Van vieze punker naar songfestivalwinnaar, ach waarom ook niet?

Tja, kan dat eigenlijk wel, van vieze punkert naar songfestivalwinnaar? Om een antwoord te vinden op die delicate kwestie zijn we genoopt af te reizen naar oostelijk Engeland, en wel naar het overbekende universiteitsstadje Cambridge. In het rauwe punkjaar 1977 werd daar één van de eerste bona fide indie-labels van de grond getild. Naam ervan: RAW Records. Meest in het oog springende release van RAW was wellicht ‘Johnnie Won’t Get to Heaven,’ een smerig en zeer opruiend werkje op 7 inch van THE KILLJOYS . De zanger van dit bandje heette Kevin Rowland en die zou zich niet veel later opwerpen als voorman van niemand minder dan DEXY’S MIDNIGHT RUNNERS, je weet wel.

soft boys beter
Links staan Kimberley en Robyn

Meer van belang voor dit verhaal is een andere opzienbarende punkrelease op RAW Records: ‘Wading Through a Ventilator’ de debuut-45 van de Cambridge-band THE SOFT BOYS. Een bizarre single die het startschot zou betekenen van een imposante (thans 17 albums omvattende) loopbaan van voorman ROBYN HITCHCOCK.  Maar… voordat Robyn solo ging leverden The Soft Boys nog twee zeer imposante albums af. Op dat moment was ene KIMBERLEY REW al tot de band toegetreden. Samen met Robyn Hitchcock vormde hij de kern van de band. Voor zo lang dat duurde dan…

‘A Can of Bees’ (1979) en ‘Underwater Moonlight’ (1980) zijn de twee Soft Boys-albums die je eigenlijk moet hebben. Beide blinken uit in vindingrijkheid en veelzijdigheid en staan barstensvol maffe ideeën. Maar ja, we bevinden ons dan ook in het domein der  -destijds niet bepaald op waarde geschatte-  UK-neo-psychedelica. Met het gemak van de terugblik kunnen we The Soft Boys thans onderbrengen in een indrukwekkend rijtje weirde & punky land- en tijdgenoten. We denken dan aan acts als The Monochrome Set, The Mekons, XTC, The Dukes of Stratosphear, Swell Maps… Het moge geen verbazing wekken dat The Soft Boys later door menig bandje, (al dan niet toevallig allen Amerikanen: Replacements, REM, de LA Paisley Underground-scene…) beschouwd zou worden als belangrijke inspiratiebron.

soft bouuu
Zomaar wat singletjes…

Over KIMBERLEY REW wou ik nu even verder de diepte ingaan met jou. Je moet weten: nog voordat hij toetrad tot de Soft Boys zat hij al in een mid-70’s Cambridge-combo genaamd THE WAVES. Na het uiteenvallen van The Soft Boys (1981) startte hij kwiek opnieuw een bandje dat hij doodleuk gewoon opnieuw THE WAVES ging noemen. Ook moet je weten, in de omgeving van Cambridge waren destijds enkele Amerikaanse legerbases gevestigd.  Uit het grut van het aldaar werkende militaire personeel rekruteerde Kimberley een paar muzikanten die goed pasten bij zijn verdere muzikale plannen. We hebben het dan over zangeres KATRINA LESKANICH bijvoorbeeld,  in den beginne was zij een soort van achtergrondzangeres bij The Waves.

Aanvankelijk lukte het The Waves maar nauwelijks om enige poot aan de grond te krijgen. Dat veranderde enigszins toen het Canadese ATTIC Records interesse toonde en de band een LP liet opnemen. Die plaat, alsmede een tweede, werden alleen in Canada uitgebracht en baarden opvallend weinig opzien. Evenwel.. opzien genoeg om de interesse op te wekken van THE BANGLES, een westcoast USA-meidenband. Zij hadden de goede smaak én het lef om een van Kimberley’s songs te coveren. ‘I’m Going Down to Liverpool’ werd hun eerste internationale hit, ook in Nederland, typisch Engelse tekst of niet (‘Where you going with that UB40 in your hand?’)

De oer-versie van The Waves, met Kimberley Rew op vokalen

De coverversie van the Bangles, voor de verandering eens gezongen door drumster Debbi Peterson. Met stilzwijgend achter het stuur de recentelijk overleden acteur Leonard ‘Spock’ Nimoy. 

Ondertussen nam Katrina steeds meer de vocalen voor haar rekening en zodoende kwam iemand om het briljante idee om de band om te dopen tot KATRINA AND THE WAVES. Mede dankzij de aandacht die The Bangles genereerden lukte het Katrina and the Waves uiteindelijk wél om major label interest los te weken (deal met Capitol Reords). Dé zomerhit van 1985, of in ieder geval míjn zomerhit van 1985, was meteen hun ‘Walking on Sunshine,’ ook een Kimberley Rew-compositie. Okay, bepaald geen underground garagerock dit, maar wat is er mis met een zonnig en aanstekelijk popdeuntje, hm?

‘Going Down to Liverpool’ werd opnieuw opgenomen in 1985, nu met Katrina op vocals. Het moest het doen als  B-kantje van ‘Walking on Sunshine.’

kimberelynnn

Drukken we nu even ferm op het fast forward-knopje en komen we aan in het jaar 1997, dik 12 jaar na ‘Walking on Sunshine’ dus. We bedenken ons dat een typetje als Morrissey met regelmaat openlijk pleegt te flirten met het idee om ook eens mee te doen aan het Eurovisie Songfestival. Maar tot een concrete daad kwam het nimmer, behalve dan een matig liedje opnemen met Sandie Shaw, een eerdere Songfestival-winnares. Nee, dan Kimberley Rew. Katrina and the Waves waren in de jaren ‘90 in rustiger, zo niet stilstaand vaarwater verzeild geraakt. Dat weerhield hem er niet van om zich met band en al in te schrijven voor het Eurovisie Songfestival. Met ‘Love Shine a Light’ maakte hij een uplifting gospel song waar je mee thuis kon komen. Het pakte nog goed uit ook, daar op het finalepodium in Dublin, vele malen douze points was het resultaat. En zo kon het gebeuren dat een voormalige undergroundgast een muzikaal grootse, zo niet de grootst denkbare mainstreamtriomf vierde: winnaar worden van het Eurovisie Songfestival!

De songfestivallwinnaar (als bovenstaand clipje niet werkt kijk dan effe onderaan)

Maar wat dacht je wat? Dusdanig cheesy vond Kimberley zijn eigen compositie dat hij zich ervan distantieerde en uiteindelijk weigerde op het podium te verschijnen! Katrina and the Waves, zijn eigen band nota bene, moesten het daar in Dublin met een stand-in gitarist doen. En met het gehoopte succes viel het uiteindelijk ook tegen. Want met de winst dacht de groep de zo felbegeerde toegang tot the European market in handen te hebben. Ze hadden echter buiten de waard gerekend. Het Europese rockpubliek lust geen songfestivalwinnaars, alles liep in het honderd en bandje stopte er mee, nog geen twee jaar na die liedjesparade. Sindsdien is Kimberly Rew een popveteraan. Kijk maar hier:

Ach, ik vind dat het mooie van popmuziek: je schrijft één (of twee, of drie) memorabele liedjes en de rest van je leven kun je genieten van het steady income dat daaruit voortvloeit. Heerlijk à la Robbie van Leeuwen rentenieren, ver weg ergens in een kasteeltje of in een boerderette. Zonder enige pretentie speel je zo nu en dan die ouwe deuntjes nog eens, en je bent werkelijk niemand tot last. Dromen we daar allemaal niet van?

 

0

Comments

comments