Left of the Dial rules!

Terwijl de helft van de Kettingzaag-doelgroep zich vrijdag nog stond te vergapen aan de residency van de heer T. Segall in een club in Noord-Holland, dacht ik mijn eigen residency te regelen in Zuid-Holland of meer specifiek de binnenstad van Rot-ter-dam. Zo – ik ging er vol ingaan dit jaar, in de festival vibe van LEFT OF THE DIAL . Een vibe die de binnenstad zou kleuren met muzikanten en muzen om onverschrokken het onbekende te omarmen. Nou, dan sta ik graag vooraan. Ik had al ik weet niet hoe lang geleden – misschien in de euforie van slechts die ene avond van de eerste editie – voor maar dertig euri een blind-ticket gekocht om mijzelf te verzekeren van een tweedaagse residency voor #LOTD19. Zelden had ik er zoveel vertrouwen in dat dit sowieso goed ging komen. Dat het money well spent zou zijn en dat het uit te geven geld dat daar bij ging komen aan reis en verblijf, aan eten en drinken en aan merchandise ook de best denkbare besteding zou zijn. Hoezo dan? Of WTF is LOTD? zal je zeggen wanneer je geen returning customer bij de Kettingzaag bent. In dat geval: lees vooral ook het stukje over #lotd18 terug.

Kleine spoiler alert: wat nu volgt bevat een ongecensureerde lofzang op het fenomeen LOTD en alle mensen dit het maken tot wat het is, inclusief de bewoners en het decor van de stad waar het zich afspeelt. Mocht je denken dat dat jou niet boeit, omdat je zo je eigen overtuigingen en opinies hebt over festival(s) of die stad, vooral weg swipen, nu. Jouw soort mensen kunnen we er net niet bij hebben volgend jaar, want dan wordt het een ander ding en dat willen we niet. Geeft niks, zien we elkaar ergens anders. Maar, ben jij de gek die graag vooruit loopt om te horen hoe het om de hoek klinkt en dat dan liefst deelt met je vrienden, dan kon jij je wel eens herkennen in dit stukje en wie weet staan we volgend jaar ergens naast elkaar voor een podium op een boot of aan een bar.

Wat ik zo razendknap vind van initiatiefnemer Rotown en Rotterdam, is dat het ze twee jaar op rij lukt om mij ondanks mijn beschikking over een gezonde dosis scepsis, zomaar in de unicorn-rainbow-state-of-mind van een zestienjarige te krijgen met dit festival. En dat zonder drugs. Waar zit die magie? Hoe flikken ze dat? Gaan we naar kijken.

Als altijd zit ook hier de devil in the details. Zo lukt het de afdeling marketing om samen met de bands en bezoekers buiten de gebaande paden te blijven, waarbij jij je als bezoeker ook nog eens de hoofdprijs voelt. En dat maken ze waar. Terecht dat ze daar vorig jaar al een prijs voor kregen. Door naar het festival zelf. Heerlijk was het om ook dit jaar weer als guest of honour rond te lopen. Anderen hadden Let’s do this op hun polsbandje staan, ook goed mee te leven. En let op, we hebben weer een sleutelmomentje te pakken, want ook hier het effect dat o-v-e-r-a-l in terugkomt: het gevoel dat ik als bezoeker super speciaal ben. En dat we dat samen doen dus. Met een priority-pas bijvoorbeeld, voor  Paracetamøl, zodat ik tóch kan band-hoppen bij een overlappend blokkenschema. Want ja, we zijn wel gretig. Gretig, grappig, het kan allemaal. Neem die willekeurige gast bij Worm die uit het niets vraagt “how are yóu?” en na mijn “fine, thank you and yourself?” antwoordt met “a bit nervous actually” waarna ik hem vijf minuten later als een malle los zie gaan op het podium. Schattig toch? Ook schattig dat de Merch Store een bewaarservice biedt zodat ik mijn handen vrij kan houden. Dat ik gratis en de voor niks de Maas op mag met wel drie Bands on a Boat. Maar ik denk vooral aan die bar-dame van Rotown die op mijn angstig informeren of er misschien een setje oordoppen (duur, net nieuw) gevonden is, het doosje al omhoog houdt met een “ja we zagen dat ze customised waren, dus hebben ze toch even apart gelegd”. Ik kon d’r wel zoenen, dus gaf haar een knuffel. Lachen is het dan weer hoe je blijft stoeien met de deuren in de damestoiletten van de V11 terwijl je elkaar telkens onbedoeld klem zet. Nergens een onvertogen woord. Uit onverwachte hoek is er nog die vriend van die vriend wiens collega tegenover de verhuurder van mijn airbnb blijkt te wonen. En last but not least mijn ov-fiets met toevallig net die sticker van Lust for life van de Ed van der Elsken-expo op het spatbord. Het leek wel een omgekeerde complottheorie waarin alles erop gericht was om het mij zo maximaal mogelijk naar de zin te maken. Tot het weer aan toe hè, want die apocalyptische donderbuien die waren voorspeld moeten van schrik over de hoogbouw heen zijn gewaaid.

Tjonge jonge jonge, hoor ik je denken, weet je zeker dat er niks anders in die paracetamøl zat? Is er dan helemaal níks te mekkeren? Jazeker wel, het venijn zit ‘m natuurlijk in de staart. De staart van de adder. Die adder, laat zich beschrijven als de door Rotown uitgesproken ambitie om het EuroSonic/Noorderslag (ESNS) van Rotterdam te willen worden. WTF??? Ik verstijfde toen ik het, al voor aanvang van het festival, voor het eerst las. Alles, alles, alles dat ik leuk vind aan LOTD, zie je nergens nooit niet terug bij ESNS. Ik voel al een hellend vlak, want dit jaar hanteerde LOTD  delegate-passen verkrijgbaar voor honderd euri , ook voor deelname aan een seminar. Dat is een aanzienlijk prijsverschil met het bedrag dat ik zelf had neergeteld. Dat kan zich zo maar vertalen in een ander type bezoeker dat je dan aantrekt. Tuurlijk, je zet je op de kaart als showcase-festival, er worden kosten gemaakt, dus er moet volk komen om die kosten te dekken. Snap ik allemaal. Maar please, please, please, kunnen we kijken of we dat kunnen oplossen door de kleinschaligheid, het persoonlijke, die menselijke maat die nu nog o-v-e-r-a-l door verweven is en die voor mij, mijn medebezoekers en de muzikanten het verschil maken,  dat we die hashtag welkom vast kunnen houden? Ik zie jullie op #LOTD20, toch?!

Tekst: daasmaaktmee

0

Comments

comments