In blaadje Oor stond een tijdje terug een Top 25 van de volgens hunnie allerbeste platen van deze eeuw. Maar liefst zeven daarvan waren verschenen op het Excelsior-label. Dat is voorwaar een heule knappe prestatie, en al helemaal voor een indie-label. Het zegt veel over hun fijne neus voor goeie Nederpop, al wordt met ditzelfde lijstje het gebrek aan gezonde competitie ook pijnlijk duidelijk. Afijn, Excelsior bestaat nu zo onderhand 30 jaar en een dergelijk langdurig bestaan leidt er onvermijdelijk toe dat er label-veteranen gaan ontstaan, ofwel artiesten van wie de glory days in het verleden liggen. Een gaaf pakketje met drie bands uit deze categorie speelde afgelopen zaterdag in een stijf uitverkocht dB’s: Green Hornet, zZz en GEM. Tien dudes verdeeld over drie bands. In die Top 25 komen ze geen van drieën voor maar daar zit verder niemand mee.

Net zoals halverwege de zeroes al het geval was lijken de mannen van GREEN HORNET op het eerste gehoor echte puristen uit de 60s garagerock-school. Met smaak, liefde en verve stort dit trio zich op de fuzz-gitaar, de mondharmonica en het jankende Philicorda-orgeltje. Maar vergis je niet, deze Grunners zijn niet voor één gat te vangen, nadrukkelijk zijn ze op zoek naar het muzikale avontuur. Zich er wel van bewust dat hun zangpartijen niet hun allersterkste troef zijn krijgen uitgerekte instrumentale gedeeltes alle ruimte, en dat kan dan culmineren in psych freak-outs. En dat allemaal zonder bassist en met een hoofdrol voor de orgelman ( André Dodde heet-ie hoorde ik, ooit redacteur van Music Maker). Zoals de regels van het genre voorschrijven is dat een langharige slungel die diep vooroverbogen zijn instrument bespeelt, alsof hij naar gas aan het boren is. Om het plaatje compleet te maken staat er dan bovenop dat ding een flesje bier vervaarlijk te wiebelen. Oei oei, je houdt je hart vast!



Van The Fatal Flowers heb ik weleens vernomen dat zij in hun beginjaren werkelijk élke dag aan het oefenen waren. In de zesjescultuur die ons land kenmerkt mag zoiets een uitzondering heten, al ken ik nog zo’n geval: GEM. Deze jongens, allemaal Utrechters geloof ik, waren destijds niet uit de oefenhokken van dB’s weg te slaan, en anders zaten ze wel te tetteren in café De Postillion. Voor een come-back (?) optreden is dB’s nu dus de logisch aangewezen plek.
In hun glorietijd moest GEM het duidelijk hebben van de voordracht en zangkunsten van voorman Maurits. Met zijn gouden strotje wist hij de degelijke gitaarrock van zijn band telkenmale naar een hoger plan te tillen. Waarschijnlijk in de Nachtegaalstraat geboren dat jong! En met zijn ‘popstar looks’ mocht hij er wezen hoor. Op het hoogtepunt van hun roem hing half vrouwelijk Utrecht aan zijn goddelijke kontje. Van het TV-programma ‘Het mooiste meisje van de klas’ heb ik altijd begrepen dat na zo’n bloeiperiode altijd de onvermijdelijke neergang volgt. Maar nee hoor, niet in het geval van Prins Maurits. Van de ene op de andere dag werd hij na GEM (en vervolgband Bewilder) schijnbaar vanuit het niets benoemd tot opperhoofd van Best Kept Secret. Over zondagskinderen gesproken… was hij als dreumes soms in een pot met honing gevallen? En die positie van BKS-baas weet hij tot op de dag van vandaag bezet te houden hè. Niet zo lang geleden zag ik ‘m online wat promo-praatjes over dat festival afsteken. Maar nergens werd het gelikt hè, het bleef informatief, prettig welbespraakt en met een positieve insteek.
Hoewel GEM destijds na hun spraakmakende, okay zwaar op The Strokes leunende, rockdebuut nog een paar verfijnde pop-albums afscheidde lijken de boys anno nu vooral hun jongehondenbeginjaren te omarmen. Dus dat is wat we krijgen in dB’s: een massieve muur van gitaarrock onder aanvoering van dat begenadigde zangertje en van een uitstekende, stuwende drummer (‘Och had onze drummer maar één zo’n arm,’ verzucht iemand naast me die zelf ook in een bandje zit). Een vruchtbaar bandje is GEM ook. Links naast het podium zit een rijtje kids. Met gehoorbeschermers op en met grote ogen kijken ze naar de verrichtingen van hun pappies op het podium. Een schattig ventje (vermoedelijk de zoon van) stapt op een gegeven moment het podium op om staand naast Maurits een al even schattig partijtje mee te trommelen.





