Schering en inslag is het tegenwoordig om stil te staan bij deze of gene klassieke plaat die precies x jaar geleden verscheen. Of bij dat ene ‘legendarische’ optreden dat exact x jaar geleden plaatsvond. Opvallend is het wel dat al die historische gebeurtenissen bijna nooit van 10, 20, 30 of 60 jaar terug stammen, maar vaak rond de 40 of 50 oud zijn. Aha, betekent dit dus dat rond 1970 en 1980 veruit de beste, meest wereldschokkende platen werden uitgebracht en optredens werden gegeven? Je zou het wel zeggen… Onbeschaamd staan we daarom vandaag stil bij de tournee die Joy Division ooit door Nederland voerde. Deze week is het op de kop af 40 jaar geleden dat de boys uit Manchester bij ons een bakkie kwamen doen Hoe verliep die tour? Welke zalen werden aangedaan? En wat vonden de jongens er eigenlijk zelf van?
Om precies te zijn tussen 11 tot 19 januari 1980 vond het allemaal plaats. Gedenkwaardig mag het op zijn minst wel genoemd worden, temeer daar buiten de UK Nederland het enige land was waar de band een onvervalste clubtour ondernam. Er waren weliswaar óók optredens in Brussel (2 x in zaal Plan K), Antwerpen, Parijs, Berlijn en Keulen maar landelijke clubtours kon je dat onmogelijk noemen. In totaal twaalf optredens in het buitenland deed Joy Division gedurende zijn korte bestaan, waarvan zes in Nederland.
En bij die twaalf bleef het. Een Amerikaanse tournee, die een maand of vier later van start zou gaan, werd nooit werkelijkheid. Tegenwoordig geldt die USA-tour dan ook als een schoolvoorbeeld van ‘a legendary tour that never was.’ Die tour, Joy Division’s tweede LP Closer was net uit, had de band moeten brengen naar zalen als Hurrah in NYC, Tuts in Chicago, Duffy’s in Minneapolis (met een piepjonge Hüsker Dü als voorprogramma!) en de Starwood in Los Angeles. Maar neen, het mocht niet zo zijn & het zou er ook nooit van komen. Ian Curtis’ huwelijkscrisis, vermengd met heftige mood swings en epileptische aanvallen, en aangevuld met een knijpende vliegangst waren too much for a mortal. De demonen die hem kwelden zouden uiteindelijk tot zijn persoonlijke neergang leiden. Aan de avond voorafgaand aan die voorgenomen USA-tournee hing hij zichzelf op (18 mei 1980), waarmee ook meteen de band ten einde kwam.
Het Europese tripje was tevens de gelegenheid waarbij (de getrouwde) Ian Curtis zich voor het eerst vergezeld liet gaan van zijn Belgische vriendin Annik Honoré, de vleesgeworden splijtzwam uit Brussel. In het boek ‘Touching From a Distance’ van zijn eega Deborah Curtis (waar Anton Corbijn’s Joy Division-film Control op gebaseerd is) schrijft zij daarover. Verbitterd vertelt ze hoe zij vertwijfeld in Macclesfield achterbleef met hun pasgeboren baby, ze moest haar uiterste doen om de eindjes aan elkaar te knopen. En dat terwijl die ‘Belgian boiler’ (volgens Deborah noemden de andere bandleden haar zo, en dat is bepaald geen compliment) als ambassademedewerkster kennelijk wel de tijd en de middelen had om met de band op te trekken.
In haar boek spaart Deborah Curtis, destijds qua verschijning meer een muisje dan een meisje, haar voormalige echtgenoot allerminst. Ze schetst het beeld van een bezitterige ijdeltuit die nauwelijks oog heeft voor zijn pasgeboren dochtertje. Uitgerekend op de dag dat hij haar trouwt wordt meneer opstandig: op hun huwelijksfeest slaat hij haar ziekelijk van jaloezie een glas drank uit handen omdat ze het gewaagd had met een oom te dansen! Je zou het niet zeggen van de voorman van de meest vooraanstaande post-punk band aller tijden, maar het liefst hield hij haar thuis bij het aanrecht, en wel zo kuis mogelijk gekleed. En dan die soms racistische praatjes van hem in de pub… Wanhopig werd ze ervan. Maar veel weerklank vond haar jammerklacht niet. Daarvoor was manlief te razend druk met zijn band en die jongens hadden nou eenmaal als band-policy dat WAGs ten allen tijde op afstand gehouden moesten worden.
Okay, lopen we de NL-tournee even met je door. Dankzij de weduwe weten we meer daarover: ”(Manager) Ron Gretton hired a twelve-seater minibus for the band and crew, and a three-ton truck for the equipment. Luckily they crossed the Channel by hovercraft, so Ian had no need to tell anyone about his fear of flying.’ Hoe het Joy Division verging in Doornroosje en het Paard van Troje, dat vertelt de geschiedschrijving niet. Waarschijnlijk waren het redelijk bezochte concerten die nalieten bij de lokale, nog puberende punkjeugd een diepgaande indruk achter te laten. Van de andere concerten is wat meer bekend. Lantaren in Rotterdam bijvoorbeeld, gevestigd in de Gouvernestraat, oftewel het zelfde pand waar drie jaar eerder de Sex Pistols optraden, beschikte om de een of andere reden op die avond niet over een podium en zodoende stond de band gelijkvloers met het publiek. Er resteert een fraaie foto van, van de hand van Rob Verhulst. Onlangs nog stond deze foto in de Rolling Stone te bewonderen.
De hele toer was min of meer opgezet door Eindhovenaren Carlos van Hijfte van platenzaak Bullit en zijn kompaan Ton van Gool die de programmering van de Effenaar verzorgde. Dankzij hun vele contacten in binnen- en buitenland wisten ze de zaakjes dusdanig handig aaneen te knopen dat een NL-tournee haalbaar bleek. Maar uitgerekend in hun thuisstad stak agressie de kop op. De punkrock was namelijk nog lange niet uitgewoed en dat hield in dat er overal gastjes met zwarte, met witte viltstift volgekladderde leren jasjes rondliepen. Eindhoven kende tevens een stevige vetkuiven-scene en toen eens zo’n punkert gezien werd met het jas-opschrift ‘We’re so glad Elvis is dead’ toen waren de rapen gaar want zoiets pikken rockers-met-eergevoel niet. Een groepje van een man of twaalf wist de Effenaar binnen te dringen om die punklui eens mores te leren. Een vechtpartijtje (waar Peter Hook zich natuurlijk ook mee ging bemoeien) was het gevolg waardoor het optreden vijf minuten stil kwam te liggen.
Los van dat kwam iemand op het lumineuze idee dat concert te filmen. Zodoende resteert er een uniek 8 mm-filmpje van enkele nummers. Daarnaast had Eindhoven, voor zover bekend, als enige speelstad de moeite genomen een poster voor het concert aan te laten maken. Daaruit valt direct op te maken welk een geringe status de band toen nog had (volgens Annik Honoré lag hun gage destijds rond de 250 pond per optreden). Ook weet ik uit betrouwbare bron waar de band die nacht overnachtte: in het Apollohuis (plek voor muziek en exposities) aan de Tongelresestraat, vervolgens de volgende dag ontbijten bij de familie Panhuysen… Een poster met vier handtekeningen erop werd daar dankbaar achtergelaten maar tot op de dag van vandaag is dat verrekte ding zoek.
Een dag later speelt de band in Groningen. In het tien jaar geleden verschenen 300-pagina boek ‘Rocking on paper; The Vera Club: a history of posters’ wordt het Joy Division-concert nergens genoemd, behoudens ergens achteloos voorin, in een bijzinnetje. Een poster vond men destijds kennelijk niet de moeite waard. Of het was er eentje die te onbenullig was om later in boekvorm te re-printen. Rare jongens die Groningers, krijgen ze in acht jaar tijd de Ramones, Sex Pistols, U2, Velvet Underground en Joy Division binnen hun stadsgrenzen en het lijkt ze weinig te interesseren. Wel vind ik nog een ouwe recensie uit het Dagblad van het Noorden, geschreven door Syb Wynia, die in de vroege jaren ‘70 zelf Vera-programmeur was geweest. Hij schrijft (sorry, de oorspronkelijke Nederlandstalige tekst kan ik niet vinden): ‘The strong pictorial, tense music calls up associations with desolate industrial cities where something is about to happen.’ Nou, dat had Syb in elk geval goed aangevoeld!
Van het Paradiso-concert zijn, wie weet dat nou niet, puntgave opnames overgebleven want de VARA (of was het nou de VPRO?) nam het hele concert op. En zoiets hou je niet onder de pet natuurlijk. Het zou in de loop der jaren resulteren in een grote verscheidenheid aan bootlegs. Aanvankelijk alleen op cassette naar daarna ook op vinyl, cd, overal online…. Vorig jaar nog werd in het kader van Record Store Day 2019 het hele concert wederom opnieuw her-heruitgebracht, nog wel op helblauw vinyl.
Het Paradiso optreden was ook om twee andere redenen bijzonder: ten eerste kwam het voorprogramma (weet iemand wie dat waren?) om de een of andere reden niet opdagen waardoor Joy Division besloot om twee sets te spelen. Op de bootlegs kun je het allemaal terughoren. Verder was er nog de kledingkwestie. Ian Curtis had het namelijk in zijn botte hoofd gehaald om een T-shirt te dragen!!! Hij overtrad daarmee de band-dresscode want de afspraak was om ten allen tijden een overhemd te dragen. Foei Ian!
Achter dit T-shirt stak een mooi verhaal. Je moet weten dat in het Amsterdam van die dagen de twee kunststudenten genaamd Zsa Zsa Linnemann en Sjef Somers een hip stelletje vormden. Ze waren zo snugger geweest om in 1978/79 naar Londen af te reizen om daar de punkrock revolutie van dichtbij mee te maken. Sjef was idolaat van bandjes en probeerde daar ook mee in contact te komen. Zsa Zsa daarentegen hobbelde daar een beetje achteraan. Zo maakten ze kennis met meerdere vooraanstaande punkertz en legden ze ook contact met Ian Curtis. Maar uitgerekend op de dag dat ze een afspraak met hem hadden bleek Sjef ziek. Geen nood, Zsa Zsa sprak alleen met hem af en nu geef ik de microfoon even aan haar door: “Sjef kon werkelijk geen pap zeggen, dus moest ik die hele verlegen jongen ontvangen. Maar dat was erg leuk, we hadden een ontzettend gezellige middag en avond samen. Omdat het leven in Londen zo duur was heb ik toen vaak stamppot gemaakt, want dat kon ik nog wel betalen. Gewoon, groente met wat aardappels. We aten die avond stamppot.’ Mooi feitje! (* citaat is uit het boek ‘Ultra’ van Harold Schellinx, 2012).
Afijn, toen Joy Division dus een jaar ofzo later in Paradiso optrad toen sprak Zsa Zsa opnieuw met Ian Curtis af. Ze was op dat moment bezig toelatingsexamen te doen voor de Rietveld Academie en had daarvoor ondermeer een t-shirt gemaakt met de tekst The Sound and the Fury (naar een roman van William Faulkner). Curtis leende het shirt , nam het mee naar Paradiso and the rest is history.
Of Ian Curtis het naar zijn zin had tijdens die Nederlandse tournee, ook dat vertelt de geschiedschrijving niet, waarschijnlijk ook omdat hij backstage voornamelijk tobbend voor zich uit zat te staren, in een boek zat te lezen of anders wel met die Belgische lag te flikflooien. In haar boek vertelt de weduwe dat Ian na het uitbrengen van een eerste single en een eerste LP eigenlijk geen verdere ambities meer had met Joy Division. Het liefst wilde hij in een circus (!) werken. ‘He had also told (drummer) Steve Morris of his desire to leave, but Steve was under the impression that Ian wanted to live in Holland.’ Aha! daaruit mogen we toch wel concluderen dat hij niet met al te veel tegenzin rondhing hier.
