Wat zeg je, Left of the Dial? Voor het gemak pakken we de festivalwebsite er even bij: ‘op vrijdag 19 en zaterdag 20 oktober vindt er een gloednieuw showcasefestival plaats in Rotterdam genaamd Left of the Dial! De naam – vernoemd naar een nummer van The Replacements – verraadt het eigenlijk al: het festival biedt een spannende dwarsdoorsnede van de beste (post)punk, garage, shoegaze en noiserock van dit moment. Maar liefst 48 bands, verdeeld over 6 locaties, zullen in het weekend te bewonderen zijn.’ Nou, daar moesten wij heen natuurlijk. Niet op de vrijdag want dat kwam niet goed uit, neen op de zaterdag! Dus omgerekend maar liefst 24 bands verdeeld over 6 locaties, snap je wel?
Onze avond begint in het Westerpaviljoen, een tent die heerlijk zichzelf blijft te midden van de ook in Rotterdam overal oprukkende hippigheid. We smullen er van een BIETENRISOTTO, en net als ik de kaart bestudeer op zoek naar een lekker dessertje gaat plots al het kookwekkertje: fuk, we moeten er vandoor want de eerste band gaat al spelen! In Worm staan onze Duitse vrienden DIE NERVEN al te trappelen, ze staan voor een volle zaal en maken vanavond deel uit van een kleine minderheid aan bands die al enige bekendheid hebben verworven. Duitstalige noiserock, meer kan ik er niet van maken. Mij ligt het net iets te zwaar op de maag, ik had verdomme een ander toetje voor ogen! Dus na drie nummers smeren we ‘m al, nieuwsgierig als we zijn naar wat er nog meer op de kaart staat.
Honey Hahs in NSR Upstairs
Hey zeg, in NSR is een curiositeit te aanschouwen; drie Engelse meiskes van 10, 12 en 15 die zich de HONEY HAHS noemen. De punktijd hebben ze dus niet bewust meegemaakt, wat zeg ik, haha, hun ouders waarschijnlijk ook niet! Toch moet ik daar wel even aan terugdenken, het was immers de tijd waarin girly bandjes als Slits, Nixe, Raincoats, Petticoats en Rubella Ballet zonder enige noemenswaardige muzikale kunde toch het podium opstapten en nog indruk wisten te maken ook. Ook de Honey Bahs stáán er gewoon. Ze zingen af en toe lekker vals en de spaarzaam gespeelde noten kunnen niet verhullen dat de geliefkoosde term ‘rammelig’ ook op hen van toepassing is. Maar daarmee houden de vergelijkingen met genoemde illustere voorgangers wel op. De Honey Hahs zijn vooral schattig en brengen lieve liedjes waarbij de samenzang voorop staat (getuige hun debuutalbum op Rough Trade!). De drumster komt met haar engelengezichtje nog maar net boven het drumstel uit en als ik mijn journalistieke plicht probeer te doen door dit photografisch vast te leggen hoor ik onze chauffeuse van vanavond ‘ouwe snoepert!’ in mijn oor sissen. Time to move on dus. Op naar lightvessel V-11!
Uit Glasgow komt ALLIGATOR. Hun debuutsingle ‘Shadow by your side’ is pas net uit. Op het eerste gezicht vier typische Britse lads, en op het tweede gezicht ook. Om als voetballers te fungeren waren ze waarschijnlijk net iets te eigenzinnig en dus is het onvermijdelijk dat ze in een bandje terechtkwamen, zo gaat dat daar. James McDonald, the lead singer of the band says: “I wrote ‘Shadow By Your Side’ because life is all about family and your mates, and everything else is just shite.” Begrijp je wel? Zo’n bandje dus. De jongens hebben vanavond duidelijk hun best gedaan om goed voor de dag te komen, van ons krijgen ze een 10 voor hun verzorgde outfits. Ik bedoel, die nepgouden kettinkjes die quasi-noncahalant over hun hippe shirts bungelen, daar moet ik ook maar eens aan! Helaas is het muzikaal wat minder opzienbarend, of het moet het hoge stemmetje van de zanger zijn. Mid-tempo klassieke rock met een muur van drie gitaren. Bij elke gitaar hoort een bak effectapparatuur, de jongens trappen er voortdurend en met verve op maar wij horen geen enkel verschil. Kortom: klinkt als een Schotse Oasis op kistjes met Donald Duck op zang. Als dit je ding is, sla je slag!
Graffiti hoog aan de muur in de NSR (pic DaDa)
Het voordeel van kleinschalige festivals als deze is dat elk pandje in de buurt in feite geschikt is om als lokatie te dienen. Zo ook de twee ons totaal onbekende tentjes ‘NSR upstairs’ en ‘NSR downstairs.’ Het blijkt te gaan om de behuizing van een studentenvereniging op het Binnenwegplein, en wel van de Nautische Studentenvereniging Rotterdam! Ze trachten daar weliswaar te leven naar christelijke grondslag maar achter de bar staan de studenten (in een curieus uniform) vrolijk bier te tappen en aan het totaal uitgeleefde pand te zien is er ook volop plek voor allerlei andere zondes.
