Na precies twaalf jaar en een dag was het wel tijd dat The Radio Dept. weer eens optrad in Nederland. Op 27 januari 2005 was het in Rotown te Rotterdam, gisteravond troffen wij de band in Bitterzoet aan de Spuistraat te Amsterdam.
En niet alleen wij waren blij dat we de band van Martin Larsson en Johan Duncansson weer eens van dichtbij konden zien. Vóór het openen van de deuren stond er al een aardige rij wachtenden voor Bitterzoet en tijdens het concert was er nauwelijks ruimte om te bewegen. Dat was dan weer jammer, want de muziek gaf daar wel aanleiding toe.
Toen The Radio Dept. in 2005 in Rotterdam speelde omvatte de discografie van de band één elpee (Lesser Matters) en een handvol singles. Desondanks was de band toen al een volgroeid indie-ikoon. Dat had er vooral mee te maken dat alle platen uit waren gekomen op het Zweedse Labrador-label. Dat label heeft de band inmiddels verlaten. We schreven er eerder over. De discografie beslaat inmiddels vier elpees en bijna twee dozijn singles. Wat daarbij opvalt is dat het geluid van de band in die twaalf jaar verschoof van galmende shoegaze naar meer electronische popmuziek.
Hoorde je op Lesser Matters vooral The Jesus & Mary Chain en My Bloody Valentine door de nummers heen, op de laatste plaat (het magistrale Running Out Of Love) zijn de herleidbare accenten eerder van The Pet Shop Boys en Saint Etienne. Betere apparatuur en betere instrumentbeheersing zullen daar de oorzaak van zijn.
Live hoor en zie je ook verschillen. Verschool de band zich in Rotown nog achter instrumenten, galmeffecten en rook, in Bitterzoet staat een gezond ogend gezelschap met de borst vooruit te performen. Daar moet je je overigens niet teveel bij voorstellen, want gedurende de 75 minuten netto speeltijd verroerden de bandleden zich nauwelijks. De enige die zichtbaar hard haar best doet is het enige vrouwelijke bandlid dat op de achtergrond percussie, keyboard, gitaar en xylofoon speelt. Soms allemaal tegelijk.
Hardwerkende vrouw
Op de setlist stonden gisteravond vooral liedjes die de band dit decennium heeft uitgebracht, met voor de fans een enkele klassieker van de eerste albums. Omdat de bandleden in verschillende steden wonen kunnen ze weinig samen repeteren, verklapte Johan in een spaarzaam woordje aan het publiek tussen twee nummers. Dat hoorde je er niet aan af. De nummers klonken stuk voor stuk verzorgd en strak. Dat kwam ook omdat de beat niet van een drumstel, maar uit het wonderorgel van toetsenist Daniel Tjäder. Het maakte de nummers waar dat nodig was lekker housey, met als klappen op de vuurpijl de technoknallers Teach Me To Forget en Occupied als uitsmijters. Daarbij was de beer los en gingen de handen voluit de lucht in. Daarna volgde ondanks langdurig geklap en gejoel geen toegift. Niet omdat de band arrogant is ofzo hoor. De ingestudeerde liedjes waren gewoon op. Geeft niks. Wij kunnen wel weer twaalf jaar vooruit. Maar eerder terugkomen mag natuurlijk ook hè
Germans
Het voorprogramma Germans verdient nog een speciale eervolle vermelding. Deze band (die eigenlijk vooral bestaat uit de Brooklynse Julia Kwamya) is al een paar jaar een goed bewaard geheim op indieblogs. Germans maakt een soort melancholische 80s disco die goede vibes geeft. Later dit jaar komt het eerste plaatje uit. Wij hopen dat Julia dan nog een keertje langskomt.
[soundcloud url=”https://api.soundcloud.com/tracks/89775434″ params=”auto_play=false&hide_related=false&show_comments=true&show_user=true&show_reposts=false&visual=true” width=”100%” height=”450″ iframe=”true” /]
2