Een nadeel van een festival met zo’n voortdurend overaanbod aan keuzemogelijkheden is wel dat het publiek het vaak snel voor gezien houdt. Soms zie je mensen al na een paar nummers weglopen, bang om elders iets anders te missen natuurlijk. En uiteindelijk zichzelf voorbij galopperend want zapgedrag betekent hoe dan ook oppervlakkigheid en daar koop je niks voor in het leven hè. Op le Guess Who zie je dit verschijnsel in volle glorie aanwezig. En dat terwijl veel acts van ver gehaald zijn en een stukje verdieping juist verdienen.
Anyway, we lopen de eerste twee dagen even in vogelvlucht met je door:
LGW twee jaar geleden, Tim en Cate aan het plaatjes draaien in Ekko
Donderdag 8 november:
Om te beginnen bij DRINKS. Tim Presley speelt in deze band nogal primitieve partijtjes waarbij hij zoveel mogelijk noten lijkt te willen overslaan. Het lijkt wel of hij helemaal opnieuw is gaan leren gitaarspelen, een beetje zoals die Cobra-jongens destijds, die gingen met hun linkerhand schilderen opdat ze al het aangeleerde weer konden afleren. Maar effe later komen dan toch zijn rockskills weer bovendrijven en schittert hij, stijlvol slangenmens annex gitaargod als hij is, de geheime zoon van Pete Townsend en Robbie Rensenbrink. Onderwijl gesticuleert Cate le Bon als een gabbertje, ze maakt met haar handen hakkuh en zaguh-bewegingen als om haar woorden kracht bij te zetten. Samen een wonderduo, opnieuw een indrukwekkend concert!
Daarna is het weer eens tijd voor LYDIA LUNCH. Hoe dichter deze kenau de pensioengerechtigde leeftijd nadert, hoe actiever ze wordt, lijkt het wel. Zal wel iets met bewijsdrang te maken hebben. Dit keer heet haar band Big Sexy Noise. Ze wordt begeleid door een gitarist en drummer, in wie wij twee voormalige leden van de Londense early 90s helden GALLON DRUNK herkennen. Ze spelen een consequent aangehouden, almaar voortjakkerend soort van scheurblues, dat een beetje het midden houdt tussen Blue Cheer en the Stooges. La Lunch gromt daar steevast vervaarlijk overheen. En daarmee heb je hun muziek wel gedefinieerd, ook al zitten er zeker een paar goeie nummers tussen. Neen, de attractie van deze band zit ‘m toch vooral in Lydia Lunch-de-actrice, en niet in Lydia Lunch-de-zangeres. Tussen de nummers door scheldt ze er lekker op los met dat venijnige New Yorkse accent van d’r. Ook heeft ze zich lekker opgedirkt vandaag en schroomt ze niet haar kermistieten in de strijd te werpen terwijl ze opzichtig met een waaier haar fanny bewappert. Toch houden we wel van haar. Maar of haar dat wat kan schelen? ‘Your love dont pay my fucking bills!,’ krijst ze. Hoe dan ook, een geweldige titel voor een liedje…
Michael Rault in Bitterzoet, afgelopen dinsdag
In Ekko zien we MICHAEL RAULT voor de tweede keer in twee dagen, want dinsdag speelde hij al in Bitterzoet (duo-concert met Mattiel). Het is prachtige, meerstemmige, zorgvuldig gemusiceerde en gearrangeerde 60s pop wat hij brengt, op het gevaar af dat het te gelikt wordt en afglijdt naar 70s rockkitch a la Kansas. In Bitterzoet verexcuseerde hij zich nog dat hij zijn keyboard niet kon gebruiken omdat het podium te klein was. In Ekko is die opstelling geen probleem, de laatste paar nummers pingelt hij nu serieus mee, zittend achter dat apparaat. Maar ai, juist daar gaat het mis, de angel gaat er uit zo. Michael verkeert duidelijk in de danger zone en krijgt van ons huiswerk mee: duidelijke keuzes maken, jochie!
Twee Dave King ontwerpen, met Crass dus hieronder. Zie jij de overeenkomsten? Ikke niet!
