Net als F16-piloten, crackhoeren en schaapscheerders kennen ook platenzaakmedewerkers hun eigen jargon. Zo hoorde ik eens vanachter de toonbank de term ‘vegetarische plaat’ vallen. Daarmee bleek men een plaat te bedoelen die vlees noch vis is, of zeg maar gerust een kutplaat. Of ‘pitbullplaat’ ook tot hun incrowd-taaltje behoort weet ik niet, maar ikzelf neem dat woord zo af en toe in de mond. Het gaat mij dan om vinyls die zich niet zomaar in een hok laten douwen en die zich, eenmaal uitgelaten op je platenspeler, in je kont vastbijten om vervolgens nooit meer los te laten. Het onlangs verschenen debuutalbum van The Cool Greenhouse is bij uitstek zo’n plaat!
En ik was nog wel zo gewaarschuwd. De nieuwsbrief van Elpee Groningen had het al duidelijk gesteld: de debuutplaat van The Cool Greenhouse is er eentje die per draaibeurt beter en verslavender wordt. En verdorie, precies dat is wat die plaat met je doet! En precies dat is ook de zeldzame kwaliteit van deze Britse band: simpele riffjes die eindeloos herhaald worden, op het hypnotiserende af. Plus een zanger die er relaxed overheen freestylet. Het lijkt op maatschappijkritiek wat er uit zijn mond komt, laverend tussen ironie, zelfspot en satire. Gemakshalve lijkt hij er vanuit te gaan dat zijn band datzelfde simpele loopje nog wel een minuut of tien zal volhouden en ja hoor, klopt helemaal… Neem ‘The Sticks,’ het knallende openingsnummer:
Dat The Cool Greenhouse zich vernoemd heeft naar hun zanger is alleszeggend. Tom Greenhouse was de man aan de wieg, de man van het idee. Na wat slaapkamerprobeersels stapte hij al gauw het podium op, aanvankelijk nog als een soort performance poet. Al gauw kwam hij op het idee om er eigenhandig stukken muziek achter te plakken, een drumcomputertje hier, een keyboardriedel daar… Van daaruit was het weer een logische stap om er een volwaardige band bij te halen. The Cool Greenhouse is nu een vijfmanformatie, inclusief twee gitaristen en een toetsendame.
Muzikaal is het bij The Cool Greenhouse een al repetition, repetition, repetition, ofwel de invloed van The Fall is nooit ver weg. Al is die vergelijking eigenlijk net iets te voor de hand liggend. Een groot verschil is dat het Fall-geluid vaak opzettelijk lelijk en ontoegankelijk gemaakt is, Van The Fall genieten is dan ook voorbehouden aan de meer (ahum) geoefende luisteraars, ofwel aan hen die over een zogenaamde (hmpfff!) acquired taste beschikken. Bij The Cool Greenhouse werkt dat in het geheel niet zo (zucht…). Bij hen ligt de drempel een stuk lager, het luistert lekker weg, het is muziek dat erin gaat als God’s woord in een ouderling. En dan heb ik het nog eens niet gehad over dat fascinerende speelgoedorgeltje dat zich als een overspannen sluipwesp door de liedjes heen vreet. Bij vlagen klinkt dat alsof wijlen Stranglers keyboard wizard Dave Greenfield op aarde is teruggekeerd om getergd zijn plek terug te eisen, gereïncarneerd als zijn jeugdige, rattige zelf.
Ook qua bijdehand uitgespuugde teksten, of beter gezegd qua niet aflatende stream of conciousness, heeft The Cool Greenhouse trekjes van The Fall. Maar ach, met hetzelfde gemak kun je daar de namen van andere Britse ratelaars invullen, zoals van Sleaford Mods, John Cooper Clarke, Baxter Dury of Mike Skinner/Streets. Waar zanger Greenhouse zich echter in onderscheidt is dat zijn stem zich nauwelijks verheft. Bij hem klinkt alles vriendelijk en vertrouwelijk. Hij is niet boos of gefrustreerd, hij is niet zwaar teleurgesteld, niet in zichzelf en niet zijn medemens. Bij hem klinkt het eerder alsof hij jou persoonlijk even apart neemt. Bij het kopieerapparaat van de supermarkt of bij de wc’s in de pub. Om je daar even achteloos wat facts of life van de hand te doen. Waarmee jij dan weer je voordeel kan doen. Waarna je hem al snel weer met iemand anders ziet staan lullen.
Okay duidelijk zo, hoop ik, The Cool Greenhouse is een plaat die er uitsteekt. Typisch zo eentje om je door deze zomersleur heen te trekken. Het andere goede nieuws is dat The Cool Greenhouse naar Nederland komt! Yep, op 16 of 17 of 18 oktober spelen ze bij het Left of the Dial-festival in Rotjeknor. Het slechte nieuws is evenwel dat het aantal ter beschikking staande toegangskaarten zeer beperkt is, waardoor het festival inmiddels völlig ausverkauft is. Snif, heb ik weer…
Hopelijk zullen de spaarzame bezoekers in de gelegenheid zijn een zuiver eindoordeel over deze band te vellen. Veel zal denk ik afhangen van hun live-uitstraling en stage presence. Cool as fuck of irritant studentikoos? Heavy underground of het soortelijk gewicht van piepschuim? Tja, zoals bekend zit daar maar een dunne scheidslijn tussen. Ondanks die topplaat zit daar mijn twijfel hoor. Zeker ook omdat het om Engelsen gaat, denk bijvoorbeeld eens terug aan Temples met hun verachtelijke remix-plaat die volgde op hun skitterende dubuut. Of aan Sports Team, een andere lappen-tekst-spuiend-Brits-bandje dat nog maar anderhalf jaar terug eventjes Brittannia’s hoop in bange dagen leek. Maar toen ze hier eenmaal aangemeerd hadden bleken ze live bij nader inzien nauwelijks indruk te maken. Even afwachten dus of dit kasje na de zomer nog steeds zoveel verkoeling geeft.
0