Ondertussen is het sluipenderwijs 2020 geworden en is er dus alwéér een nieuw decennium aangebroken. Ian Curtis zou dit jaar 64 geworden zijn, ouwe lul! Zijn dochter Natalie is inmiddels 43 en probeert een bestaan op te bouwen als kunstzinnig (pop)fotografe. De oude weduwe Deborah leeft thans een anoniem leven in een rustiek Engels dorpje en is jaaaaren terug al eens hertrouwd. En Annik Honoré? Zij had zich, als voormalig oprichtster van Factory Benelux en als promotor van Plan K in Brussel, teruggetrokken uit de muziek-bizz. Ze stierf een jaar of vijf terug aan k, met achterlating van twee kinderen. Zelf zag ze haar roemruchte ‘affaire’ met De Grote Zanger héél anders dan de buitenwereld die er een ‘triangle amoureux fatal ’ in zag. Zijzelf hield het liever bij ‘une relation complètement pure et platonique.’
Resteert nog deze kwestie: wie oh wie is toch het bezongen onderwerp van de evergreen ‘Love will tear us apart’? Dat is zelfs na al die jaren nog steeds geen uitgemaakte zaak. Zowel Deborah als Honoré denken/dachten graag dat het over hún relatie met Ian Curtis ging. Maar wij zijn nuchtere Hollanders, we houden het er liever op dat allebei de dames hun inspirerende steentje eraan hebben bijgedragen. Beiden mogen er wat ons betreft dan ook met recht apetrots op zijn als muze gediend te hebben!
Nog even terugkomen op Control. Het meest romantische van die film is eigenlijk het vervolg daarop: de acteurs die de rollen speelden van Ian Curtis en Annik Honoré (respectievelijk Sam Riley en Alexandra Maria Lara) waren namelijk op de set terstond verliefd op elkander geworden en traden kort daarna in het huwelijk! Twee kinderen zijn thans het levende bewijs van hun liefde, het gezinnetje resideert in Berlijn. Mooie gedachte is dat eigenlijk: de onmogelijke liefde die ze op het zilveren scherm trachtten te verbeelden bleek in hun echte leven juist niet onmogelijk, de totale liefde lag binnen handbereik!
Tenslotte denk ik nog even terug aan de woorden van Peter Hook, toen hij vorig jaar de platenbeurs in Utrecht aandeed en geïnterviewd werd over het Joy Division-succes. ‘Je moet niet vergeten, we waren pas een jaar of 19’ zei hij tussen neus en lippen door. Welnu, ik zal eerlijk zijn, precies die woorden raakten mij diep want dat de jongens destijds zo krankzinnig jong waren, dat was eerlijk gezegd in de loop der jaren een beetje weggezakt in mijn Joy Division-bewustzijn. Maar toen ik deze uitspraak nadien fact-checkte toen bleek er niks van te kloppen: drie van de vier boys stammen uit 1956, dus rond 1980 waren ze alle drie al 23 … Sindsdien weet ik het zeker: never trust a hippie, nor a hooky!
Naschrift: op facebook plaatste onze trouwe lezer Bram S. als reactie op bovenstaand stukkie de volgende comment:
Die tour in de USA kwam er uiteindelijk wel, maar een jaar later als New Order. Onder die naam had de overgebleven band nog geen deuk in een pakje boter getrapt, maar die tour (november 1981) was op verschillende manieren erg bepalend voor de toekomst van de band. Allereerst omdat hun tourbus met instrumenten werd gejat (ff vergeten op slot te zetten). Later werd daarvan alleen nog een van Pink Floyd geleende loodzware versterker terugvonden. Symbolisch voor een nieuwe start, want alle instrumenten waar Jou Division op speelde waren dus in een klap weg. Ten tweede ontdekte de band de geneugten van de New Yorkse clubs (waaronder Hurras, waar New Order optrad – met o.a. Madonna en een jeugdige Beastie Boys in de zaal) en bijbehorende dansmuziek. Beiden vormden een inspiratie. Zowel voor look en feel van de Haçienda die een jaar later opende, maar ook voor het geluid van de band. Dat veranderde van een wat geforceerd Joy-Divisionpastiche op Movement naar een duidelijker en zelfverzekerder clubgeluid op singles als Everything’s Gone Green en Temptation. Eigenlijk vond New Order zichzelf pas echt uit in New York. Dat doet je afvragen hoe de band uiteindelijk geklonken zou hebben als IC zich nou eens niet op de vooravond van die oorspronkelijke Amerikaanse tour had verhangen.
0