Veel weglopers ‘s nachts in Ekko bij het (mij volledig onbekende ensemble) SUN FOOT. Toegegeven, aanvankelijk klinkt en oogt het trio uit San Francisco nogal bleu en bescheten, maar naarmate het optreden vordert blijken de originaliteit en fantasierijkheid van deze heren geen grenzen te kennen. Terwijl de twee gitaristen lekker onverstoord primitief doorhakkelen speelt de drummer/percussionist crazy rhytms op een soort elektronische djembé. Onderwijl debiteert de zanger dadateksten over vogeltjes enzo, terwijl de bassist af en toe doodleuk de klarinet erbij pakt en daar beurtelings op blaast en zijn bas ermee bewerkt. Zodoende gaat het geheel nogal als Pere Ubu meets Velvets meets the Feelies klinken, joe noo wot ei, Mien? Heel bijzonder! Na afloop nog effe lp’tje gescoord en praatje gemaakt met de gitarist /zanger. Ventje blijkt Chris Johansen te heten en in het dag’lijkse leven kunstenaar. Hij heeft momenteel een expo lopen in Brussel alwaar ze morgen naar afreizen. Behalve dat ik zomaar gratis voor nix een gexeroxed boekje van hem kado krijg, wijst hij ons Kettingzaaglezers geheimzinnig fluisterend op de bijzonderheid dat de LP-hoes is gedesigned door niemand minder dan Dave King, de man die ook ooit het iconische Crass-logo ontwierp! Chris vertelt erbij dat deze Engelsman thans in San Franscico woont, leuk weetje!
Vrijdag 9 november 2018
Vanwege opborrelende bierresiduen begint de vrijdag met een dalletje, maar als ik aan het begin van de middag kunstenaarswerkplaats Het Kapitaal binnenstrompel verandert dat op slag in een dag met een sterretje. Hoe dat kan? Wel, mijn doel was een art-expo van Cate le Bon, TIM PRESLEY en H. Hawkline maar die blijkt nog niet helemaal klaar. Wel is niemand minder dan Tim Presley daar hoogstpersoonlijk bezig om zijn werk op te hangen! Ik vraag of ik een fotootje mag maken, en dat mag. Als hij het resultaat ziet is hij gecharmeerd ervan en vraagt hij of ik het naar hem wil e-mailen. Dat doe ik graag natuurlijk en toen gaf hij mij ook nog zijn e-mailadres. Nou, volgens mij is dat ongeveer hetzelfde als een vriendschapsverzoek, ja toch?
Joe Cardamone in NE:EL tegen een decor van een stuk gebombardeerd Aleppo. Gezellig hoor.
De vrijdagavond begint met JOE CARDAMONE. Wat ik hier al eerder verhaalde, hij zat 17 jaar lang in een band (The Icarus Line) en is nu voor zich zelf begonnen. Achter restaurant LE:EN blijkt zich een zaaltje te bevinden dat qua ruwbouw meteen het aller-Berlijnste is dat Utrecht te bieden heeft. Joe is daar goed op zijn plek want zijn werk heeft een behoorlijke underground-feel. Op een groot scherm worden onsamenhangende beelden (schaars geklede vrouwen, stad bij nacht, geometrische patronen, een gebombardeerd Aleppo) vertoond vanaf een beamer die op de grond staat. Joe staat pal vóór het scherm zodat hijzelf ook een deel van het scherm is. Hij is een broodmagere verschijning, maar ziet er cool uit met zonnebril, zwarte handschoenen en achterovergekamd roodgeverfd haar. Een beetje zoals Bowie in zijn coke & dope-periode. Maar ja, Bowie had pantomime gestudeerd terwijl Joe volgens mij een uurtje voor de spiegel geoefend heeft. Hij beweegt zich onsoepel, het komt nogal houterig en bestudeerd over en belangrijker nog: muzikaal maakt het weinig indruk. Industriële beats en iele synths zijn even okay maar glijden net zo snel weer van je af.
Jacco Gardner in De Helling. Zij zit voor ons onzichtbaar pal achter hem.
Amper honderd meter verderop in De Helling gunt JACCO GARDNER ons een inkijkje in zijn nieuwe project Somnium, een binnenkort uitkomend album van hem. Jacco woont de laatste jaren in Lissabon en een vriendinnetje dat hij daar op de kop getikt heeft is vanavond zijn muzikale partner. Niet op het podium maar op een verhoginkje midden in de zaal zitten ze met de rug naar elkaar toe geconcentreerd te turen naar allerlei elektronica dat voor hen op tafeltjes uitgestald staat. Het publiek zit muisstil en devoot luisterend voor hen op de grond en heeft al snel in de gaten dat quadrafonie 2.0 het motto is van vandaag. We horen variaties op de voor hem kenmerkende, altijd smaakvol gespeelde baroque-pop riedels. Deze worden aangevuld met meer spacy klinkende geluiden waardoor het geheel geregeld aan Air doen denken. Zoiets zet aan tot mijmeren. Zoals: die Virgin Suicides-soundtrack van Air was toch eigenlijk wel heel gaaf. En: hey, de zusjes die zelfmoord pleegden in die film /in dat boek, die heetten toch ‘Lisbon’ van de achternaam? Nou, is dat geen wonderbaarlijk toeval?
Escape-ism in NE:EL
Daarna is het weer snel terugrennen naar LE;EN (NE:EL moet ik zeggen, want zo heet dat achterzaaltje) want daar speelt ESCAPE-ISM. De zaal is flink vol en het podium is flink laag, dat kan beter. Maar die Ian Svenonius is een echt showbinkie, hij weet het publiek zelfs tot meeklappen en –zingen te bewegen, knap! Met zijn Elvis/Alan Vega-achtige stem geeft hij zich helemaal en draalt daarbij niet af en toe de zaal in te lopen. Zoals ook op hun recente LP te horen weet Escap-ism een aanstekelijke sound te creëren, een soort glam-elektro waar overheen Ian zijn almaar herhaalde oneliners smeert. Maar zoals diezelfde LP ook laat horen, Ian mist het vermogen om echt goeie liedjes te schrijven, het blijft bij aardige aanzetten die verder nauwelijks uitgewerkt worden. Zijn eerdere bands kenden dezelfde makke dus dan blijft het toch bewonderenswaardig hoe hij zich ‘in the picture’ weet te handhaven.
Paddy Steer in Cloud Nine
Helemaal bovenin de nok van TiVre , in Cloud Nine speelt de Brit Paddy Steer. Een op papier onmogelijke act eigenlijk, een one man band dat klinkt als een groovy dj…. Hij is bizar uitgemonsterd en zo klinkt het ook. Een zelf geknutseld spacepak, Sun Ra maskers, een drumstelletje uit het jaar nul dat met touwtjes aan elkaar hangt, een vocoderslangetje in zijn mond… Allerlei snoeren dat met allerlei randappratuur en met e-handschoenen, hi-hats en ouwe asbakken met elkaar in verbinding lijkt te staan…. Maar het swingt als een achterlijke en that’s what counts. De vloer van Wolk Negen begint zelfs even vervaarlijk op en neer te golven vanwege de swingende massa, dat heb ik nog niet eerder mogen meemaken daaro.
Okay, en nou nog effe snel het eind van dag 2 afraffelen. Bij JPEG MAFIA en bij MERIDAN BROTHERS kwamen we er niet in vanwege de drukte, balen. Maar in de Ronda speelt BO NINGEN zeer langharige Japanse spacy psych rock. Ze staan nu al voor de 5e keer op LGW, kraait de zangeres/bassiste. Hun liedjes zijn verassend toegankelijk maar uiteindelijk raakt het me niet. Tja, wellicht had ik ze al eens eerder moeten bekijken, in een kleinere zaal.
Inmiddels is het dan al 02.45 uur als PIGS PIGS PIGS PIGS PIGS PIGS PIGS uit Newcastle in De Helling aantreedt. Zware, traditionele Black Sabbath seventies rock, niet echt mijn kopje thee in 2018. Het schijnt dat ze al eens eerder in het ACU gespeeld hebben. Hun bandnaam is geweldig, en ook het Pigs-T-shirt dat daar te koop ligt is dat. Ik neem er snel een fotootje van om me vanmorgen bij het wakker worden vertwijfeld af te vragen: waarom heb ik dat T-shirt verdomme niet gewoon gekocht? Wat mankeert mij toch? Afijn, van dat soort luxeproblemen dus..
Beste T-shirt sinds jaren…
0