Het was tam zaterdagavond bij Le Guess Who in Tivoli. Totdat gimmickrockers Sleigh Bells rond middernacht het podium betraden, was de zaal gevuld met de spreekwoordelijke man en het halve paardenkop. De thuisblijvers hadden weer eens ongelijk. Zij misten namelijk maar liefst drie concerten, variërend van tamelijk briljant tot "interessant".
Tamelijk briljant waren The Smith Westerns. Anders dan de naam doet vermoeden speelt dit kwartet adolescenten geen kuntrie, maar het soort glamrock dan je rond 1975 in CBGB's te New York hoorde. De vergelijking met Televsion drong zich nadrukkelijk op. De zanger was lekker ongeïnteresseerd en de gitarist moet wel het Amerikaanse neefje van Mick Ronson zijn. De band onderbrak speciaal voor Le Guess Who zijn tour met MGMT om Field Music te vervangen. Hun late programmering verklaart misschien de lage opkomst. Het spel leed er echter niet onder, hooguit het spelplezier. Dat een grijsaard het nodig vond om ze vlak voor het laatste nummer "zounts ferrie koet" toe te voegen, brak ze uiteindelijk op. Na ruim een half uur verlieten ze plots het podium, om niet meer terug te keren. In januari komt de tweede plaat van het gezelschap uit. Ekko zal ze ergens volgend jaar vast het publiek bieden dat ze verdienen.
Na The Smith Westerns was het de beurt aan Esben & The Witch. Hier gold wel nomen est omen. De band bestond uit twee artistiek uitziende heren (lang haar, baard en designbril) en een dame (type dramadocente) die dan wel de heks zou zijn. Het repertoire bestond uit een soort mislukte Portishead –imitatie, waarbij de afwisseling werd gebracht door een grote trommel waar de bandleden om de beurt op mochten slaan. Niet groots allemaal, het viel meer in de categorie "interessant, maar je moet ervan houden". Dat doe ik niet, hoewel ik moet toegeven dat de band mij voldoende boeide om het hele concert uit te zitten. Dat kwam vooral doordat je na elk nummer de indruk hebt dat de band beter kan. Helaas bleef die verbetering steevast uit. Meisjes met bloemetjesjurken en moeilijk haar om mij heen vonden het trouwens wél mooi.
De band waar ik het meest van verwachtte bracht uiteindelijk vooral frustratie. Small Black heeft met New Chain een lekker plaatje gemaakt, maar bakte er op het podium niet veel van. Of beter gezegd, de geluidsman verhinderde dat ik er een goed oordeel over kon hebben. De bassist deed op het oog hele mooie dingen. Helaas was daar in de zaal niets van te horen. Herkansing op Primavera dan maar.
En dan de hoofdact… Sleigh Bells is redelijk succesvol gehypt. In Tivoli bleek dat de heer en dame in kwestie dat niet minder dan terecht vinden. Alsof niet een derderangs lawaaibandje, maar The Rolling Stones zelf zouden optreden, bereidde een legertje roadies hun komst voor. Na een goed half uur lagen de handdoekjes recht, waren de flesjes water ontdopt en stond de muur van nepversterkers keurig op zijn plaats. Uiteraard moesten wij nog het nodige geduld opbrengen voordat wij vereerd werden met de komst van de twee wonderkinderen van de moderne muziek. De zaal, inmiddels gevuld met vooral middelbare scholieren, ging snel overstag. Al bij het tweede nummer droop het bier van het plafond en sprong de jeugd op en neer dat het een aard had. De objectieve toeschouwer op leeftijd had het toen wel gezien en verliet het pand om te verdwijnen in de vriesnacht. Op zoek naar nieuwe avonturen…
En om de oppas af te lossen.
0
Prachtige recensie op wat zo langzamerhand de beste concertrecensie-site van Nl is (waar blijft de erkenning?). Was vrijdagavond net zo goed? Heb zelf als alternatief de alleraardigste film ‘Nowhere Boy’ over jonge John Lennon op dvd bekeken.
Voor een groot deel kan ik me aansluiten bij de recensie. Achteraf gezien waren de Smiths Westerns echt het beste van de avond. De beschrijving van het optreden van Ebsen & The Witch vind ik toch echt te positief: een aantal malloten die artistiek wilden doen op het podium, maar waarvan ik de sound echt niet begreep (oeps, misschien ligt het aan mij?).
Vrijdag niet geweest. Het lukte me niet om om tijd bij Tivoli te zijn, waardoor ik Junip al had gemist en het risico liep er sowieso niet meer in zou komen. Als alternatief de redelijk waardeloze film “Salt” gezien over Angelina Jolie die telkens maar geachtervolgd wordt.
Wél een aanrader: Anvil! The Story of Anvil. De enige echte Spinal Tap.
Aansprekende recensie. Is hiermee de belofte ingevuld dat Le Guess Who het Nederlandse Primavera is?
Of maakt één leuke band nog geen lente?
Het zit wel in de richting. Het zal me niet verbazen als we een aantal namen van LGH ook op het affiche van Primavera tegenkomen.
Je mist de Jagermeister wel, natuurlijk. En de drankomaten en dat jachthaventje en de lagere gemiddelde lengte van de bezoekers en de zon en de veels te dure falafel en de slome bediening op de eerste avond en
Als ik wat meer last had gehad van inspiratie dan had ik van de donderdagavond in Ekko ook een leuke recensie kunnen schrijven hoor. Daar traden Ty Segall, Strange Boys en Demon’s Claw op. Was wel okay allemaal, laat ik het daarbij houden dan.