Meteen maar even uit de kast komen: bij mij thuis in de kast staat op de bovenste plank een kei-leuke verzameling voetbal-singles. Die dingen werden met name in de 70s volop gemaakt, hele voetbalteams werden destijds de studio ingesleept. Orkestje erachter, geld speelde geen rol. De kwaliteit deed ook niet ter zake, het spul verkocht toch wel. Sterker: het artistieke eindresultaat was vrijwel altijd van treurigmakend nivo. Maar wie kickt op curiositeiten kan zijn lol op. Maar ik zal daar verder niet over uitweiden, neen vandaag vis ik er -speciaal voor jou- twee gekoesterde 70s exemplaren uit, die van Barcelona (met Cruyff in de gelederen) en het Schotse nationale elftal (met Rod Stewart in de gelederen).
Begin deze maand (7 november 2012) speelden Celtic en Barcelona tegen elkaar in de Champions Liek. De wedstrijd eindigde sensationeel in 2-1, de Schotten wisten azul y grana eronder te krijgen. Nota bene een anoniem invallertje van amper 18 jaar maakte de beslissende treffer. En we moeten toegeven, het ís ook een fenomenale prestatie van onze rooie Hooglanders. Het Schotse voetbal zit immers bepaald niet in de lift. Glasgow Rangers zit dik in de schulden en is vorig jaar een paar divisies teruggezet. Celtic verloor twee jaar terug in de Galgenwaard nog dikverdiend met 4-0 van een superieur FC Utrecht, nou dan weet je het wel (even logisch doorrekenen: per saldo zou FC Utrecht-Barcelona dus in 6-1 geëindigd zijn).
Anyway, Rod Stewart, Celtic-fan van het eerste uur, zat tegen Barcelona zoals gewoonlijk op de tribune. In de westerse wereld begonnen de vrouwtjes decennialang massaal te soppen zodra Rod zijn grote neus om de deur stak. Hoe dat tegenwoordig zit weet ik eerlijk gezegd niet, want tja, hoe check je zoiets? Wat ik wel weet is dat Rod naarmate de jaartjes vorderen zelf steeds sentimenteler lijkt te worden, ja dermate dat hij er geen bezwaar inziet om onbeschaamd alle sopregisters open te zetten. Zoals hier dus na afloop van die glorieuze winstpartij:
Nu wil het toeval dat onlangs ‘de ultieme’ biografie van Rod Stewart verscheen, ‘Rod: The Autobiography’. Niet dat ik dat ga lezen, welnee. Via pers wist ik er evenwel een lollige anekdote uit te pikken, namelijk dat Rod Stewart ooit eens tijdens een yoga-evenwichtsoefening in de open haard was gevallen. Het berichtje citeerde een rake uitspraak van Rod naar aanleiding van dat voorval: ‘Als God had gewild dat we yoga deden, dan had hij ons hoofd wel achter onze knieën geplaatst,’ . Hmm ja, denk ik dan, er zit blijkbaar toch een hoop wijsheid in die man! Ik heb die uitspraak dan ook onmiddellijk in mijn fictieve Wijshedennotitieboekje genoteerd. En Rod steeg verder in mijn achting.
Nog meer toeval: net twee dagen voor de bewuste wedstrijd stond er ineens een bericht op good old Teletekst: Rod Stewart komt naar Nederland! ‘’Rod The Mod’ gaat een concertje geven in de Ziggo Dome. Ik zal niet zeggen dat ik daar echt opgewonden van raakte (ik wens Rod en zijn publiek een prettige wedstrijd!) maar een geheimzinnige kracht DWONG me als het ware om een dom fotootje te nemen van die totaal niet opzienbarende pagina:
En dat terwijl Rod Stewart jarenlang mijn pet hate was. Die stem van hem, ik vond het afschuwelijk, een stem als die van een hockey-meisje (‘helemaal hees van het pijpen die meiden’, zo omschreef een stamgast van Café De Vriendschap het ooit; ik als 14-jarige zat met mijn oren te klapperen). Nee, eigenlijk vond ik die Rod Stewart mijn hele jonge leventje lang een lulhannes van de bovenste plank.
Kortom: WAT IS ER MET ME AAN DE HAND, WAT HEB IK TOCH MET ROD?
