Mijn kleine introductie tot de schatkamers van de Afrikaanse popmuziek

Omdat het deze week internationale week van de gastbijdrages is, hebben wij wederom een gastbijdrage. Ditmaal is de gastscribent de heer Schørbåck, wiens dayjob topsecret is, maar die voor de hobby in het kaffee van Ekko nog weleens een plaatje op de draaitafel smijt.

Als ik uitkom voor mijn liefde voor Afrikaanse popmuziek voel ik me altijd wat besmuikt. Het imago van vrouwen van middelbare leeftijd in wijde kleren die wild dansend proberen veel jongere donkere mannen te imponeren en regelmatig alleen op reis gaan naar Gambia….of juist vanwege die mannen met hoornen bril die opsnijden over Afrikaanse muziek en regelmatig met 4WD’s op locatie gaan kijken… Jarenlang heb ik deze muziek, en sowieso alle niet-westerse popmuziek, dan ook gemeden als de pest.

Tot een vriendin me vertelde over haar exotische vakantiebestemming. Dit zette me aan tot een bezoek aan een Ethiopisch restaurant aan de Amsterdamse Overtoom waar de achtergrondmuziek me net zo sterk bijbleef als het eten. Exotisch, sensueel maar vooral warm en op een bepaalde manier direct vertrouwt. Soulseek bracht uitkomst. Er bleek een uitgebreide serie Ethiopiques  te bestaan die de schatkamers van de Ethiopische muziek ontsloot. Ik leerde Ethiojazz, Ethiofunk en zelfs Ethio-indie uit de jaren zestig en zeventig kennen. Artiesten als Mulatu Astatqé en Girma Béyéné nestelden zich tussen Strokes, Smiths & Stones.

Mijn belangstelling was gewekt.. hoe nu verder? De term Afrikaanse muziek (dan heb ik het nog niet eens over ‘wereldmuziek) is direct al lachwekkend wanneer muziek uit tientallen landen met totaal verschillende culturen en (kolonisatie)geschiedenis op één hoop worden gegooid (stel je voor dat we popmuziek uit Amerika en Engeland op een cd’tje zouden moeten stouwen met als titel ‘Het beste van de Westerse popmuziek’). Eigenlijk ondoenlijk dus. Toch wil ik jullie de hoogtepunten uit mijn ontdekkingstocht door Afrikaanse muziek, die nu zo’n 4 jaar duurt, niet onthouden. Het is maar een glimp van wat er allemaal te beluisteren valt maar wie weet moedigt het je aan om ook eens te gaan schatgraven…

Mijn introductie bevat dus merendeels (pop)muziek uit de jaren zestig en zeventig (wie weet kom ik voor mijn vijftigste nog eens toe aan de hedendaagse Liberiaanse popmuziek) Niet helemaal toevallig door velen gezien als het ‘golden era’ van de popmuziek in veel Afrikaanse landen. De prille zelfstandigheid en een positieve blik op de toekomst zorgden voor aanstekelijke energie en ongeremde experimenteerdrift bij veel Afrikaanse muzikanten. Veel Afrikanen geloofden in een toekomst van zelfvoorzienendheid (met alle gevolgen van dien, uiteindelijk..) en samenwerking tussen de Afrikaanse staten (Panafrikanisme).

Afbeelding

Jaha, ook in Afrika waren platenspelers

Afrika zou binnen één generatie het rijke westen naar de kroon steken. Cultuur en dus ook muziek werd gezien als een van de middelen om de eigen identiteit te benadrukken en de trots op de natie aan te wakkeren. Veel overheidsinstellingen staken geld in het oprichten van eigen huisorkesten (dat leverde illustere namen op als: Super Rail Band of the Buffet Hotel de la Gare, Bamako en The Imperial Bodyguard Band. Al deze geestdrift betekende zeker niet dat de muzikanten navelstaarden…er vond volop kruisbestuiving plaats tussen de verschillende Afrikaanse muziekstijlen, maar ook  met westerse genres werd hevig geëxperimenteerd.