Paul Cherry (links) in NSR upstairs
Zoals popmuziek bijvoorbeeld, want het is al de beurt aan PAUL CHERRY. Deze weirdo uit Chicago is al zes weken op toernee in Europa en dit is zijn laatste optreden daarvan. “So we are tour-tight, as they say,’ mompelt Paul terwijl hij met zijn wijsvinger zijn bril nog eens recht op zijn neus priemt. Deze jongens lijken er een sport van te maken zo nerdy mogelijk it de hoek te komen. De helft van de 6-koppige band doet zittend zijn werk, met twee toetsenborden en een bak fijnzinnige percussie klinkt en oogt het vooral soft en verzogd. Yacht rock of synth pop noemt men dit ook wel. Het klinkt net zo relaxed als Mac DeMarco maar dan met synthesizers. Blikvanger van het gezelschap is echter niet Paul Cherry, maar de al even bebrilde Arjen Ederveen op rechts. Hij heeft een geel-zwart motorcrosspak aan, met een stalen smoel zit hij daar überhip te wezen. Kort gezegd: niet zo zeer muzikaal overtuigend maar wel visueel intrigerend dit zootje ongeregeld!
New Yorks zangeresje maakt plaat. Op zich is daar weinig wereldschokkends aan, maar anders wordt het als je weet dat JACKIE COHEN de samenwerking zocht met excentriekeling Jonathan Rado (van Foxygen), alsmede met de wonderkinderen Brian en Michael d’Arrido (beter bekend Lemon Twigs). Jonathan prodjoetse haar debuut ep ‘Tacoma Night Terror, part 2’ en de twee broers begeleeiddden haar daarop. Verder ken je Jackie kennen van haar BBC6-hit Darlin’, echt een prachtig nummertje al zou je het met hetzelfde gemak als retro-pop kunnen wegzetten. Jackie heeft een mooie popstem die een enigszins melancholische tik heeft (volgens haarzelf slechts ‘a byproduct of Jewishness’), eentje die neigt naar de girlgroupsound, dus laten we zeggen dat ze opereert in het niemandsgebied tussen Lana del Rey, Dusty Springfield, Motels en Tracey Ullman. Op het podium moet ze het doen zonder haar beroemde vrienden, ze heeft een bassist, gitariste en haar ex-echtgenoot op drums meegenomen. Jackie blijkt een leuk uitziende, frêle dame die zich met hart en ziel in haar zangpartijtjes stort. Maar ja, in de eerste alinea van dit stukkie kon je al lezen met welke beloftes het publiek naar dit festival gelokt is. Jackie’s muziek valt geenszins onder die genres. Haar vriendelijke popliedjes lijken eerder af te stoten, aan het eind van het optreden blijft er hooguit 15 man publiek over. Jammer hoor, want zo is ongezien gebleven dat passie deze band niet van zijn stuk brengt en dat de gitariste rechts, een meid van een bijzonder fors postuur, gaandeweg de ster van de show wordt. Ze gaat totaal op in haar spel en schudt de meest smaakvolle licks uit haar mouw. Impressive! ook al werd Darlin’ niet gespeeld.
Jackie Cohen in Worm
Probeer je eens voor te stellen: Kate Bush die zingt bij de Jesus and Mary Chain. Precies zo klinkt YOUNG ROMANCE, een male-female duo, ook al uit de UK. Hun tweede plaat ‘You’re Doing Great’ is net uit. Deze laat een mooie, evenwichtige sound horen, een hybride van lo-fi grunge, elektro-pop en experimentele punk, waarbij vooral de wonderschone zanglijnen opvallen en er ook ruimte is voor piano, overdubs en pingelgitaren. Op de Rotterdamse planken klinkt het allemaal een stuk rauwer, zij (Claire Heywood) blijkt een potige tante, ze zingt en drumt staande waarbij ze er flink op los mept. Hij (Paolo Ruiu) is the man in black, verscholen achter een bos haar metselt hij onverstoorbaar voort aan zijn feedbackmuurtje, precies zoals je mag verwachten bij dit soort bands. Maar hey dat is bijzonder, vanaf halverwege gaan ze fraai samenzingen en dan klinkt het plotsklaps als the Kills. Vandaar dus dat ik er nog niet uit ben, is dit nou een nieuwe popsensatie of juist niet? Hm… nog eens even over nadenken dan.
Young Romance in NSR upstairs
Tenslotte begeven we ons naar Rotown alwaar BAMBARA het festival afsluit. Bambara is een acopalyptisch klinkend vijftal dat de mosterd duidelijk gehaald heeft bij de Birthday Party, Nick Cave’s ouwe band. Bambara komt echter niet uit Australie maar uit Athens, Georgia (het studentenstadje waar ook B52’s, Magnapop, Pylon en REM vandaan komen). ‘Southern gothic’ is dan ook de term die op hen van toepassing is (verzin ik niet hoor, heb ik ergens gelezen). Ze zijn van deze tijd, bij hen klinkt er af en toe ook iets moderns door (synths enzo) waardoor het soms meer als Iceage klinkt. In Rotown vallen vooral het enorme geluidsvolume en de overdrotenheid op. Yep, van alles wat vanavond op het podium stond zijn zij overduidelijk degenen die speltechnisch de meeste kilometers gemaakt hebben. Met veel masculiene power gaat het zo soms meer richting A Place To Bury Strangers, voor subtiliteiten is geen enkele ruimte. Niet mijn kopje thee, maar het publiek knalt flink uit zijn panties, dus tja, wie ben ik….
Bambara in Rotown, drumbeest met hangsnor (pic DaDa)
Al met al durven we wel te stellen dat Nederland er met Left of the Dial een razend cool festival bij heeft. De toegevoegde waarde zit hem niet zozeer in de geweldige kwalitet van de optredende bands, want dat valt allemaal nog te bezien. Maar de menselijke maat zegeviert hier glorieus, waar anders kun je muzikanten zo recht in hun harige neusgaten kijken, hm?
0
One thought on “Left of the Dial-festival is hier om te blijven!”
Comments are closed.