Van zZz was ik ooit in hun begintijd eventjes hun grootste fan. Twee Mokum-boys met veel bravoure die overal rondbazuinden erg van lekker eten te houden en en passant ook nog het befaamde Sleazefest organiseerden. Ze hadden destijds het vetste ongewassen sluik haar van de hele Metropoolregio Amsterdam en dat paste weer mooi bij de vunzige muziek die ze maakten. Daan en Björn heetten ze. Daan speelde orgel en Björn speelde drums. Elk nummer moest ‘geil’ klinken, anders was het niks. Björn gromde daarbij zijn aardse zangpartijen die rechtstreeks uit zijn omvangrijke onderbuik leken op te borrelen. Het resultaat klonk een beetje als Suicide: sexy, sleazy, onderhuids en gevaarlijk.
Qua orgelkeuze was ZZZ destijds kritisch. Een Hammond-orgel vonden ze niks, het moest per se een Philicorda van Philips zijn, vaderlands product dus! Nou waren de shows van zZz indertijd nogal wild dus die orgels werden stuk voor stuk aan gort gespeeld. Maar dat was weer geen probleem aangezien het aanbod van tweedehands huiskamerorgels toen nog flink was. Dus wat deden ze? Ze stroopten Marktplaats af, op zoek naar dat spul. Wat nu volgt is een mooi citaatje uit de mond van Björn uit het NRC van vrijdag 16 september 2005, liefdevol opgetekend door Hester Carvalho. Met dank aan een knipseltje dat van de week zomaar uit de hoes van hun debuut-LP kwam fladderen, toen ik die plaat plaat weer eens tevoorschijn had gehaald en opgezet:
“Laatst hadden we nog zo’n orgel opgehaald in Staphorst. Het stond in de huiskamer, met zo’n standaard erop vol christelijke liederen. De hele familie stond eromheen toen Daan hem even uitprobeerde. Het was een geweldig apparaat. Dus ik riep spontaan: ‘Godverdomme, wat een geil ding!’ De familie keek geschrokken. Maar ze waren wel onder de indruk van het geluid dat Daan eruit haalde.”
Om het verhaaltje af te maken: zZz maakte destijds nog twee albums die me maar matig konden bekoren. Het orgel was toen al ingeruild voor synthesizers. Die gaven meer mogelijkheden maar tegelijkertijd raakte hun unieke sound erdoor verwaterd. Een optreden in de Ahoy als voorprogramma van f*kking Anouk vond ik destijds het schoolvoorbeeld van een ‘bad career move.’ Ikzelf was bekrompen genoeg om op dat moment definitief af te haken.
Maar anno 2025 laat zZz horen er klaar voor te zijn om weer helemaal terug te zijn, een nieuwe plaat komt er zelfs aan. In dB’s wordt al snel duidelijk dat hun vuige rock thans nog precies zo vanzelfsprekend eigentijds klinkt als in hun hoogtijdagen. Een goeie spanningsboog weten ze met schijnbaar gemak neer te zetten. Sluipenderwijs maakt de Suicide-groove plaats voor een ophitsende techno-sound onder flitsende begeleiding van stroboscopen. Bakken galm en echo doen de rest. Een stel jongelui vooraan pikt het meteen op, ze zetten het op een hupsen. Waarmee m.i wel aangetoond is dat zZz zó weer meekan op de zomerfestivals.