Afriques by Debramster on Mixcloud

De afspeellijst

Ghana (nr. 1 en 2)

Highlife en Afrobeat zijn de muzikale begrippen in deze voormalige Engelse kolonie. Highlife (geïnspireerd op religieuze muziek, met jazzy blazers en veel ritmische gitaren) en Afrobeat (Langgerekte groovy nummers waarin percussie een, vaak politieke boodschap kracht bij zet) zijn hier vooral bekend door muzikaal activist Fela Kuti. Op deze verzameling geen Fela (veel te veel politieke yells en langdradige percussiesolo’s….) maar wel twee andere meer lichtvoetige representanten van het genre die bovendien onweerstaanbare liedjes maakten…

Angola (nrs. 3, 4, 5 en 6)

Een prachtig voorbeeld van een land waar muziek uit de hele wereld samenkomt. Als voormalige Portugese kolonie is in bijna alle populaire muziek uit de zestig- en zeventiger jaren veel invloed te horen uit het land van de kolonisator Portugal (de weemoed van de Fado!) maar ook de ritmes van de zouk en merengue uit die andere Portugese kolonie Brazilië vinden hun weg naar de muziekkelders van Luanda. Ik ben vooral gevallen voor de prachtige klagende gitaarmuziek van Arthur Nunes en Bonga maar ook de lichtvoetiger dansmuziek van bijvoorbeeld Gambuzinhos.

Mali/ Senegal (7, 8, 9, 10 en 11)

Een kruispunt van culturen. West-Afrikaanse percussie, Franse Chansons, obscure elektronica, woestijnrock van de Toeareg en (vooral!) de hese klanken van Griotzangers zorgen samen met een flinke groove (luister maar eens naar Rail Band en Idrissa Soumaoro) voor een magische mix die ook in het Westen aardig populair is.  De enige band die op deze cd twee keer aan bod komt is Orchestra Baobab. Naast bovengenoemde invloeden waren zij in het begin van hun carrière ook nog eens zwaar verslingerd aan Cubaanse muziek wat het  meesterwerk Pirate’s Choice heeft opgeleverd.

Ethiopië (12, 13, 14, 15, 16 en 17)

Ten slotte, een land dat qua cultuur en ook muziek volledig los lijkt te staan van de rest van het continent. Ethiopië is het enige Afrikaanse land dat nooit voor langere tijd gekoloniseerd is en dat door woestijnen en bergketens eeuwenlang vrijwel geen contacten heeft onderhouden met de rest van Afrika. In de jaren ‘70 maakten jonge Ethiopiërs magische muziek, mede door toedoen van Keizer en Rastafarigod Haile Selassie die vanuit staatswege muzikanten de vrije hand gaf om flink te experimenteren en platen uit te brengen. Dit alles zorgde voor een unieke sound doordat diezelfde musici (juist door het gebrek aan een koloniaal verleden?) zich er niet voor schaamden om Westerse genres als Jazz, Funk en Soul op te zuigen en onnavolgbaar te herinterpreteren.

Dictatuur, oorlog en hongersnood in de jaren ‘80 en vroege jaren ‘90 maakten een einde aan de muzikale magie. De muzikanten werden zelfs vastgezet of het land uit gejaagd. Ethiopië  bleef lang berucht (opgezwollen kinderbuikjes en Live Aid), ontoegankelijk voor buitenlanders en de muziek onbekend (…maakt onbemind). Tot eind jaren ‘90 Jim Jarmusch Ethiopische muziek een prominente rol gaf op de soundtrack van zijn film Broken Flowers en Ethiopische muziek op beperkte schaal voet aan de grond kreeg bij Westerse muziekliefhebbers.

0

Comments

comments

3 thoughts on “Mijn kleine introductie tot de schatkamers van de Afrikaanse popmuziek

  1. Heer Schørbåck welkom en bedankt voor je bijdrage. Hopelijk volgen er nog meer.
    Ben zelf meer van Noord-Afrika en M-Oosten, maar ga zeker hier naar luisteren.

  2. Heel mooi. Deze site was nog niet heel veel verder gekomen dan Die Antwoord uit Zuid-Afrika en Alpha Blondy uit Abidjan. Hoeveel kinderen had die Fela ook al weer?

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *