Sterven doe je elke dag een beetje

Het is kwart over tien ‘s avonds als ik in de auto stap. Ik zoek een cd uit voor onderweg. Het wordt Smiley Smile van The Beach Boys. Een ondergeschoven kindje in hun oeuvre, toentertijd afgedaan als een veel te kleine pleister op de reusachtige open wond die Smile had achtergelaten. Maar achteraf kan je een koe in de kont kijken, en Smiley Smile is in ere hersteld als zijnde het achteloze lo-fi meesterwerk dat het is, opgenomen op allerlei plekjes, zoals de bodem van een zwembad, en met Sir Paul McCartney op selderij in Vegetables.

Die Paul kan ook alles spelen…

Smiley Smile dus.
Guided By Voices had ‘m kunnen maken. Ik steek de cd in de sleuf maar druk niet door. Het groenverlichte schermpje van mijn radio/cdspeler zegt dat de VPRO uitzendt op 3FM. Het is lang geleden dat ik radio heb geluisterd en ik besluit eens gek te doen. De cd hangt half uit het afspeelapparaat, als een zilveren tong.

Hé, dat lijkt op Soft Cell, zeg ik bij mezelf, wanneer ik het volume omhoog draai. Ik gok dat het liedje Say hello, wave goodbye heet. Het liedje wordt afgekondigd met de woorden: “Dat was Soft Cell”. Ik geef mezelf een punt.

Beetje een karige afkondiging, denk ik bij mezelf. Ik heb me nooit echt in de band verdiept, maar ze hebben wel hun eigen welverdiende plekje in het canon van de popgeschiedenis. Een beetje duiding was leuk geweest voor de kinderen thuis, al waren het maar twee zinnetjes. Op welke plaat het liedje staat, of dat hun Tainted love een cover was en het origineel uit ’64 is – gezongen door Gloria Jones, vriendin van Marc Bolan ten tijde van zijn dood. Gewoon een paar nutteloze feitjes die wat kleur toevoegen. Maar dat kost tijd. Tijd die je ook aan andersoortig dom gelul kan besteden, waarover zo dadelijk meer.

Sfeertje! Opname uit ’74 van deze knaller op een Wigan Casino northern soul all-nighter.

Op de radio is het ondertussen tijd geworden voor de prijsvraag.
De radiodeejay mag gastenlijstplekken weggeven, in zijn eigen woorden: “Een machtig gevoel”.

Why can’t we live together, van Timmy Thomas wordt ingezet. Het tergend lange intro is de duistere voorbode van wat gaat komen: Een hartenkreet aangaande de toestand in de wereld – een toestand die tot op de dag van vandaag helaas weinig is veranderd – afgesloten met een liefdesverklaring aan zijn medemens.

Tell me why, tell me why, tell me why
Why can’t we live together
Tell me why, tell me why
Why can’t we live together

Everybody wants to live together
Why can’t we live together

No more war, no more war, no more war
Just a little peace
No more war, no more war
All we want is some peace in this world

Everybody wants to live together
Why can’t we live together

No matter, no matter what color
You are still my brother
I said no matter, no matter what color
You are still my brother

Everybody wants to live together
Why can’t we live together

Everybody wants to live
Everybody’s got to be together

Everybody wants to live
Everybody’s going…

De radiodeejay begint te kreunen, op een Barry White-achtige manier, en maakt toespelingen op niet nader genoemde seksuele handelingen die je op dit liedje kan verrichten. Hij gniffelt ondeugend. “Geen bank is veilig,” vervolgt hij, “wanneer je dit liedje opzet in het bijzijn van een dame.”
Hij moet er zelf hartelijk om lachen.
Ik check voor de zekerheid mijn schermpje, om te zien of ik daadwerkelijk naar de publieke omroep luister. Het staat er echt – de VPRO, godbetert.

De muziek fade uit en de prijsvraag wordt aangekondigd: In welke andere hit wordt dit intro gesampled? Voor mijn geestesoog zie ik hoe de luisteraars thuis hun telefoon pakken om het antwoord te googlen.

Ik rij over een drempel. De zilveren tong die uit mijn cd-speler hangt wiebelt licht op en neer, alsof die daar mee wil aangeven dat ik er toch weer ben ingetrapt.
Ik geef de cd een klein duwtje. Een wensgedachte vult mijn hoofd. Ik zie hoe de radiodeejay, kronkelend en naar adem happend op de vloer van de studio, in zijn eigen tong stikt, waarna hij in zijn persoonlijke hel belandt: een klein kamertje zonder ramen en deuren waar tot in de eeuwigheid de soundtrack van Grease wordt gedraaid.

Twee tellen later vult de auto zich met de klanken van Heroes and villains.

0

Comments

comments