Even een toverachtig mooie middag met Spill Gold

Le Guess Who, Dag 4. Bizarre tijden. Net als gisteren is het complete LGW-avondprogramma deze zondag naar de middag verplaatst en vandaag komt daarbij dat we verplicht op een stoel moeten gaan zitten.

Maar er zijn ook zekerheden, zo is er altijd een spits en NAGASAKI SWIM bijt ‘m af vandaag. In dB’s zijn we getuige van mooie, compacte en vriendelijk klinkende indie-pop met functionele ondersteuning van piano/keyboard. En ontwaren we daar niet de drummer van Tramhaus? Verder lekker gauw klaar met deze recensie want vermeldenswaardige randzaken zijn er niet. Deze jongens komen namelijk uit Rotjeknor en daar zijn ze wars van bullshit of theatrale poespas of verkleedpartijen. Gewoon in je ouwe spijkerbroek dat podium op, wat zeik je nou? Maar toch, alweer een verdienstelijke band uit die stad. Het lijkt er sterk op dat Rotterdam stilletjes aan qua hoeveelheid aanstormend talent dè popstad van Nederland aan het worden is.

Nagasaki Swim in dB’s, handig toch zo’n scherm bij de ingang

Op instigatie van John Dwyer speelt DMBQ in Pandora. Drie Jappen die zeer luidruchtig op de Black Sabbath / Jimi Hendrix toer gaan. Hier moeten mijn hersens even aan het werk: wat is hier nou eigenlijk nieuw of origineel aan dan? Antwoord: helemaal niets. Hooguit de ambiance is bijzonder met al dit geplaceerde publiek. Ik kijk eens om me heen en voel medelijden met honderden medemensen die leuk cultureel bezig dachten te zijn en nu op hun vrije zondagmiddag in dit donkere hol deze lompe kankerherrie moeten zien te doorstaan, wiebelend op een ongemakkelijke kuipstoel.

Nippon meiske doet het geluid bij DMBQ

Ook SMUDGED komt uit Rotterdam. ‘Lekker zitte op die aambeie !!’ roept de zanger heel invoelend als hij het podium opkomt, het zittende dB’s-publiek schuift nog maar wat eens heen en weer op hun stoel. Zo, de toon is gezet. Smudged heette voorheen Smudged Toad en ze hebben de gewoonte om zichzelf steevast groen te schminken, zoals glibberige padden dus. De zanger/drummer heeft een spannend zwartleren pak aan dat hmmm!, lekker strak om zijn billetjes zit. Alvin Stardust gereïncarneerd als De Hulk, zo ziet het ongeveer uit. Het trio speelt behoorlijk ongepolijste ‘krautrock,’ waarbij ze volop synths in de strijd werpen. Damaged Bug en Snapped Ankles, daar spiegelen ze zich graag aan. Net als het concert wat te eenvormig dreigt te worden volgt de broodnodige afwisseling in de vorm van een cover (van wie?? lijkt op Future Islands). Goed en krachtig gezongen vooral, op momenten als deze blijkt waar deze band werkelijk toe in staat is.

2 x Smudged in dB’s (foto Anne-Marie van Rijn)

In Het Kapitaal, normaal gesproken een grafische werkplaats, is een verrassingsoptreden. Het Washington DC- undergroundduo HOME MODEL had op zaterdag al in Ekko gespeeld en komen gewoon nog een keer, al begint het wat later dan aangekondigd. Het publiek zit al te wachten als ze kwiek het zaaltje komen binnenlopen, de flessen advocaat die ze de nacht ervoor verorberd hebben heeft hen duidelijk goed gedaan. Eenmaal aan de gang blijkt dit toch wel iets heel bijzonders. ‘Kapotte muziek’ zou ik dit willen noemen. Met name Ralph, de beat-creator weet er iets heel boeiends van te brouwen. Onverstoorbaar manipuleert hij een tafelvol zelfgebouwde apparatuur, inclusief gebruikmaking van ouderwetse cassettes waarop loops zijn opgeslagen. Nappy Nappa is daarbij de vocale tegenhanger, zijn zwaar vervormde stemklanken zorgen voor the human factor.

