Stug zetten we door: Dag 3 van le Guess Who

Dag 3 begint met een sterretje want in dB’s is er een soort van Spinvis-dag en als onderdeel daarvan is er een Virtual Reality-installaltie te beleven. Het café van dB’s is ingericht als een onvervalste VR-lounge en dat betekent dat er naast een paar draaistoelen een batterijtje space-brillen met koptelefoons uitgestald ligt voor VR-hongerige klanten. Maker NEMO VOS liet zich inspireren door de Utreg Punx. Vorig jaar verscheen van die beweging (we hebben het over de jaren 1979/80) een verzamel-lp en niet toevallig was Spinvis daarvan de instigator/concept-bedenker. Een paar van de lp-nummers zijn nu VR-gevisualiseerd. For the record, dat zijn ‘ Attack’. Van Coitus Int, ‘Never Enough’ van de Hi-jinx en ‘Kanker’ van de Cold War Embryos. Het blijkt een onverwachte prachtervaring, want je komt ogen tekort. Overal, hoog en laag, links en rechts en 180 graden om je heen, schieten de 3D-beelden om je heen, alles op het dwingende ritme der lokale punx. En die licht erotische scène met dat varken vergeet je van je leven niet meer!  

Achter de deur bevindt zich de VR-Lounge van dB’s
Deze gast kon er maar geen genoeg van krijgen. Kreetjes van verrukking ontsnapten aan zijn mond.

Heftug in het kwadraat is het in De Helling alwaar het Britse collectief GNOD naar believen ook al een eigen dagdeel mag vullen. Het begint nog vrij soft met openings-act MOUNDABOUT. Omdat ik weer eens te laat ben pik ik slechts een stukje mee dus kan ik er moeilijk zinnigs over zeggen. Het zijn in ieder geval two guitar strumming guys die beiden op ambachtelijke wijze hun gitaren als gereedschap inzetten en daarbij sociale problematieken lijken te bezingen en betrokkenheid tonen, Vandaar dat het bij mij Billy Bragg in herinnering roept. Hopelijk zit ik er niet teveel naast. ‘New folk’ noemen ze het zelf, lees ik nog ergens.

Moundabout

Daarna is het de beurt aan HOLY SCUM. Ook hierin spelen leden van GNOD. Een zwaar vervormde bas, een nog zwaarder vervormde stem en een heavy tribal drummer. Samen maken ze een gigantische bak herrie en rocken ze de korsten uit je onderbroek. Een gitarist is er ook nog maar die lijkt het podium maar niks te vinden. Hij loopt althans onverstoorbaar rondjes door de zaal, als een soort verwilderde wijkagent op speed. Op een gegeven moment haalt hij een megafoon tevoorschijn waarmee hij het publiek brullend onverstaanbare aanwijzingen geeft. Apocalyptisch? Nou, eerder heerlijk ontregelende onzin, een soort heavy noise terror waarbij je lekker los van jezelf komt te staan.

GNOD platenhoes
GNOD

In tegenstelling tot de berichten waarin gerept wordt over een Hawkwind-achtig crustie-collectief dat in steeds wisselende samenstelling het land doortrekt en her en der optreedt, blijkt GNOD een uiterst gediscplineerd spelend kwartet dat op het scherpst van de snede snoeiharde en verpletterende stoner-psychrock maakt. Bands met twee drummers komen we wel vaker tegen (Glitter Band, The Fall, Dirtbombs, Oh Sees, Bintangs) maar deze kunnen er ook wat van! De band speelt met veel brille en klasse en verve, maar uiteindelijk gebeurt dat allemaal wel volgens de ongeschreven cliché-regels van het rock ’n roll-spel. Dus alles overwegende, geef mij maar Holy Scum! Overigens, onnozele ik hoorde dat GNOD al zeker drie maal eerder in Uutje optrad, in dB’s vond dat allemaal plaats.

Ook op LGW: de gemaskerde geitenbreiers van GOAT. Uit Zweden komen ze.
En nog 3 x Goat (foto’s: Anne-Marie van Rijn)

We zouden het bijna vergeten maar het is zaterdagavond. Dat betekent dat er nu ook een massa uitgaanspubliek op LGW afkomt, en dat soort lui moet kennelijk ook bediend worden. Nou, leuk voor hunnie maar persoonlijk ren ik hard weg van de aalgladde feestmuziek van het Colombiaanse ROMPERAYO dat een stampvol Ekko op zijn kop zet, en nog harder bij het al even populistische KOKOKOI uit Congo, dat de Ronda koloniseert

Britse indie-pop, we zien het hoogst zelden op het podium staan bij LGW. Het lijkt wel of de organisatie er een aversie tegen heeft en het gemakshalve liever aan London Calling ofzo overlaat. Maar dit keer speelt BAR ITALIA en dat buitenkansje konden ze kennelijk niet laten lopen. Bar Italia is namelijk het hipste van het hipste, de bedoeling is dat slechts ingewijden van het bestaan van deze band op de hoogte zijn en dat de rest van de wereld er vertwijfeld naar op zoek is. Het vijftal vernoemde zich naar een nummer van Pulp (staat op ‘Different Class’) en die vernoemden dat nummer weer naar een (nog steeds bestaande) koffiebar in Soho te Londen (overigens in Amsterdam heb je ook een Bar Italia, aan de Nes). Vijf magere kids blijken er achter te zitten, in Cloud Nine moeten ze met de billen bloot. Wat we krijgen is een beetje rammelende, onvaste, onzekere, soms vals gezongen muziek. Maar ook wel fragiel en kwetsbaar en daardoor gewaagd. Effectapparatuur wordt nauwelijks gebruikt en dat levert een charmante puurheid op die je niet zo vaak meer hoort, ja zelfs de gebruikelijke tamboerijn is afwezig. Ook wel gaaf is dat leden om beurten zangpartijen voor hun rekening nemen  In ieder geval, in het beste geval en met een beetje goede wil hoor je er de beginselen van potentiële topsongs doorheen. Een goeie producer is dan wel een harde voorwaarde, want dat is precies wat deze band nodig heeft om van enige betekenis te zijn.

Bar Italia (deze vijf foto’s: Anne-Marie van Rijn)

Bij de uitgang van Cloud Nine lijkt het alsof er gedobbeld wordt, of iets anders illegaals, In werkelijkheid zie je hier rechts een jochie dat vluchtig Bar Italia T-shirts verkoopt, naast hem staat een vuilniszakje vol. Les 23 in ‘hoe creëer je een hype.’

0

Comments

comments