekennen. Standbeelden staan er wel op het voorplein bij het stadion maar die zijn van fameuze lokale stierenvechters. Ook verdomd jammer is het dat even naar binnen sluipen niet tot de mogelijkheden blijkt te behoren, alle deuren en poorten zijn en blijven potdicht. Wel is er op dat voorplein een bescheiden markt gaande, aan de ontevreden slaapgezichten der kooplieden te zien moet het een wegkwijnend gebeuren zijn daar. Als ik wat fotootjes van de ‘arena’ maak komt een man op me afgelopen Alles is gesloten vanwege ‘covied’ maakt hij me vriendelijk duidelijk. Hij is van Spaanse komaf vertelt hij er ongevraagd trots bij. De laatste jaren werd hier nog wel stiergevochten zegt hij maar, en hij kijkt erbij alsof zojuist zijn schoonmoeder is overleden, ‘only with little bulls,’ Aha. Et un festival du punque ici? Hij snapt niet goed wat ik bedoel en kijkt me aan alsof ik hem zojuist een oneerbaar voorstel gedaan heb.

Okay, gauw maar even het stadje gaan verkennen dan. Een klusje van niks zo blijkt, want in Mont-de-Marsan resideren slechts 30.000 zielen en de pakweg vier pleintjes en drie winkelstraten heb je in een handomdraai afgewerkt.  Maar ho, wacht even, wat zien mijn glazen oog?? Een heuse platenzaak! Vinyl Kafé heet het, ‘specialiste du vinyle neuf et d’occasion.’ Aan de buitenkant ziet het er onooglijk uit, maar dat zegt niks weten we uit ervaring. Gauw naar binnen dan, ook omdat het zo verrekte heet is. 

Ik ben de enige klant zo blijkt, en met de eigenaar, type sympathiek grijs sikje met ringen aan elke hand, sla ik al snel onvermijdelijk aan het kletsen, compleet met mondkapjes op zoals dat verplicht is in elke Franse winkel. Hij weet mij kennelijk goed in te schatten want als hij verneemt dat ik Hollander ben slingert hij meteen een razend interessante plaat op de platenspeler. ‘End of the corridor, a compilation of Belgian cold wave and post-punk 78-84’ heet het. Allerlei Vlaamstalige doemteksten beuken op luid volume door de zaak. De Brassers, De Kommeniste, De Scheuren….Vanzelfsprekend meteen maar aangeschaft dat ding. Maar hey, ik ben hier op punkbedevaartstocht dus in mijn beste Engels vraag ik of hij misschien ook platen heeft van ter zake doende Franse helden als Stinky Toys, Marie et les Garçons, Olivensteins, of.. ? Nee, zegt hij met enige spijt in zijn stem: ‘iedereen vraagt daarnaar tegenwoordig, volgens mij zouden dat soort platen nu veel beter verkopen dan destijds.’

Maar wat zien ik nou, wat hangt daar aan de muur? Een king-size poster van The Clash, ter aankondiging van hun optreden in de lokale arena destijds! Natuurlijk mag ik er een fotootje van maken, pas de problème. Of hij er ook bij was destijds? Nee dat niet, want hij woont hier pas zes jaar zegt hij terwijl hij zes vingers opsteekt. En of hij weet of er misschien boeken over het festival zijn verschenen? Ja twee, zegt hij beslist en nu gaan er twee de lucht in. Maar die zijn onmogelijk nog te vinden, zegt hij erbij. Hij doet een poging me op te monteren: ‘een van de organisatoren van het festival van destijds is hier klant, hij komt regelmatig langs hier!’ Nou, da’s mooi dan, weten we dat ook. Gelukkig vind ik in de bakken nog een oud singletje van The Vibrators (Nederlandse persing!) zodat ik blij-blij-blij weer het zonlicht instap.


Stickers op platenhoezen zijn voor verzamelaars een gruwel, maar in dit geval is het erop geplakt door de platenmij en dan is het weer okay

Omdat de trein terug naar Bordeaux nog een uurtje op zich laat wachten en het grootste deel van het binnenstadje in een soort van siësta verzonken lijkt duik ik maar even een tl-buizig cafeetje in. Op grootbeeld zijn paardenrennen gaande en dat trekt alle aandacht. Prettig hoor, niemand let hier op me, tussen de verzamelde losers van dit oord voel ik me prima thuis. In een plaatselijk krantje lees ik iets over een grote demonstratie die komende zaterdag in Mont-de-Marsan, departementshoofdstad tenslotte, plaats zal vinden. Maar liefst 15.000 Zuid-Franse ‘chasseurs’ (jagers dus) worden er verwacht. Vanwege allerlei regelgeving voelen ze zich op hun jagerspik getrapt en zien ze een eeuwenoude jagerstraditie naar de knoppen gaan. Yep, bij ons is er misschien discussie over de ‘stikstofcrisis,’ hier is daar helemaal niks van te merken en willen ze godverdomme alleen maar ongehinderd en onbeperkt dieren doodknallen! Hm, interessant denk ik, nou snap ik ook wat beter waar alle vogeltjes in dat natuurpark gebleven zijn… Naar de eeuwige jachtvelden natuurlijk, net zoals menig ouwe punkband.


Afgelopen zaterdag, boze jagersdemonstratie bij de Arena van Mont-de-Marsan. Opvallend, de hesjes zijn oranje en niet geel, zou dat iets betekenen?
0

Comments

comments