Bam, daar gaat het deurtje van het Tramhaus dicht

Met live-foto’s van Anne-Marie van Rijn

Lukas Jansen heet hij, de zanger van TRAMHAUS. Een slungelachtige verschijning, een spring in het veld die het in het normale leven misschien tot magazijnknecht geschopt zou hebben. Getooid met een vlassig snorretje en een klassiek Mick Jagger-kapsel staat hij op het Ekkopodium te shinen. Nog niet zo heel lang geleden kon je dit gozertje nog met regelmaat her en der spotten, steevast vooraan staand en uit zijn plaat gaand bij tal van brute rockbands. Maar nu zijn de rollen dus omgekeerd, het lot besliste anders. Nu staat hij zelf in de spotlights. Tussen de nummers door merkt hij op dat Tramhaus anderhalf jaar terug al eens in Ekko speelde, in het voorprogramma van Charlie and the Lesbians. ‘Toen stond er tien man en nu zijn we al maanden uitverkocht.’

Yep, zo is het maar net, het kan verkeren…. Met Tramhaus is het net als met de e-bike. Als je er eenmaal mee kennis hebt gemaakt ben je zo verkocht. Het product verkoopt zichzelf als het ware. Tramhaus maakt in korte tijd dan ook een stormachtige ontwikkeling door. Niet alleen qua snel vollopende zalen in binnen- en buitenland (check eens hun toerschema) maar ook qua muzikale ontwikkeling gaat het hard. Kwam de band aanvankelijk misschien nog wat eenkennig over en klonken ze vooral als een heavy garagerockband dat duidelijk goed geluisterd had naar bands als Viagra Boys, tegenwoordig komt een geheel eigen sound steeds meer in zicht, en dat is mooi om mee te maken.

Maar wacht even, laat ik bij het begin beginnen. Nadat zij die al vroeg in Ekko gearriveerd waren eerst twee minuten stilte in acht moesten nemen voor zij die vielen in WO II, barst het stipt om 20.02 uur los met voorprogramma KALAALLIT NUNAAT. Lokalo’s kunnnen deze band al kennen want al eerder stonden ze in hetzelfde theater in het voorprogramma van Preoccupations. Ze vernoemden zich naar het Innuit-woord voor Groenland, dan weet je dat ook weer. Een paar keigoeie postpunk/kraut/noise-nummers schudden ze met schijnbaar gemak uit hun mouw. Beetje gezichtsloos zijn ze misschien nog met zo’n zingende drummer. Maar wat zou het, het is echt een band om in de gaten te houden. Net als Tramhaus is ook Kalaallit zo Rotterdams als de ouwe Binnenweg, en dat betekent lekker no nonsense los gaan op die instrumenten. Rotterdammers zijn nooit te bevreesd om zich met ziel en zaligheid te storten op de muziek waar ze heilig in geloven. Heel anders dan in onze hoofdstad want daar moet altijd alles gepaard gaan met een hoop ironie, ongein, kekke zonnebrillen, rare hoedjes, theatrale humbug en andere dubbele bodems. Waarom dat zo is? Weet ik veel, dat moet een deskundoloog maar eens gaan uitzoeken ja.

Kalaallit Nunaat

Dat Lukas het porum van Tramhaus is is nog zacht uitgedrukt. Zijn zangpartijen en danskunsten bepalen voor een goed deel het Tramhaus geluid en gezicht. Ook is hij niet beroerd om af en toe een wilde sprong in het publiek te wagen, daarbij slome duikelaars uit hun comfortabele zone trekkend. Een volksmennertje noemt men zoiets wel gekscherend. En dan die band…. elk liedje zit inventief in elkaar, er wordt gespeeld met dynamiek en met elkaar overschurende gitaarloopjes, steeds op basis van bijzonder puntig en smaakvol drumwerk. De band oogt nog behoorlijk jong en met twee meiskes in de gelederen ook behoorlijk eigentijds. En zoals gezegd, het bandgeluid ontwikkelt zich snel. Gas terug nemen, spelen met dynamiek, tegendraadse gitaaraccenten leggen, screamo erupties er tussendoor, goudgerande zangmelodieën… alles komt voorbij. Op Spotify hebben ze dit jaar al drie singles losgelaten, die mot je voor de gein eens beluisteren.

Behalve van hun zeer catchy liedjes moet Tramhaus het hebben van hun ongebreidelde enthousiasme en van hun vermogen om in korte tijd een tent op zijn kop te zetten. Dat laatste lukt in Ekko slechts een beetje. Ondanks aansporingen daartoe (‘Laten we er wat leuks van maken, morgen is een vrije dag!’) staat het Ekko-publiek deze avond vooral in de glimlachend-aanhorend-modus. Dat heeft er misschien ook mee te maken dat de band gekozen heeft voor een karige lichtshow. Ze staan in het halfduister zoals zoveel hippe postpunkbands dat doen tegenwoordig. Maar bij Tramhaus blijkt dat een minpuntje, ze zijn in de eerste plaats een fun-band die het moet hebben van een open vizier en interactie, ze hebben niks te verbergen toch? En als de zaal uiteindelijk wel aanstalten maakt los te gaan is het na een klein uur plots afgelopen. Geen toegift maar gewoon hup het deurtje van het tramhuis dichtgesmeten. Zo wordt ons een mooi volksfeestje onthouden, jammer!

Maar hey, ik klaag niet hoor, integendeel. Na hun single-werk is het nu reikhalzend uitkijken naar hun debuutlangspelert. ‘We zijn nog aan het schrijven daarvoor’ hoor ik na afloop bassiste Julia bij de merch table zeggen. Dus okay, dat wekt vertrouwen, nog even geduld aub. Hooggespannen zijn de verwachtingen in elk geval want de Tramhausers mogen we zomaar in staat achten om op korte termijn een moderne Nederrockklassieker af te scheiden. Het zou verdomme weer eens tijd worden voor zoiets. Spannend hoor!

0

Comments

comments