Zouden Jacco Gardner en Jeffrey Novak elkaar kennen?

Laatst bij de Bruna werd mijn aandacht getrokken door het blaadje OOR. Voor het eerst sinds tijden was dat. Ooit, lang geleden, had ik het helemaal gehad met het armoedige cliché-schrijfstijltje van die lui. Na 643 ‘rafelrandjes’ wist ik het wel….Ik ken zelfs een cultureel adviseur (hallo B.!) die het lezen van dat blad als een nare verplichting ervaart en het daarom opvoert op zijn urendeclaratie! Maar nu zag ik op de cover dat er weer eens wat interessante artikelen instonden: over the Allah Las, Mac deMarco, Fidlar, Hoorn’s hoop JACCO GARDNER enzovoorts. Leuk!

Wat meteen opviel bij het lezen van de interviews is dat types als Jacco Gardner en the Allah Las via hun vader in popmuziek geïnteresseerd zijn geraakt. Dat is toch een wezenlijk verschil met vroegere dagen, dunkt mij. Met weemoed denk ik terug aan de tijd dat het vaderfiguur synoniem stond aan een ouwe nazi die radicaal bestreden diende te worden. Maar ach…, sinds de vader van Paul Weller manager van The Jam werd is ook dat vertrouwde beeld gaan wegbrokkelen. Is vader dan de nieuwe zoon? …. (En nu ik eraan denk: die Tim Knol is ook al zo’n bal uit Hoorn die via de muziek van zijn vader de popmuziek binnengerold komt).

Studio wizard in extremis

Jacco Gardner’s platenmij Excelsior is voor de verandering de afgelopen maanden druk in de weer geweest om hem NIET in de publiciteit te brengen, bevreesd als ze zijn dat hij te vroeg gaat pieken. Maar sinds vandaag is zijn langverwachte debuut-album Cabinet of Curiosities dan toch uitgekomen (of althans online te beluisteren). Na aanvankelijke argwaan, staat voor mij nu wel vast dat die Jacco Gardner verre van een poseur is. Dat blijkt ook wel –vind ik- uit het feit dat hij toenadering heeft gezocht, en vriendschap heeft gevonden bij de zeventiger JAN AUDIER. Samen zijn ze de werking van allerlei ouwe, analoge vintage apparatuur gaan uitpluizen. Jan Audier (achternaam op zijn Frans uitspreken) was met name in de tweede helft van de jaren ’60 de grote man achter de schermen en technicus / arrangeur van tal van Nederpop-grootheden, zoals daar zijn the Cats, the Motions, the Golden Earrings, enzovoorts. En ook de geluidsman achter ‘Revolution’ van Q65, wow!

Jan Audier66

1968. Geconcentreerd luistert de Utrechtse band Gloria (later Unit Gloria) mee in de controlekamer. Op de achtergrond zanger Robert Long. Achter de knoppen producer George Kooymans (links) en technicus Jan Audier

JEFFREY NOVAK debuteerde op vinyl als 19-jarige bij het NL-garagerock-label A Fustful of Records. Ja zij weer! In die periode (2004) vormde hij samen met zijn trouwe ledematen een one-man-band, en blonk hij uit in waanzinnige over-the-top teringherrie.  Met verbluffend gemak herkende Fistful onmiddelijk zijn talent en gunde hem een 7 inch release, zie hier .  Die Jeffrey komt trouwens oorspronkelijk uit Hendersonville, Tennessee, en dat is niet zomaar een stadje! Neen, zowel Roy Orbison als Johnny Cash hebben lange tijd gewoond in deze lommerrijke Nasville suburb (van beiden is het huis overigens ooit tot de grond toe afgefikt!).

Jeffrey als pikkie met Beefheart-cover, gefilmd door zijn zussie, 2003

Later richtte Jeffrey toch maar een band op, eerst nog middels het punk-probeersel the Rat Traps en later wat serieuzer met CHEAP TIME. Met deze laatste band praktiseerde hij de meer gestructureerde songvormen en waagde hij zich zelfs aan de glamrock. Ondertussen is Cheap Time best wel volwassen geworden en hebben ze drie verdomd leuke LP’s afgeleverd.