De jongeheer Rod, hier met Britt Eklund
Waarschijnlijk is het precies zoals men zegt: hij die nooit van gedachten verandert heeft nooit gedachten gehad. Zo ging dat ook met mij want – eerlijk is eerlijk- gaandeweg ben ik Rod meer en meer gaan waarderen. Ik vermoed dat dat ondermeer heeft te maken met zijn zeer fijne neus voor geschikt covermateriaal. In de loop der jaren heeft Rod op dat gebied namelijk een compleet oeuvre opgebouwd, het aantal covers-door-Rod zal inmiddels het aantal van 100 ruim zijn overschreden. Hij kijkt daarbij verder dan zijn grote neus lang is want hij gaat bepaald niet voor het snelle geld en succes. Ook een aantal van zijn grote hits uit de 70s/80s blijken (achteraf gezien, wist ik veel) gewoon covertjes van smaakvolle songs. Sailing bijvoorbeeld is niet van Rod zelf maar van the Sutherland Brothers.
En zo zijn er nog veel meer, hierbij twee fraaie originals, zeer smaakvol gestrandjut en opgepoetst door Rod:
Moooooooooi!!
Ook mooooooi!
Ook in onze ‘moderne tijd’ blijft Rod smaakvol nummers coveren met dezelfde volhardendheid als waarmee het Schotse elftal beroerde prestaties blijft neerzetten. De uitvoering daarvan kun je ruk vinden maar qua repertoirekeuze heeft hij nog immer een gouden pikkie (o.a. Ron Sexsmith, Primal Scream, Oasis)
Rod doet hier “Weak” van Skunk Anansie
0
Mooie bijdrage!
Ik dacht dat Rod een Schot was, maar hij blijkt gewoon uit London te komen..
Maar heb je dat nou vaak dat een geheimzinnige kracht je dwingt om dingen te doen? Zo van ‘koop alle plaatjes van
New Ordernou ja, koop gewoon alle plaatjes’,‘oranje auto’s, die moet je nemen’, ‘Zet een kettingzaag in je hoofd’.Update:
Had even een mix-up in de auteur van dit stukje. Had niet verwacht dat Mike een fervent luisteraar was van het Weeshuis van de Hits. Vond het meer iets voor debramster.
Deze update vraagt om een reactie, want dit is niets minder dan karaktermoord. Even rechtzetten maar. Weeshuis van de hits, daar ging bij mij dus de radio voor uit. Met dat nare kindstemmetje en nog erger: Peter van Bruggen. Die presenteerde alsof het Kleutertje Luister was. Doettie nog steeds, trouwens. Nare man. Toen hij later dat ochtendprogramma ging presenteren met die slome gans (weet je nog, met die briefkaarten met “Ik ben woedend” om Solingen? Tenenkrommend!) heeft hij me bij radio 3 weggepest. Maar goed ook. Hoefde ik later tenminste niet naar Giel-de-piel te luisteren.
Dissociatieve fugue…
On topic: ik betrapte me erop dat ik deze week overwoog om de bio van Rod aan te schaffen. Je hebt uit de serie recente ouwelullenbio’s nu de keuze uit Neil, Pete en Rod. Van die drie heeft Rod vast de leukste verhalen. En de beste kleren!
In de vakantie heb ik Rod’s bio dan toch maar eens gelezen. Hoewel hij zijn best doet om likeable over te komen, blijkt hij een nog grotere eikel dan ik al dacht. Er staan wel bruikbare tips in over hoe je haar zo rechtop te krijgen (hoofd ondersteboven houden en blijven fohn) en over hoe je meisjes moet versieren.
Verder was voor mij nieuw dat Rod met modeltreintjes speelt (“Every man needs a hobby”), dat hij tot zijn verbazing door Durex gevraagd is om reclame te maken voor hun producten (niet gedaan), dat hij er nog steeds van baalt dat Oranje het feestje voor Schotland verpestte in 1978 (over “Ole Ola” was hij zelf ook niet al te enthousiast), dat hij zelf ook een teringhekel heeft aan “Da Ya Think I’m Sexy” en blijft uitleggen dat als je goed luistert het dus niet over hem gaat (de melodie bleek hij trouwens “onbewust” – ja, ja – gejat te hebben van Jorge Ben), dat hij in de jaren 80 Paul Young (!) als zijn grootste concurrent zag en dat hij tot ver in zijn zestigste trouw wekelijks voetbalde bij een expatvoetbalteam in LA.
Zo, nu hoef jij het allemaal niet meer te lezen.
Ok, ik ben weer helemaal bij… Van de week stond hij nog in de krant met een mini-berichtje, zijn 74 jaar jongere vrouw heeft hem tijdelijk verlaten, of zoiets