Model Home in das Kapital

Dat matinee-zitconcerten zomaar betoverend mooi kunnen zijn bewijst SPILL GOLD. Het is een Amsterdams duo, Nina de Jong en Rosa Ronsdorf heten ze. Twee LP’s hebben ze inmiddels uit en hun clips zijn on-Nederlands knap en smaakvol in elkaar gezet. In de intimiteit van Ekko is met name Nina met haar opstoken dreads een prachtige verschijning. Haar drumstel staat frontstage geparkeerd en gracieus als een prinses te paard bespeelt ze het ding terwijl haar goudkleurige glitterpak een subtiel spel speelt met het smaakvol gedoseerde licht. Rosa is meer het engelachtige type, haar dromerige vokalen maken bijna deel uit van de alsmaar in een motorik-cadans voortkabbelende elektronica- en synthesizerpartijen, met een lekker spacey geheel als resultaat. Enige verbeterpuntje is wat mij betreft dat het nèt iets te poeslief overkomt, dat moet beter. Ik bedoel het katje mag zo nu en dan ook wel eens onverwacht uithalen, daar krijgt ze alleen maar meer respect mee. Natuurlijk, Spill Gold pretendeert helemaal geen synth-punk of zoiets dergelijks te maken, het leunt meer aan tegen de jazzy kraut-triphop van een band als BEAK>. Maar een scheutje meer dynamiek zou hun sound beslist volmaakter kunnen maken. 

3 x Spill Gold in Ekko (foto’s Anne-Marie van Rijn)

Ik zal er niet omheen draaien, na een stuk of 64 LP’s was ik op een gegeven moment wel uitgekeken op de O SEES, zoals ze tegenwoordig heten (voorheen Thee Oh Sees of andere varianten op O.C., oftewel Orange County, CA alwaar ze vandaan komen). Zeker nadat John Dwyer rond 2015 zijn complete band op een zijspoor had gezet en een doorstart ging maken met een meer kneedbaar ensemble van jeugdige uitverkorenen. Die waren hoorbaar meer in dienst van hem gaan spelen, dus de Oh Sees als begeleidingsband en als voertuig voor Dwyer’s ego. Sindsdien, en we zij inmiddels 43 bandwijzigingen en 127 lp’s verder, heb ik ze een beetje verwaarloosd moet ik zeggen. Dus hey wat leuk, een hernieuwde kennismaking op Le Guess Who, er zal toch vast wel het een en ander veranderd zijn in de tussentijd??

3 x Osees in Ronda (foto’s Anne-Marie van Rijn)

Nou nee dus. Dezelfde korte broek als altijd, datzelfde verschoten hemd met diezelfde getatoeëerde mouwtjes. Alleen een prominente Eerste Wereldoorlog-druipsnor à la die van Billy Childish geeft prijs dat we hier niet met de oude Dwyer te maken hebben. Ook hun sound is helemaal vertrouwd: een non-stop high energy rock ‘n’roll-machine a gogo met af en toe trekjes van het oude Hawkwind in hun Lemmy-tijdperk, waarbij het zweet aan alle kanten parelt, druipt en ervan afspat. Ook de twee drummers zijn weer van de partij. Allebei stevige knapen, die vooraan het podium onverdroten doorhakken, ze bepalen met Dwyer het gezicht van de band.

Was het dus weinig verrassend? Inderdaad, het was weinig verrassend. Maar evenzogoed een genot voor oor en oog om deze gasten weer eens in volle glorie aan het werk te zien. Dwyer is een waanzinnig veelzijdige gitarist, daarvan lopen er slechts weinigen van rond. En vergeet niet, hij is en blijft baas in eigen buik hè? Een beetje band houdt het indie-gebeuren na verloop van wel voor gezien en kiest dan voor (financiële) zekerheid, daarbij op de koop toenemend dat er naar de pijpen van grote boekers en platenmijen gedanst moet worden. But not Dwyer! Zelfs roadies zijn uit den boze bij zijn band. En voor die instelling verdient hij ons aller respect.

Nog 2 x Osees in Ronda
Ten aanval!
Noviteit: voor de deur van de Ronda staan rijen wachtenden terwijl binnen het concert al gaande is. Hoe dan om te gaan met mensen die binnen zijn en kampen met hoge nood? Oplossing: die krijgen van de deurwacht dit geplastificeerde dingetje mee. Als ze dan terug zijn moeten ze het weer inleveren. (picture by Arjan P. von Oorsmeer)
0

Comments

comments