“We have seen… many miffies …today.” De zangeres moet zicht- en hoorbaar moeite doen om die Engelse woorden bijeen te zoeken en ze in een logisch zinsverband te plaatsen. Ze maakt deel uit van het Zuid-Koreaanse bandje Say Sue Me, een oriëntaals kwartet dat deze donderdagavond op het dB’s-podium staat als onderdeel van een kort bezoekje aan Nederland. Eigenlijk snak je daar als popliefhebber naar, besef ik me. Ik bedoel: wat een verademing is het om nu eens niet het zoveelste obligate Amerikaanse of Britse tussenpraatje te hoeven aanhoren over ‘so many bicycles’ ‘the canals’ of nog erger: van die lui die willen weten hoe het softdrugsbeleid hier nou werkt. Vorige week hadden we zelfs twee acts op bezoek (Ron Gallo en eh…) die los van elkaar zich onstage precies hetzelfde afvroegen, namelijk wat nou het verschil is tussen Holland en The Netherlands. Gááááp! Nee, dan deze Koreanen, die willen gewoon naar het Nijntje museum en daarmee basta.
Yep, mijn innerlijke brilsmurf fluistert me met regelmaat in dat alles wat een eind kan maken aan het Angelsaksisch cultureel imperialisme met veel passie toegejuicht moet worden. Maar ja, dan is er altijd weer de innerlijke smulsmurf die zijn wellustige vingertje opsteekt en die me ertoe aanzet om al dat mooie uit de UK en USA in onbeperkte hoeveelheden te verorberen. Blijft achter de moppersmurf, die het allemaal aanziet en zijn hoofd meewarig schudt in onbegrip…
K-pop is zo’n hoopvolle trend die dwars ingaat tegen dit verfoeilijke eenrichtingsverkeer. Niet dat Say Sue Me een typische K-pop exponent is, welnee ze zijn eerder een logische tegenhanger ervan. Maar evenzogoed ook uit Zuid-Korea afkomstig, uit de havenstad Busan om precies te zijn. Hun muziek omschrijft men wel als een mengeling van surf en allerlei indie-sounds. Ze oogsten er aardig wat succes mee, de halve wereld hebben ze reeds bereisd, van SXSW tot Motel Mozaique. Dat ze zo veel en zo vaak toeren is opvallend want alt-Azië bands zijn vooralsnog een zeldzaamheid in onze contreien, en daar vertel ik niks nieuws mee. Opmerkelijk is het wel dat ze vooral in de UK behoorlijk populair zijn!
Deze donderdagavond is het 3voor12-avond in dB’s, drie bands, gratis toegankelijk, Say Sue Me staat gesandwiched tussen twee lokale acts. Al met al een leuk concept dat het moet hebben van een vlotte voortgang, dus elke band speelt een half uurtje ofzo. Echter, specifiek in het geval van Say Sue Me is dat een beetje jammer want ik had gaarne een extra portie gelust. Juist omdat deze band het moet hebben van een zekere suikerzoete trance of groove, of hoe je het ook wil noemen. De uitwapperende gitaarflarden a la de early Cure kunnen je zomaar in een staat van onthaasting brengen. Oftewel: hoe meer je erin opgaat hoe meer dat op den duur verslavend gaat werken!
Met het beperkte referentiekader waar ik me mee moet behelpen link ik deze band vooral aan de pre-Britpop muziek die eind jaren jaren ‘80 in de UK opgeld deed. Met bands als Flatmates, Primitives, The Pastels, Darling Buds, Shop Assistants, Talulah Gosh, Soup Dragons, The Mighty Lemon Drops… Met dat verschil dat de meeste van die lui punkier en venijniger klonken dan deze helden uit het land van de koriander. Dat gezegd hebbende, een paar maten van mij gaan ieder jaar naar het festivalletje Indie Tracks, dat plaatsvindt ergens diep in de binnenlanden van de UK. Hipsters als het zijn, nemen zij een andere naam voor dit soort DIY-muziek in de mond: “twee” (spreek uit: twie). Dat is zeg maar de meer moderne, ingetogen, verlegen rammelpop-variant op bovengenoemde rits bands, waarbij de (veelal) zangeressen af en toe best wel vals mogen zingen. Okay dan, Say Sue Me = twee dus, onthou dat nou!
Maar het gáát ook ergens over bij Say Sue Me. Hun eerder dit jaar verschenen single ‘At the end of the road’ bijvoorbeeld, adresseert de vervuiling van onze leefomgeving, van onze stranden in het bijzonder. Al die plastieke rotzooi, dat is een doorn in het oog van zangeres Sumi Choi, want behalve naar het Nijntje museum wandelt zij ook graag langs de Baai van Busan. Goed vertaald licht zij toe: “When I feel like I’ve lost my way or everything is difficult, I remind myself of someone who comforts me with existence itself. I think that the sea is like that and it seems like a generous person who only gives it all. It gives us life, gives us a place to rest and play, and gives everything it has, but it seems like we only know how to dirty and ruin it.”
0