008

Jeffrey als zanger/gitarist van Cheap Time in DB’s, Utrecht april 2009, poserend bij de beruchte hoezententoonstelling van A Fistful of Records. Hij was nauwelijks aanspreekbaar toen. “I’m zoning out,” was zijn simpele excuus. Kort voor het optreden die avond was hij zelfs zoek. Een opsporingsactie werd op touw gezet, met een paar fietsen en een auto…. Al gauw werd hij gevonden, was verdwaald geraakt en doolde rond in één van de zijstraten van de Amsterdamse Straatweg…. (pic:  Stappie Corbijn)

In 2009 is Jeffrey opnieuw op de solo-toer gegaan, dit keer met After the Ball, een heus album. Het was wederom een echt eigen beheer-ding. in een oplage van slechts 500 uitgebracht, alleen te koop bij live-shows. Jeffrey verraste hiermee vriend en (hoewel hij er niet één heeft) vijand. Achter de gruizige garagerocker van weleer bleek een zeer muzikaal mannetje schuil te gaan. Eentje die piano kan spelen en zeer smaakvol en spelenderwijs aan de haal weet te gaan met het psychedelische erfgoed van mensen als (vooral) Syd Barrett. De plaat was gemaakt samen met zijn goeie maat Jay Lindsay, die wij stervelingen natuurlijk beter kennen als  Jay Reatard.

Een paar maanden terug kwam via In The Red Records Jeffrey Novak’s tweede solo-plaat uit, Baron in the Trees, ook weer produced, mixed, engineered by Jay Lindsay. De plaat laat ongeveer dezelfde sound horen als zijn eerste. Deze tweede kwam met weinig publiciteit ter wereld, en dat komt door de maffe voorgeschiedenis ervan. Hoe dat zit? Nou dat heeft alles te maken met de plotselinge dood van Jay Reatard nu drie jaar geleden alweer. Hij had wat lichamelijke klachten en werd ’s ochtends dood gevonden door Jeffrey, die zijn huisgenoot was daar in Memphis. Ouder dan 29 jaar is Jay nooit geworden, zonde van zo’n gozert zeg je dan. Begrijpelijkerwijs kreeg de release van hun gezamenlijke project toen even geen prioriteit. Maar nu zijn we blij, want Baron In the Trees is er alsnog gekomen.  Bedoeld of onbedoeld is het meteen een mooi eerbetoon geworden aan Jay Reatard natuurlijk. Want ook hij bleek zeer muzikaal en veelzijdig te kunnen zijn. Welbeschouwd denk je dan: wat kan die punk-attitude mensen toch verschrikkelijk in de weg zitten!

jay jeff
Jeffrey & Jay, boezemvrienden tot de dood hen scheidde

Maar nu mijn punt. Het mooie is: Jeffrey-solo en Jacco lijken allebei terug te grijpen naar een zelfde specifieke periode uit de pophistorie, namelijk de ‘baroque pop’ zoals men dat tegenwoordig noemt. Bedoeld wordt de rijk georkestreerde en melodieuze late jaren 60 pop, met een psycheldelische tik en met gebruikmaking van afwijkende instrumenten als de mellotron, fluit, piano, orgel, vioool. Et cetera. Namen van inspiratiebronnen daarbij (ik typ ze hier effe vrolijk over): the Kinks. Syd Barrett, early Pink Floyd, Left Banke, Moodie Blues, the Zombies, (Arthur Lee’s) Love, Harrie Nilsson. Ook qua sfeer, DIY-aanpak, leeftijd, songstructuren zijn er volop raakvlakken.

Naast het feit dat ze dus een beetje uit hetzelfde vaatje tappen is er nóg een mooie link tussen Jeffrey en Jacco, maar dan moet ik eerst even terug in de tijd. Helemaal naar 2007 in dit geval. In dat jaar bezocht deze jongen namelijk het geweldige Gonerfest festival in Memphis en zag daar een van zijn favorietste garazierock-bandjes ever, namelijk COCOCOMA.  Cococoma was (toen nog) een trio uit Chicago, Illinois en bestond behalve uit een bassist/organist/zanger ook uit het stelletje BILL en LISA ROE op respectievelijk gitaar en drums. Kijk hier een foto die ik toen maakte, dat was buiten bij Murphy’s Bar waar ze ’s middags optraden in de brandende zon.

DSC02812
Cococoma, Memphis,  2007 (Bill en Lisa in black T-shirts)

Cococoma bracht platen uit op verschillende labels, maar op een gegeven moment zijn Bill en Lisa een eigen platenlabel begonnen, TROUBLE IN MIND RECORDS. Het is op dit – thans zeer hippe- label waarop in de USA Jacco’s Cabinet of Curiosities uitkomt. En het is op dit zelfde label waarop Jeffrey Novak vorig jaar eenmalig een 7 inch uitbracht.

Toevallig nah? Maar of Jacco en Jeffrey elkaar kennen? Of elkaars werk? Ik weet het niet. A.s. vrijdag speelt Jaccootje in Dbs, dan kan ik het hem mooi eens vragen. Als ik de kans krijg tenminste.

jeffrey2

0

Comments

comments

2 thoughts on “Zouden Jacco Gardner en Jeffrey Novak elkaar kennen?

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *